1 vmbo-kgt thema 7.4 Bloemen, vruchten en zaden: bevruchting

7.4 Bevruchting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
korte herhaling vorige les: bestuiving
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 7.4 bevruchting
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
bestuiving =  het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad naar een stamper van een bloem

Bij bloemen van dezelfde plantensoort!

Slide 3 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
Verschillende soorten bestuiving:
- insectenbestuiving (insectenbloemen)
- windbestuiving (windbloemen)

Slide 4 - Tekstslide

Wat denk jij dat het verschil is tussen een insectenbloem en windbloem?

Slide 5 - Woordweb

7.3 Bestuiving
insectenbloemen:
- bestuiving door insecten
- grote, opvallend gekleurde kroonbladeren 
- nectar 
- stuifmeelkorrels blijven aan het insect vastplakken als deze naar nectar zoekt
VB fruitbomen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
windbloemen:
- bestuiving door de wind
- klein en onopvallend gekleurd
- kroonbladeren zijn groen
- stuifmeelkorrels zijn licht en blijven zweven in de lucht
- kans op bestuiving is kleiner ->  de bloemen maken veel stuifmeelkorrels
- voorbeeld: grassoorten


Slide 8 - Tekstslide

Wat is een eigenschap van een windbloem?
A
Groot en opvallende bladeren
B
Bestuiving door de wind
C
Ze maken nectar aan
D
onopvallende en kleine bladeren

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

leerdoelen vandaag (7.4)
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt

Slide 11 - Tekstslide

7.4 Bevruchting
Na de bestuiving liggen op de stamper stuifmeelkorrels van dezelfde plantensoort.

Uit elke stuifmeelkorrel groeit een buisje naar beneden = stuifmeelbuis
De stuifmeelbuizen groeien door de stijl en het vruchtbeginsel naar de zaadbeginsels toe.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

7.4 Bevruchting
Stuifmeelbuis - de kern van de stuifmeelkorrel.

In het zaadbeginsel dringt de kern van de stuifmeelkorrel binnen in de eicel.
De kern van de stuifmeelkorrel en de kern van de eicel smelten samen.
Het versmelten = bevruchting

Slide 14 - Tekstslide

hoe heet de kern van een stuifmeelkorrel
A
helmhok
B
meeldraad
C
vruchtbeginsel
D
stuifmeelbuis

Slide 15 - Quizvraag

7.4 Bevruchting
De bevruchte eicel ligt in het zaadbeginsel.
Na bevruchting van de eicel gaan de eicel, het zaadbeginsel en het vruchtbeginsel groeien.

Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem (het begin van een nieuwe plant).
De kiem kan uitgroeien tot een nieuwe plant.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

VRAGEN??

Slide 18 - Tekstslide

zelf aan de slag
7.4 Bevruchting: lees de tekst en maak de opdrachten in je digitale boek
Ben je klaar? -> test jezelf, oefentoets en flitskaarten maken. 

Slide 19 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt

Slide 20 - Tekstslide