Dialoog met innerlijk conflict

CONFLICT
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

CONFLICT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPWARMER | NAMENBAL
Leerdoel:

Na deze les kun je starten aan je eigen schrijf opdracht van een Dialoog.

Weet je welke vormen conflicten er zijn en wat strategieën bij een motief zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Motief: Ik wil.................
Strategie:
1. Overtuigen
2. Verdriet tonen
3. Boos

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
  • Telefoon in je kluisje.

Stilte vosje? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Innerlijk Conflict
Conflict met een ander

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Innerlijk Conflict
Conflict met een ander
Een behoefte die je niet durft te kiezen. (geheim)

Ik wil......

maar ik wil ook........

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Innerlijk Conflict
Conflict met een ander
Een behoefte die je niet durft te kiezen. (geheim)

Ik wil......

maar ik wil ook........
Botsende motieven

Hij: Ik wil.........


Zij: Ik wil..........

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflict met een voorwerp
Conflict met de ruimte

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflict met een voorwerp
Conflict met de ruimte
  • Kapot

  • Vermist / gestolen

  • Gewild / Machtig

  • Reden tot misverstand

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflict met een voorwerp
Conflict met de ruimte
  • Kapot

  • Vermist / gestolen

  • Gewild / Machtig

  • Reden tot misverstand
  • Defect

  • Zintuigelijk probleem (voelen, horen, zien, ruiken)
  • Niet mogen zijn..
  • Moeilijke omgeving

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialoog schrijven
Zie de opdracht in Magister

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialogen - Cijfer opdracht

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een Conflict en een Ruzie?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflict
meningsverschil =
een situatie waarin één of meerdere mensen tegengestelde motieven hebben.
A - Ik wil.......... want
B - Ik wil ...........want


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruzie
Een uit de hand gelopen conflict.

Bij ruzie zijn mensen kwaad en reageren ze vaak niet meer op de inhoud.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijven van een conflict
Bekijk de volgende scène (op de volgende slide) en beschrijf het conflict tussen de twee personages. 
Wat is er aan de hand en waar zie je dat aan?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Botsende motieven
A: Ik wil...............want....
B: Ik wil ..............want......

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botsende motieven
A: Ik wil.........., want..........
B: Ik wil..............,want........

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelingscriteria: Waar let ik op?
  • Conflict: Het is duidelijk waar het conflict over gaat.
  • Er is een innerlijk conflict en een conflict met een ander.
  • De 5W's: Spelgegevens worden volgens de Scene opbouw ingezet.
  • Er zit een emotionele schakel in
  • Er zit een handeling in die het publiek voorkennis geeft over het motief van 1 persoon.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strategieën
Iemand overtuigen, Iemand vleien, Iemand imponeren, Iemand intimideren, Iemand Irriteren, Iemand uit de tent lokken, Aanpassen ,Vermijden ,Vechten ,Samenwerken, Onderhandelen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelgegevens
De 5 W's 
* wie * karakter van de rol 
* wat* handelingen / wat moet er gebeuren?
* waar * locatie / ruimte/plaats
* waarom* doel / motief (Ik wil,....., want)
* wanneer * tijdsperiode 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning
De spanning in een scène kun je vergroten door:

1. Laat de motieven botsen
2. Maak de belangen van de personages groter
3. Gebruik verschillende strategieen om je zin te krijgen.
4. Emoties!!!! - Incasseer wat de ander inzet aan emoties.
- Laat je raken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warming-Up: Echoput
  • Groep staat in de kring.
  • De docent zegt en doet iets voor, met duidelijke emoties.
  • De groep zegt en doet dit precies na in dezelfde emotie. Net als een echo.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speltoets: Conflict
1. Maak een tweetal en kies samen 1 van de 4 conflicten waar jullie een scène over gaan maken.

2. Ga ideeën bespreken met behulp van het formulier.
Maak duidelijk voor jezelf waar het conflict precies over gaat.

3. Lees goed waar je scène aan moet voldoen en ga repeteren!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPWARMER | NAMENBAL
Afronding les 5 

Weet de docent: 
  • Met wie jij een tweetal vormt?
  • Welk conflict jullie hebben gekozen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies