In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Guten Morgen!
Slide 1 - Tekstslide
wie war es mal wieder?.......
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
Slide 2 - Tekstslide
IDEWIS
ENKELVOUD MEERVOUD 1. ik = ich => i 1. wij = wir => w 2. jij =du => d 2. jullie = ihr => i 3. hij = er => e 3. zij = sie => s zij = sie U = Sie het = es
Slide 3 - Tekstslide
(Ik) gehe in die Schule.
timer
0:15
A
Du
B
Sie
C
Ich
D
Wir
Slide 4 - Quizvraag
Wohnt (jullie) in einem Dorf?
timer
0:20
A
Sie
B
du
C
wir
D
ihr
Slide 5 - Quizvraag
(Hij) spielt Gitarre.
timer
0:15
A
Sie
B
Er
C
Ich
D
Wir
Slide 6 - Quizvraag
Ezelsbruggetje
i = ich
d = du
e = er, sie, es
______________
w = wir
i = ihr
s = sie, Sie
Slide 7 - Tekstslide
in het nederlands....
ik koop
jij koopt
hij / zij / het koopt
wij kopen
jullie kopen
zij kopen
Slide 8 - Tekstslide
Wat zie je?
ich kaufe
Du kaufst
er / sie /es kauft
wir kaufen
ihr kauft
sie kaufen
Slide 9 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld:
wohnen = wohn
kaufen = kauf
rudern = ruder
Slide 10 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld:
wohnen = wohn
kaufen = kauf
rudern = ruder
Slide 11 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Wat is de stam van :
machen =>
schreiben =>
finden =>
Slide 12 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden: wohnen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e e-st-t
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en en-t-en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en
Slide 13 - Tekstslide
regelmatige werkwoorden
STAM: werkwoord -en --> wohnen = wohn
(FE) E- ST- T-- EN- T- E N
I- D - E---W - I- S
Slide 14 - Tekstslide
De uitzondering..
Als de stam van het werkwoord op een s-klank - s, ß of z :