Dichtheid en vaardigheden periode 3

Wat ga jij doen vandaag en wat is het huiswerk? Noteer hw in je agenda? Zelfstandig werken met lesson-up op eigen device.
  1. HW: maken opgave: 39, 40 en 41, daarna nakijken en verbeteren. 
  2. Herhalen van de formule van dichtheid in woorden, met grootheden en met eenheden. 
  3. Herhalen van de notatie van berekening voor Volume
  4. Wat zijn grootheden en eenheden? Vaardigheid 2 blz. 303-304
  5. Werken met voorvoegsels, vaardigheid 3 blz. 305
  6. Eenheden omrekenen, vaardigheid 4 blz. 306
  7. Meetinstrumenten aflezen, vaardigheid 5 blz. 307
  8. En de vaardigheden 2, 3, 4 en 5 nogmaals goed doorlezen + Zelfstandig Vaardigheid 12 Werken met formules alle vaardigheden voor deze periode!
  9. EN gebruik deze gedeelde lesson-up ter voorbereiding op je huiswerk en natuurlijk ook voor  je toetsweek. (aanklikken van de link en zelfstandig aan het werk)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat ga jij doen vandaag en wat is het huiswerk? Noteer hw in je agenda? Zelfstandig werken met lesson-up op eigen device.
  1. HW: maken opgave: 39, 40 en 41, daarna nakijken en verbeteren. 
  2. Herhalen van de formule van dichtheid in woorden, met grootheden en met eenheden. 
  3. Herhalen van de notatie van berekening voor Volume
  4. Wat zijn grootheden en eenheden? Vaardigheid 2 blz. 303-304
  5. Werken met voorvoegsels, vaardigheid 3 blz. 305
  6. Eenheden omrekenen, vaardigheid 4 blz. 306
  7. Meetinstrumenten aflezen, vaardigheid 5 blz. 307
  8. En de vaardigheden 2, 3, 4 en 5 nogmaals goed doorlezen + Zelfstandig Vaardigheid 12 Werken met formules alle vaardigheden voor deze periode!
  9. EN gebruik deze gedeelde lesson-up ter voorbereiding op je huiswerk en natuurlijk ook voor  je toetsweek. (aanklikken van de link en zelfstandig aan het werk)

Slide 1 - Tekstslide

2)Wat is de formule (in grootheden en woorden) van dichtheid.

timer
0:20
A
Dichtheid is massa delen door Volume
B
ρ= m/V
C
Dichtheid is volume delen door massa
D
ρ= V/m

Slide 2 - Quizvraag

2)Wat is de eenheid van dichtheid (ρ)
A
cm^3/g
B
g /cm^3
C
ml/g
D
g/ml

Slide 3 - Quizvraag

2)Waarom is de eenheid van dichtheid g/ cm^3?
A
omdat de grootheid m in gram is en deelt door de grootheid Volume in kubieke centimeter
B
omdat de eenheid m in gram is en de eenheid volume in kubieke centimeter

Slide 4 - Quizvraag

3)Stel dat je het volume van een rechte balk uit moet rekenen, hoe noteer je dit in je schrift (en op de toets)?
A
V = l x b x h V= ? cm^3 V = 2 cm x 3 cm x 1 cm V = 6 cm^3
B
V = l x b x h V= ? cm^3 V = 2 dm x 3 cm x 1 dm V = 6 cm^3
C
V = l x b x h V= ? ml V = 2 dl x 3 cm x 1 dm V = 6 cm^3
D
V = l x b x h V= ? cm^3 V = 2 x 3 x 1 V = 6 cm^3

Slide 5 - Quizvraag

4)Wat denk je wat de betekenis van een grootheid is?
A
Een eigenschap die je kunt meten met een meetinstrument
B
Een eigenschap
C
Een getal
D
maatafspraak

Slide 6 - Quizvraag

4)Wat is de grootheid van volume en welk meetinstrument gebruik je?
A
v, balans
B
V, liniaal of maatcilinder
C
v, stopwatch
D
V, bekerglas

Slide 7 - Quizvraag

4)Wat is de grootheid van massa en welk meetinstrument gebruik je?
A
m, balans of weegschaal
B
M, liniaal of maatcilinder
C
m, stopwatch
D
m, bekerglas

