2.8 Spelling Hoofdletters

NEDERLANDS H2.8 Spelling 

Pak voor je:

  • LessonUp.app

Leerdoelen

Herhaling:
Je weet hoe je werkwoorden moet spellen.

Je weet wanneer je hoofdletters moet gebruiken.


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS H2.8 Spelling 

Pak voor je:

  • LessonUp.app

Leerdoelen

Herhaling:
Je weet hoe je werkwoorden moet spellen.

Je weet wanneer je hoofdletters moet gebruiken.


Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 3.3 lezen
  • Wat is een mening? En geef een voorbeeld van een mening.
  • Wat is een feit? En geef een voorbeeld van een feit.
  • Je hebt signaalwoorden die een reden aangeven. Noem de woorden signaalwoorden voor een reden? Het zijn er 6.
  • Tekstdoel overtuigen. Wat wil de schrijver dan doen?
  • Geef 2 voorbeelden van een tekstdoel?
  • Wat is een betoog?
  • Uit welke 3 delen bestaat een betoog?
  • In het slot van een betoog trekt de schrijver een conclusie. Geef 2 signaalwoorden van een conclusie.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Wat zijn splitsbare werkwoorden

Een splitsbaar werkwoord, zoals uitslapen, overlopen en weggooien wordt in een zin gesplitst. 

Je splitst splitsbare werkwoorden als ze een persoonsvorm zijn: 
opeten – eet op.  Hij eet zijn banaan op

Bij zinnen met een splitsbaar werkwoord hoort het stukje dat ergens achter in de zin staat, bij het werkwoord.

Slide 3 - Tekstslide

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Dat gebeurt bijna nooit, toch?
B
De dokter heeft de wond op mijn been gehecht.
C
Ik herinner me dat echt niet.

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(scoren) Ons team heeft in totaal 26 punten ...

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(halen) De tegenstander had er maar 23 ...

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord in de zin.
(basketballen) vrijdag hebben we op de sportdag ...

Slide 7 - Open vraag

Sterke of zwakke werkwoorden. Sleep de werkwoorden naar het goede vak.
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
beven
roepen
lusten
smelten
schilderen
hopen
laten
bereiden
jagen
darten

Slide 8 - Sleepvraag

Vul het voltooid deelwoord in.
(geloven) Ik heb dat verhaal nooit ...

Slide 9 - Open vraag

Uitleg hoofdletters (herhaling)
Hoofdletters gebruik je:
- aan het begin van een zin.
- voor eigennamen van personen, merken en straten.
- voor aardrijkskundige namen (en afleidingen daarvan), namelijk werelddelen, landen en steden. Bergen, zeeën, rivieren en streken. En talen.
- voor feestdagen.

Let op! Lees straks zelf goed de leertekst op blz. 209 goed door!

Slide 10 - Tekstslide

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten.

Slide 11 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters:

de training ging niet door want bijna iedereen was op vakantie


Slide 12 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters:
de training ging niet door want bijna iedereen was op vakantie


Slide 13 - Open vraag



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 14 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Stationsstraat
B
stationsstraat

Slide 15 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 17 - Quizvraag

Herhaling 3.7 grammatica.
  • Noem 4 zinsdelen die we veel hebben geoefend de afgelopen tijd? 
  • Hoe vind je de pv?
  • Hoe vind je het wg?
  • Hoe vind je het o?
  • Hoe vind je het lv?
Schrijf voor jezelf op: zinsdelen, zoals het onderwerp en het lijdend voorwerp kunnen korte stukjes zijn. Maar soms zijn die zinsdelen behoorlijk lang.. Ze bestaan dan uit veel woorden.
Schrijf ook voor jezelf op: verander  de volgorde van de woorden in een zin om erachter te komen hoe lang een zinsdeel is.
Voor de pv past altijd maar één zinsdeel. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen.

Slide 18 - Tekstslide

AAN DE SLAG
Maak opdracht 8 t/m 14 van H3.8

Klaar? 
  • Controleer of je alle opdrachten van 3.8 en 3.7 af hebt!
  • Test jezelf van 3.7 + 3.8 en trainen

Eerste 5 minuten stil
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide