Toets Theme 2- B

Toets Theme 2
Games and Gadgets
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets Theme 2
Games and Gadgets

Slide 1 - Tekstslide

Jullie maken de Toets van Theme 2 online via 
deze LessonUp.
Vooraf aan elke opgave vind je een slide met uitleg.

Je hebt 25 minuten de tijd voor deze Toets.
Leerlingen met dyslexie hebben 5 minuten extra.

Succes!

Slide 2 - Tekstslide

A. Vocabulary (10 pnt.)
Sleep het juiste woorden naar de zinnen, 
zodat de zinnen kloppen.
Je houdt 3 woorden over die je niet kunt gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

1. I don't know which desert to           ...             .

2. What are the            ...            for this game?

3. They            ...             beautiful when they sing.

4. This            ...            can find hidden metal object.

5. You need to            ...            some salt to this dish.
battery
sound
while
choose
add
sign up
device
rules

Slide 4 - Sleepvraag

6. She's got a gold            ...            on her wrist.

7. Who are you going to             ...            for?

8. A hammer is a            ...            for hitting nails with.

9. I want to            ...            a new app and be rich!

10. Can you            ...            me how to do it?
vote
show
escape
skill
invent
bracelet
ring
tool

Slide 5 - Sleepvraag

B. Vocabulary (5 pnt.)
In de volgende opgaven staan Engelse zinnen. 
In elke zin staat 1 woord dat je moet vertalen. 
Vertaal dit woord naar het Nederlands.
Zorg dat jouw vertaling klopt in de zin!

Slide 6 - Tekstslide

"Press the escape key."
Vertaal het woord KEY.

Slide 7 - Open vraag

"Press the right number to select your drink?"
Vertaal het woord SELECT.

Slide 8 - Open vraag

"They will announce the winner soon."
Vertaal het woord ANNOUNCE.

Slide 9 - Open vraag

"Can you imagine what it's like to be rich."
Vertaal het woord IMAGINE.

Slide 10 - Open vraag

"Please turn off the TV now."
Vertaal het woord TURN OFF.

Slide 11 - Open vraag

C. Vocabulary (5 pnt.)
In de volgende opgaven staan Engelse zinnen. 
In elke zin staat 1 Nederlands woord tussen haakjes, vertaal dit woord naar het Engels. 
Zorg dat jouw vertaling klopt in de zin!

Slide 12 - Tekstslide

"I have (draadloze) speakers."
Wat is DRAADLOOS in het Engels?

Slide 13 - Open vraag

"Read the (aanwijzingen) first."
Wat is AANWIJZINGEN in het Engels?

Slide 14 - Open vraag

"Roll a six in the (dobbelsteen)."
Wat is DOBBELSTEEN in het Engels?

Slide 15 - Open vraag

"Let's (verstoppen) under the desk."
Wat is VERSTOPPEN in het Engels?

Slide 16 - Open vraag

"My (doel) in life is to become a doctor."
Wat is DOEL in het Engels?

Slide 17 - Open vraag

D. Stones (6 pnt.)
Vertaal de zinnen naar het Nederlands.

Slide 18 - Tekstslide

Can you explain to me what to do next?

Slide 19 - Open vraag

To shoot, quickly swipe the screen

Slide 20 - Open vraag

To select a player, use the bottom key.

Slide 21 - Open vraag

I'm sorry, but I don't know what that means.

Slide 22 - Open vraag

What is it in Dutch?

Slide 23 - Open vraag

Could you speak more slowly please?

Slide 24 - Open vraag

E. Grammar (13 pnt.)
Welk antwoord past in de zin op de stippenlijn? 
Het bijvoeglijk naamwoord of het bijwoord?

Bijvoeglijk naamwoord: beschrijft iets of iemand.
Bijwoord: beschrijft HOE je iets doet, vaak met -ly erachter.

Slide 25 - Tekstslide

He thinks English is an ... language.
A
easily
B
easy

Slide 26 - Quizvraag

George behaved ... .
A
bad
B
badly

Slide 27 - Quizvraag

Your sister is a ... singer.
A
well
B
good

Slide 28 - Quizvraag

Jeannet is a ... driver.
A
careful
B
carefully

Slide 29 - Quizvraag

My grandmother sang a ... song.
A
sad
B
sadly

Slide 30 - Quizvraag

I ... grabbed my jacket.
A
quick
B
quickly

Slide 31 - Quizvraag

That is a ... picture.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 32 - Quizvraag

She runs ... .
A
slowly
B
slow

Slide 33 - Quizvraag

I don't have ...... time.
A
much
B
many

Slide 34 - Quizvraag

She doesn't eat ......fruit
A
much
B
many

Slide 35 - Quizvraag

Have you got ...... friends at school?
A
much
B
many

Slide 36 - Quizvraag

She ate ..........apples yesterday.
A
much
B
many

Slide 37 - Quizvraag

He doesn't earn .......money at the supermarket.
A
much
B
many

Slide 38 - Quizvraag

F. Reading
Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Wat is de duurste straat in de Engelse versie?

Slide 41 - Open vraag

In welk jaar kwam er een Britse versie uit?

Slide 42 - Open vraag

Waar is het duurste bord van gemaakt? (zie Monopoly facts in het kleine vakje)

Slide 43 - Open vraag

     Je bent klaar!!!
   
            Alvast een fijn weekend!


    Bye!


Slide 44 - Tekstslide