Slide 8 - Quizvraag

4)Wat is de eenheid van volume, welke maat hebben wij in klas 2 afgesproken?
A
kubieke decimeter
B
kubieke centimeter
C
vierkante centimeter
D
centimeter

Slide 9 - Quizvraag

4)Wat is de eenheid van massa, welke maat hebben wij in klas 2 afgesproken?
A
centigram
B
kilogram
C
milligram
D
gram

Slide 10 - Quizvraag

4)Wat denk je wat de betekenis van erkende SI-eenheid is?
A
Deze eenheid wordt overal ter wereld (internationaal) gebruikt
B
Afspraak om dit te gebruiken
C
System International, een afspraak om deze eenheden overal ter wereld als maatvoering te gebruiken.
D
Zeg het maar, ik moet mijn boek nog openen.

Slide 11 - Quizvraag

4)Op welke manier denk je dat je meetresultaten noteert?
A
[ grootheid] = [getal] [eenheid]
B
welke eenheid door: aflezen van je meetinstrument [ grootheid] = [getal] [eenheid]
C
welke eenheid door: aflezen van je meetinstrument
D
Zeg het maar, ik moet nog steeds mijn boek nog openen ;)

Slide 12 - Quizvraag

opgave 36 van je HW vorige week
TIP: Gebruik vaardigheid 2 achter in je boek (als reminder)

Slide 13 - Tekstslide

5)Werken met voorvoegsels en omrekenen naar de gevraagde eenheid.
A
= afgeleide eenheden maken die 10, 100 of 1000 x zo groot of zo klein zijn als de geleerde en geoefende eenheid
B
eenheden maken via omrekenen

Slide 14 - Quizvraag

5) Keuze van de eenheid?
Staat op je meetinstrument
Denk aan een kleine eenheid bij een klein getal.
Welke eenheid gebruik je bij de pijnstiller figuur 3 blz. 305?
A
milligram
B
kilogram
C
centigram
D
hectogram

Slide 15 - Quizvraag

5) Keuze van de eenheid?
Staat op je meetinstrument
Denk aan een grote eenheid bij een groot getal.
Welke eenheid gebruik je bij de maatkan figuur 4, blz. 306?
A
milliliter
B
kiloliter
C
centiliter
D
liter

Slide 16 - Quizvraag

Doen. De vaardigheden van deze periode! 
Leer en oefen met de grootheden en eenheden en de notatie blz. 304
Leer de voorvoegsels en de betekenis en gebruik dit ook voor het omrekenen, tabel 2 blz. 305
Neem in je aantekenschrift voorbeeldopgave 1 over blz. 306, als optie voor het omrekenen!
Leer de stappen van het aflezen van de maatcilinder blz. 307
Zelfstandig: blz. 314 Werken met formules (en de notatie in je schrift bij berekenopgaven) 

Slide 17 - Tekstslide

Wat lees je af? 
Welke eenheid? 
Hoeveel ml is een maatstreepje?
Hoeveel ml kan maximaal in de maatcilinder?
Hoeveel milliliter kan er minimaal in de maatcilinder?
Hoe nauwkeurig is deze maatcilinder?  

Slide 18 - Tekstslide

Doen en oefenen deze periode
Lees "al het gebruikte glaswerk" in algemeen-lesmateriaal-stoffen.
En gebruik dit als extra oefening. 

Slide 19 - Tekstslide

Als je nu naar opgave 40b kijkt op blz. 35, wat lees je als volume af?
A
De maatcilinder als eenheid cm^3 en ligt tussen de 60-70 cm^3
B
De maatcilinder als eenheid cm^3 en ligt tussen de 60-65 cm^3
C
De maatcilinder als eenheid cm^3 en ligt tussen de 60-62cm^3
D
De maatcilinder als eenheid cm^3 en is 62 cm^3

Slide 20 - Quizvraag

Stel je hebt het Volume van 0,9 Liter welke stappen ga jij uitvoeren om het Volume in kubieke centimeters als antwoord te geven?

Slide 21 - Open vraag