Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 4 les 7 Taal
Thema 4 les 7 Taal
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Primary Education
Age 8
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 4 les 7 Taal
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een onderwerp?
Slide 2 - Woordweb
Wat is een gezegde?
Slide 3 - Woordweb
Welke soorten zinnen kennen jullie?
Tip: Het zijn er drie!
Slide 4 - Woordweb
vb 1. Ibrahim kopt de bal?
Wie kopt?
Slide 5 - Tekstslide
Ibrahim kopt de bal?
Ibrahim --> Het onderwerp is actief. Het voert de handeling uit.
Dit is een bedrijvende zin.
Slide 6 - Tekstslide
vb 2. De bal wordt gekopt door Ibrahim.
wat is het onderwerp?
Slide 7 - Tekstslide
vb 2. De bal wordt gekopt door Ibrahim.
de bal --> is de bal ook de kopper?
Slide 8 - Tekstslide
vb 2. De bal wordt gekopt door Ibrahim.
Nee, hij word gekopt.
Dit is een lijdende zin.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een bedrijvende zin in de Nederlandse taal?
A
Een zin waarbij het onderwerp de handeling uitvoert.
B
Een zin waarbij het lijdend voorwerp ontbreekt.
C
Een zin waarbij het onderwerp de handeling ondergaat.
D
Een zin waarbij het onderwerp wordt weggelaten.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een lijdende zin in de Nederlandse taal?
A
Een zin waarbij het meewerkend voorwerp ontbreekt.
B
Een zin waarbij het voorzetselvoorwerp wordt weggelaten.
C
Een zin waarbij het onderwerp de handeling ondergaat.
D
Een zin waarbij het onderwerp de handeling uitvoert.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het kenmerk van een bedrijvende zin?
A
Het voorzetselvoorwerp wordt weggelaten.
B
Het onderwerp ondergaat de handeling.
C
Het meewerkend voorwerp ontbreekt.
D
Het onderwerp voert de handeling uit.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het kenmerk van een lijdende zin?
A
Het voorzetselvoorwerp wordt weggelaten.
B
Het onderwerp voert de handeling uit.
C
Het onderwerp ondergaat de handeling.
D
Het meewerkend voorwerp is aanwezig.
Slide 14 - Quizvraag
Welke zin is bedrijvend in de Nederlandse taal?
A
De hond blaft luid in de tuin.
B
Het boek is gelezen door mijn zus.
C
De taart wordt gebakken door de bakker.
D
De bal wordt door Tim weggegooid.
Slide 15 - Quizvraag
Ibrahims moeder maakt een stevig ontbijt.
A
bedrijvende zin
B
lijdende zin
Slide 16 - Quizvraag
Maak een lijdende zin van:
Ibrahims moeder maakt een stevig ontbijt.
Slide 17 - Open vraag
De beslissende voorzet wordt gegeven door de spits
A
bedrijvende zin
B
lijdende zin
Slide 18 - Quizvraag
De vedette deelt handtekeningen uit.
A
bedrijvende zin
B
lijdende zin
Slide 19 - Quizvraag
Maak een lijdende zin van:
De vedette deelt handtekeningen uit.
Slide 20 - Open vraag
Ik kocht appels in de supermarkt.
A
bedrijvende zin
B
lijdende zin
Slide 21 - Quizvraag
Maak een lijdende zin van:
Ik kocht appels in de supermarkt.
Slide 22 - Open vraag
pak je boek.
blz 122+ 123
Opdracht 1 +2
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Taal 8 juni
Juni 2021
- Les met
11 slides
Geschiedenis
Basisschool
Groep 8
Taal les 19
Januari 2021
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
De bedrijvende en lijdende vorm
Maart 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Taal les 04-04-2024
April 2024
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Taal thema 8
Juni 2023
- Les met
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Taal thema 8
Juni 2023
- Les met
30 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
taal actief groep 8 taal les 6.7
April 2024
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Bedrijvende en lijdende vorm
November 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8