Les 1 Verbranding arf2425

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kennis maken

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken
1. Elkaar behandelen met respect en liefde, net familie.
2. Neem altijd de benodigde spullen mee.
3. Rust en focus in de klas.
4. Participatie en interactie.
5. Geen telefoons!
6. Doe je best!

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Verbranding

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een levend organisme?

Slide 5 - Open vraag

levenskenmerken

Slide 6 - Woordweb

Levenskenmerken
1. ademhalen
2. voeden
3. uitscheiden
4. bewegen 
5. groei en ontwikkeling
6. voortplanten
7. waarnemen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je...


1. aangeven wat er voor de verbranding
    nodig is en wat er ontstaat.
2. het verband beschrijven tussen
     verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.


Huiswerk
blz. 10 en 11
opdr 1,2,3 
en 4

Slide 9 - Tekstslide

Verbranding bij een kaars
Tekst
kaarsvet verdwijnt
de kaars gaat uit

Slide 10 - Tekstslide

Waarom denk je dat de
kaars uitgaat?

Slide 11 - Open vraag


Nodig voor de verbranding.



Stoffen die ontstaan bij de verbranding
water en koolstofdioxide

Er komt vrij
energie (warmte en licht)
zuurstof
samengevat:
brandstof+zuurstof--> water + koolstofdioxide + Energie
Tekst

Slide 12 - Tekstslide

Stoffen zichtbaar bij de verbranding van een kaars.


zuurstof: niet zichtbaar
koolstofdioxide: niet zichtbaar
water: zichtbaar

Slide 13 - Tekstslide

Practicum
practicum 1,2, 3 en 4

  • verbranding kaars
  • koolstofdioxide aantonen
  • koolstofdioxide aantonen bij een kaars
  • hartslag en ademhaling bij inspanning



Slide 14 - Tekstslide

Verbranding in organismen

Slide 15 - Tekstslide

Longen: zuurstof en koolstofdioxide
Darmen: brandstof (glucose)
Bloed: vervoer brandstof en zuurstof               naar elke lichaamcel

Slide 16 - Tekstslide

Waar in het lichaam vindt er verbranding plaats?
A
alleen de darmen
B
alle spieren
C
alleen de longen
D
elke lichaamscel

Slide 17 - Quizvraag

Waarom is verbranding nodig?
om te bewegen                                             om het lichaam op temperatuur te
                                                                            houden

Slide 18 - Tekstslide

Lichamelijke inspanning
                                         Spieren--> meer Energie nodig

Meer brandstof en meer zuurstof nodig.
Sneller en dieper ademen.

Organen z.a het hart sneller kloppen

Er ontstaat meer koolstofdioxide die door de cellen wordt afgevoerd via het bloed.
Meer verbranding--> warmer-->afgevoerd d.m.v zweten

Slide 19 - Tekstslide

Welke brandstof gebruiken mensen in hun lichaam bij de verbranding?
A
zuurstof
B
glucose
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 20 - Quizvraag

Welke twee stoffen ontstaan er bij de verbranding?
A
water en glucose
B
glucose en koolstofdioxide
C
koolstofdioxide en zuurstof
D
koolstofdioxide en water

Slide 21 - Quizvraag

Vergelijk een sportwedstrijd met slapen.

Wanneer ontstaat er meer koolstofdioxide? Leg uit.

Slide 22 - Open vraag

Begrippen uit deze les

Slide 23 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag