Massa weeg je op de weegschaal. Een weegschaal noem je ook wel een balans. Massa geeft aan hoe zwaar iets is. Je meet massa in kilogram (kg) of gram (g).
Volume meet je met een maatbeker of maatcilinder. Volume geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt. Volume geef je aan in liter (L) of milliliter (mL).
Het aantal meet je door te tellen.
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveelheden meten
Manier 1
Aantal
2 eieren
Manier 2
Volume
200 ml melk
Manier 3
Massa
250 g bloem
Slide 7 - Tekstslide
Manier 1: aantal
Hoe meet je die? door te tellen.
Slide 8 - Tekstslide
Manier 2: massa
Hoe meet je die? door te wegen met een weegschaal
Geeft aan hoe zwaar iets is
Meet je in kilogram (kg) of gram (g)
Slide 9 - Tekstslide
Grootheid
Eenheid
Massa
gram (g)
Slide 10 - Tekstslide
Olifant
Zeg je het gewicht in kg of g?
Slide 11 - Tekstslide
Olifant
Ongeveer
4000 kg
= 4000000 g
Slide 12 - Tekstslide
Mier
Ongeveer
5 mg
= 0,005 g
= 0,000005 kg
Slide 13 - Tekstslide
Manier 3: volume
Hoe meet je die? door in een maatbeker te gieten
Geeft aan hoeveel ruimte het inneemt
Meet je in liter (L) of milliliter (mL)
Slide 14 - Tekstslide
Grootheid
Eenheid
Volume
liter (L)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Eenheid van volume
Eenheid van massa
Slide 17 - Tekstslide
Voorvoegsel
mg = milligram
1000 mg = 1 g
ml = milliliter
1000 ml = 1 l
Slide 18 - Tekstslide
Wat nu te doen
Maak opdracht 34 t/m 41 en kijk goed na!
Je mag overleggen met degene naast je
Klaar? aan mij laten zien, dan aan ander vak
Pas opruimen als ik het aangeef!
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen vandaag
Je leert wat je nodig hebt om te meten
Welke hoeveelheden kan je meten?
Wat zijn grootheden en eenheden?
Hoe reken je met de grootheden en eenheden?
Slide 20 - Tekstslide
Les 2 van 1.3
Meten en meetinstrumenten
Slide 21 - Tekstslide
Voor vandaag
Vorige les?
Uitleg bij de verdere leerdoelen van 1.3
Aan de slag met de opgaven van 1.3
Lesafsluiting
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen vorige les
Je leert wat je nodig hebt om te meten
Welke hoeveelheden kan je meten?
Wat zijn grootheden en eenheden?
Hoe reken je met de grootheden en eenheden?
Slide 23 - Tekstslide
Hoeveelheden meten
Manier 1
Aantal
2 eieren
Manier 2
Volume
200 ml melk
Manier 3
Massa
250 g bloem
Slide 24 - Tekstslide
Grootheden en eenheden
Slide 25 - Tekstslide
Leerdoelen vandaag
Je leert wat je nodig hebt om te meten
Hoe lees ik een meetinstrument af?
We gaan ook verder oefenen met rekenen aan eenheden!
Slide 26 - Tekstslide
Meetinstrument
Je meet een grootheid altijd met een passend meetinstrument.
Voor iedere klus is er het juiste meetinstrument
Slide 27 - Tekstslide
Welk meetinstrument gebruik je?
Grootheid:Meetinstrument:
Lengte
Tijd
Temperatuur
Massa
Volume
Slide 28 - Tekstslide
Meetinstrumenten
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Meetinstrument
Massa
m
Kilogram
kg
Weegschaal
Volume
V
Liter
L
Maatcilinder
Afstand
s
Meter
m
Liniaal/rolmaat
Temperatuur
T
graden Celsius/
Kelvin
C
K
Thermometer
Tijd
t
uur
h
klok/stopwatch
°
Slide 29 - Tekstslide
Meetinstrumenten aflezen
Schaaldeel: waarde tussen twee streepjes op een meetinstrument
Wat is de afstand tussen elk streepje op de liniaal?
Slide 30 - Tekstslide
Meetinstrumenten aflezen
Meetbereik: de waardes die gemeten kunnen worden met het meetinstrument
Wat is het meetbereik van de liniaal?
Slide 31 - Tekstslide
Zelfde voorvoegsels als omrekenen met gram en liter. Hier moet je ook mee kunnen rekenen!
Slide 32 - Tekstslide
Wat nu te doen
Maak opdracht 42 t/m 61.
Je mag overleggen met degene naast je
Klaar? aan mij laten zien, dan aan ander vak
Pas opruimen als ik het aangeef!
timer
10:00
Slide 33 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert wat je nodig hebt om te meten
Hoe lees ik een meetinstrument af?
Hoe kan ik het volume van een voorwerp bepalen?
Slide 34 - Tekstslide
Einde van de les
Huiswerk: maak 42 t/m 61
Zorg dat je de volgende les al je spullen weer bij je hebt
Gaan we practicum 2 doen: meten van volume
Je mag je spullen inpakken en pas gaan als de bel gaat!
Slide 35 - Tekstslide
Les 3 van 1.3
Meten en meetinstrumenten
Slide 36 - Tekstslide
Voor vandaag
Vorige les
Uitleg practicum
Uitvoeren practicum
Aan de slag met de opgaven
Lesafsluiting
Slide 37 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert wat je nodig hebt om te meten
Welke hoeveelheden kan je meten?
Wat zijn grootheden en eenheden?
Hoe reken je met de grootheden en eenheden?
Hoe lees ik een meetinstrument af?
Slide 38 - Tekstslide
Welk meetinstrument gebruik je?
Grootheid:Meetinstrument:
Lengte
Tijd
Temperatuur
Massa
Volume
Slide 39 - Tekstslide
Volume bepalen
Doe je met een maatcilinder
Schenk het volume af in de maatcilinder en lees deze af
Slide 40 - Tekstslide
De maatcilinder aflezen
Slide 41 - Tekstslide
Steen
Zou jij de massa of het volume van een steen bepalen?
Slide 42 - Tekstslide
Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode
Lees de begin- en eindstand af.
Slide 43 - Tekstslide
Practicum 2: meten van volume
BLZ 46 in je werkboek.
Onderzoeksvraag: hoe meet je het volume van een voorwerp met de onderdompelmethode?
We gaan het volume van 1 onbekend voorwerp bepalen
Slide 44 - Tekstslide
Uitvoering
Voer je uit met degene die naast je zit
Ik deel de spullen uit
Werk netjes!
Klaar? ruim alles netjes op en geef het bij mij aan
Werk het practicum uit op blz 46 en maak daarna de opgaven verder af bij 1.3
Slide 45 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert wat je nodig hebt om te meten
Je hebt geleerd om met de onderdompelmethode het volume van een voorwerp te bepalen door het practicum uit te voeren.
Slide 46 - Tekstslide
Einde van de les
Huiswerk: werk het practicum uit op BLZ 46 en zorg dat je alle opgaven van 1.3 af hebt!
Volgende les gaan we verder met 1.4.
Je mag je spullen inpakken en pas gaan als de bel gaat!