1.9 en 2.9 Spelling werkwoorden
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
(veranderen) Op dit moment ... de president van Amerika iedere week zijn mening.
A
verandert
B
veranderd
C
veranderdt
Slide 2 - Quizvraag
(beantwoorden) De docent ... vanaf volgende week alle vragen online.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorde
D
beantwoordde
Slide 3 - Quizvraag
(decoreren) Gisteren ... Sabine de cupcakes met fondant en glazuur.
A
decoreert
B
decoreerde
C
decoreerde
D
decoreerdde
Slide 4 - Quizvraag
(vinden) Jij ... het nieuwste boek van Carry Slee vast helemaal geweldig!
A
vind
B
vindt
Slide 5 - Quizvraag
(rijden) ... de president van Amerika nog wel eens zelf in zijn auto?
A
rijd
B
rijdt
C
reed
Slide 6 - Quizvraag
(raden) ... jij wat er in het cadeautje zit?
A
raad
B
raadt
Slide 7 - Quizvraag
(loeien) Vanmorgen ... de koeien in de wei om de aandacht van de boer te vragen.
A
loeien
B
loeiden
C
loeidden
Slide 8 - Quizvraag
(smaken) De door Marcha bereide
pizza’s ... heerlijk.
pizza’s ... heerlijk.
A
smaakte
B
smaaktte
C
smaakten
D
smaaktten
Slide 9 - Quizvraag
'(Houden) je mond!' riep zijn vader.
A
Hou
B
Houd
C
Houdt
Slide 10 - Quizvraag
(kleven) Nog altijd … de kauwgom aan mijn schoen.
A
kleefde
B
kleevde
C
kleefte
D
kleevte
Slide 11 - Quizvraag
(blussen) Vijf brandweermannen … de brand in de autofabriek.
A
blusten
B
blustten
C
blusden
D
blusdden
Slide 12 - Quizvraag
(Raden) eens hoeveel pannenkoeken ik op heb!
A
Raad
B
Raadt
