Oefenen voor SO en PW H3

Oefenen voor het SO Nederlands

Pak voor je:
Laptop + LessonUp
Herhalen Leerdoelen
Je weet/kan;
• Zinsdelen benoemen (ook bij lange zinsdelen). Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp.


• hoe je het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her- en ont- schrijft.
• hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare werkwoorden.
• weten wanneer je hoofdletters gebruikt.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor het SO Nederlands

Pak voor je:
Laptop + LessonUp
Herhalen Leerdoelen
Je weet/kan;
• Zinsdelen benoemen (ook bij lange zinsdelen). Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp.


• hoe je het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her- en ont- schrijft.
• hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare werkwoorden.
• weten wanneer je hoofdletters gebruikt.

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

wat is een signaalwoord van: REDEN
A
immers
B
bovendien
C
toch
D
dus

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van:
CONCLUSIE
A
verder
B
ook
C
tot slot
D
kortom

Slide 4 - Quizvraag

DUS......
Leer het schema van de signaalwoorden!!!

Dat wordt in elke toets gevraagd

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
achtervoegsels

Slide 6 - Tekstslide

Achtervoegsels

Slide 7 - Woordweb

Wat is de betekenis van:
direct
A
meteen
B
absoluut
C
daarna
D
uitkomst

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de betekenis van:
onmiddelijk
A
meteen
B
absoluut
C
daarna
D
uitkomst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de betekenis van:
zorgvuldig
A
zorgen voor
B
je kunt ze wassen
C
kritisch
D
helemaal goed

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Grammatica 
Zinnen ontleden

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Een leerling uit de klas vroeg een interessante vraag.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Een leerling uit de klas vroeg een interessante vraag.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
Een leerling uit de klas vroeg een interessante vraag.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de zin over, zet hoofdletters:
waarom gaan jullie naar corsica en niet naar malta?

Slide 17 - Open vraag

Zet hoofdletters en komma's:
wil jij je voeten even van tafel doen anke

Slide 18 - Open vraag

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Hij heeft haar (beschermen)
A
Beschermd
B
Beschermt

Slide 19 - Quizvraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik ben gister naar school ... (lopen)

Slide 20 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?

Slide 21 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Het vliegtuig is nog niet ... (landen)

Slide 22 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag
Maak het oefen-SO op papier

De kinderen met dyslexie mogen dit op textaid maken (en spellingscontrole gebruiken)

Eerste 5 minuten stil!
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide