Kapitel 8 BK

Was machst du Heute?
• Hausaufgaben checken
• Was weißt du schon?
• Oefentoets maken !
• Unterricht abschließen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Was machst du Heute?
• Hausaufgaben checken
• Was weißt du schon?
• Oefentoets maken !
• Unterricht abschließen

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgaben checken

Slide 2 - Tekstslide

 het bezittelijk voornaamwoord
• Hausaufgaben checken
• Was weißt du schon?
• Oefentoets maken !
• Unterricht abschließen

Slide 3 - Tekstslide

Was weißt du noch? 

Slide 4 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Bezittelijke voornaamwoorden gebruik je, zoals de naam al zegt, als je bezit aan wil tonen (iets is van iemand). De bezittelijke voornaamwoorden in het Duits luiden als volgt:

mein = mijn
dein = jouw, je
sein = zijn
ihr = haar
unser = ons, onze
euer = jullie
ihr = hun
Ihr = uw

Slide 6 - Tekstslide

ein / eine + kein / keine
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
          Mann
            Frau
            Kind
           Haustiere

Slide 7 - Tekstslide

ein / eine + kein / keine
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Haustiere
extra e
extra e

Slide 8 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
STAPPENPLAN

1. Vertaal het bezittelijk voornaamwoord naar het Duits.
2. Kijk of het zelfstandige naamwoord
een der, die of das woord is.
3. Besluit of er wel of geen uitgang “e” komt.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenentoets 
Neue Kontakte online / Hoofdstuk 8
Het is rustig in de klas.

Je maakt de oefentoets alleen of in tweetallen
Vragen? Stel ze. 
Stappenplan nodig? 
Klaar? Leren voor de toets.

timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Hausaufgaben
Huiswerk nakijken.
Je gebruikt een andere kleur pen.
De antwoorden komen op het bord.
Ik loop rond om mee te kijken of het huiswerk af is.
Klaar? Dan kun je beginnen met je huiswerk van volgende week.
Gaat de wekker? Dan mag je je spullen opruimen.

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben 24. Mai

Machen:
Seite 77 (en verder) -> Aufgabe 22, 23, 26

Lernen:
- Lernliste N-D
- Lernliste D-N
- Grammatik -> bezittelijk voornaamwoord

Test Kapitel 8 / Thema Aussehen -> Freitag 26. Mai

Slide 12 - Tekstslide

wichtig! (belangrijk!)
Freitag 26. Mai
Test Kapitel 8 / Thema Aussehen
  • Wortschatz
  • Grammatik
Telt 1 keer mee.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide