2b/k Grammatica H1-2

Nederlands 3-9
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Spullen op tafel en mobiel in de tas.
  2. Grammatica herhalen.
  3. Basis aan de slag/Kader woordsoorten.
  4. Basis+Kader aan het werk.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 3-9
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Spullen op tafel en mobiel in de tas.
  2. Grammatica herhalen.
  3. Basis aan de slag/Kader woordsoorten.
  4. Basis+Kader aan het werk.

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen
Het stappenplan

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen


De winnaar van de Postcode Loterij kocht een Ferrari.

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen

Koala's eten geen vlees.

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen

Door de vertraging kregen alle treinreizigers koffie en koek.

Slide 5 - Tekstslide

Herhalen

Joy heeft een halve marathon in anderhalf uur gelopen.

Slide 6 - Tekstslide

Herhalen

De jonge held heeft een onderscheiding gekregen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat nu?
Basis maakt de opdrachten 2 t/m 5 op blz. 28&30 af. Dit doe je in stilte. Je mag muziek luisteren. 
Klaar --> Woordenschat 1 t/m 7 nakijken en
                   Grammatica 2 t/m 5 nakijken. 
Nakijkvellen liggen op mijn bureau

Kader luistert naar de uitleg over woordsoorten.

                    

Slide 8 - Tekstslide

Kader



Woordsoorten

Slide 9 - Tekstslide

Woordsoorten
Werkwoord (ww) = zegt wat iets of iemand doet
Lidwoord (lw) = de, het, een. Staat voor een zeflstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord (zn) = mens, dier, plant, ding, naam
Bijvoeglijk naamwoord (bn) = Vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
Vragend voornaamwoord (vr. vnw) = Staat meestal aan het begin van een vraag (wie, wat, welke, wat voor een)
Aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw) = Gebruik je als je iets aanwijst (deze, die, dit, dat, zulke, zo'n, dergelijke)



Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Basis maakt de opdrachten 2 t/m 5 op blz. 28&30 af. Dit doe je in stilte. Je mag muziek luisteren.  
Klaar --> Woordenschat H1 1 t/m 7 nakijken en 
                   Grammatica H1 2 t/m 5 nakijken.
 
Kader leest eerst de theorie op bladzijde 31 over woordsoorten. Daarna maak je 2 t/m 5. 
Klaar --> Woordenschat H1 1 t/m 7 nakijken   
                   Grammatica Zinsdelen H1 2 t/m 5 en Grammatica Woordsoorten 2                        t/m 5 nakijken.

Slide 11 - Tekstslide

Spel

Slide 12 - Tekstslide