Hun kan nooit onderwerp van de zin zijn.
Hun hebben dat gedaan = fout
Zij hebben dat gedaan = goed
Een persoonlijk voornaamwoord is geen bezittelijk voornaamwoord.
Hij heeft me fiets gemaakt = fout
Hij heeft mijn fiets gemaakt = goed
Als gebruik je bij een overeenkomst: Even oud als hem.
Dan gebruik je bij een verschil: Ouder dan ik.