Farmacogenetica

FTO Farmacogenetica
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

FTO Farmacogenetica

Slide 1 - Tekstslide

Een patiënt meldt zich op uw spreekuur met een DNA paspoort en vraagt uw advies.
De uitslag is CYP2D6 *1/*4. Wat doet u?
A
Ik geef voor de belangrijkste geneesmiddelen advies op maat
B
Ik duik de literatuur in (en vraag de patiënt om over 2 weken terug te komen)
C
Ik verwijs door naar een specialist
D
Ik leg de patiënt uit dat farmacogenetica een hype is (die wel overwaait)

Slide 2 - Quizvraag

Farmacogenetica
Farmacogenetica is het onderzoeksgebied naar de
genetische variatie die mogelijk de 
geneesmiddelenrespons en bijwerkingen 
beïnvloedt.

Nederland is wereldwijd voorloper op het gebied 
van farmacogenetica. 

Slide 3 - Tekstslide

Van alle enzymen betrokken bij metabolisatie van medicatie beslaat cytochroom p450 enzymen
A
10-20%
B
30-40%
C
50-60%
D
70-80%

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Ontdekking CYP2D6 traag metabolisme
Robert Smith, Londen,
Debrisoquine (anti hypertensive)
Lancet 1977

Slide 6 - Tekstslide

Medicatie in 1e lijn
Van de ruim 90 geneesmiddelen waarvoor een farmacogenetisch advies is opgesteld, worden er bijna 30 regelmatig voorgeschreven in de eerste lijn.
Een aantal voorbeelden:
Psychofarmaca: amitriptyline (CYP2D6), atomoxetine (CYP2D6), citalopram (CYP2C19), clomipramine (CYP2D6), doxepine (CYP2D6), escitalopram (CYP2C19), nortriptyline (CYP2D6), venlafaxine (CYP2D6)
Antilipaemica: atorvastatine (SLCO1B1), simvastatine (SLCO1B1)
Antitrombotica: clopidogrel (CYP2C19)
Pijnstilling: codeïne (CYP2D6), oxycodon (CYP2D6), tramadol (CYP2D6)

Slide 7 - Tekstslide

Casus 1
Een 25 jarige man werd gezien op de polikliniek vanwege geen effect op het antidepressivum nortriptyline.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?
A
Onvoldoende therapietrouw
B
Farmacogenetische oorzaak

Slide 9 - Quizvraag

Afgebroken door CYP2D6
Pain
codeine
dextrometorfan
dihydrocodeine
ethylmorphine
hydrocodone
norcodeine
oxycodone
tramadol
ADHD Atomoxetine (Staterra)
Anti arrhytmics
aprindine
encainide
flecainide
mexiletine
N-propylajmaline
procainamide
propafenone
sparteine
Anti dementia
galanthamine
nicergoline
Anti depressives
amitryptyline
clomipramine
desipramine
imipramine
nortryptiline
citalopram
desmethylcitalopram
fluoxetine
fluvoxamine
maprotiline
mianserin
minaprine
mirtazapine
paroxetine
venlafaxine

Antidiabetics
fenformine
Anti estrogens
tamoxifen
Antihypertensives
debisoquine
guanoxan
indoramin
Anti emetics
dolasetron
ondansetron
tropisetron
Anti histaminics
mequitazine
promethazine
Appetite inhibitors
dexfenfluramine
Antipsychotics
haloperidol
perphenazine
risperidon
thioridazine
zuclopenthixol
ß blockers
alprenolol
bufuralol
bunitrolol
bupranolol
carvedilol
metoprolol
propanolol
timolol
Ca antagonists
perhexiline
MAO inhibitors
amiflamine
brofaromine
Drugs
methoxyamfetamine
MDMA, MDME
cinnarizine
flunarizine

Slide 10 - Tekstslide

]

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Casus 1
Een 25 jarige man werd gezien op de polikliniek vanwege geen effect op het antidepressivum nortriptyline.

Genotype: CYP2D6*1/*1xN
> 3 alleles
Ultrarapid Metabolizer

Slide 15 - Tekstslide

https://www.knmp.nl/downloads/g-standaard/farmacogenetica


https://www.knmp.nl/downloads/pharmacogenetic-recommendations-february-2020.pdf


Slide 16 - Tekstslide

Enzymen kunnen INACTIVEREN of ACTIVEREN…
Wat past er bij activatie?
A
Poor metabolizer -> Side effects Ultra rapid metabolizer -> No effect
B
Poor metabolizer -> No effect Ultra rapid metabolizer -> Side effects

Slide 17 - Quizvraag

Inactivatie








Poor metabolizer -> Side effects
Ultra-rapid metabolizer -> No effect
Activatie








Poor metabolizer -> No effect
Ultra-rapid metabolizer -> Side effects

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe
vaak komt het voor dat iemand
relevante mutaties heeft?
A
zeldzaam (1-2%)
B
vrij zeldzaam (2-5%)
C
redelijk vaak (25-50%)
D
bijna iedereen heeft wel een ‘actionable’ variant

Slide 24 - Quizvraag

Voorspelde fenotype frequentie bij 362 Nederlands apothekers
90% had 1 of meer
'actionable'
genotypes

Slide 25 - Tekstslide

Casus 2
Man van 79 jaar met systolisch hartfalen werd door de apotheker geselecteerd voor een medicatiebeoordeling.
In het dossier van deze patiënt had de cardioloog vermeld dat hij “nooit meer een bètablokker mocht”.

Slide 26 - Tekstslide

Casus 2
De uitslag van de CYP2D6-test laat zien dat meneer een poor metabolizer is.

Het advies wat hierbij hoort is om maximaal 25% van de normale dosering metoprolol te geven of de dosering metoprolol in kleinere stappen te verhogen dan normaal.

Bij hartfalen wordt metoprolol insluipend gedoseerd. Normdosering bij hartfalen is aanvankelijk 5 mg 2dd of 12,5-25 mg 1dd metoprolol met gereguleerde afgifte (mga).


Slide 27 - Tekstslide

Casus 2
Dosisaanpassing bij poor metabolizers wordt alleen geadviseerd voor metoprolol en niet voor de andere bètablokkers. De intolerantie kon daarom uit het dossier worden verwijderd.

Door het koppelen van de contra-indicatie CYP2D6 POOR METABOLIZER wordt nu bewaakt op de middelen die een advies hebben voor CYP2D6 poor metabolizers die in de toekomst kunnen worden voorgeschreven.

Daarnaast is geadviseerd om bisoprolol 1,25 mg te starten indien nog een bètablokker gewenst is voor het systolisch hartfalen.

Slide 28 - Tekstslide

Handige links
NHG-Standpunt Farmacogenetisch onderzoek in de huisartsenpraktijk:
https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/nhg-standpunt_farmacogenetica_update_2020.pdf

Medicatielijst Erasmus MC
https://www.farmacogenetica.nl/images/tabellen/Klinisch_Relevante_enzymen-2020.pdf

Slide 29 - Tekstslide