H6.5 - Chemisch evenwicht _ Les 1

H6.4 - Chemisch evenwicht
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H6.4 - Chemisch evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Chemie 4V - 7e editie 
6.3 Evenwichten
Pagina 149
Planning
  • Voorkennis ophalen

  • Leerdoelen

  • Uitleg §6.5

  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les weet ik...:
  • wat er verstaan wordt onder chemisch evenwicht

Na deze les kan ik...:
  • op microniveau uitleggen wat wordt verstaan onder dynamisch evenwicht.
  • aan de hand van een gegeven reactievergelijking van een chemisch evenwicht verklaren of het een homogeen, heterogeen of verdelingsevenwicht betreft.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis ophalen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat we bij scheikunde met het botsende deeltjesmodel bedoelen.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de punten waarvan de reactiesnelheid afhankelijk is.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De reactiesnelheid is niet afhankelijk van ...
A
concentratie beginstoffen
B
soort glaswerk
C
temperatuur
D
verdelingsgraad van de stoffen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de reactiesnelheid bepalende omstandigheden kun je uitleggen met het botsende deeltjesmodel.
A
Soort stof
B
Reactietemperatuur
C
Concentratie van de beginstoffen
D
Aanwezigheid katalysator

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtsreacties
  • Veel reacties zijn omkeerbaar. 
  • => De verbranding van glucose is bijvoorbeeld het omgekeerde van de fotosynthese-reactie.

  • C6H12O6 + 6 O2 -> 6 CO2 + 6 H20
  • 6 CO2 + 6 H20 -> C6H12O6 + 6 O2

  • Bij veel reacties vinden deze reacties 'tegelijkertijd' plaats.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtsreacties
  • We spreken dan van evenwichtsreacties.
  • Als de snelheid van de reacties zodanig is dat de hoeveelheden van de stof niet meer veranderen spreken we van chemisch evenwicht.
  • Evenwichtsreacties vinden alleen plaats in gesloten omgevingen!


  • Bijv.:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemisch evenwicht
  • Homogeen evenwicht:
  • Alle stoffen die betrokken zijn bij het evenwicht hebben dezelfde fase

  • Bijv.: N2 (g) + 3 H2 (g)          2 NH3 (g)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemisch evenwicht
  • Heterogeen evenwicht:
  • Hierbij is één stof verdeeld over twee fasen

  • Bijv.: CO2 (aq)          CO2 (g)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamisch evenwicht
  • Verdelingsevenwicht
  •  verdeling van dezelfde stof in verschillende medium

  • Bijv.: I2 (water)        I2 (wasbenzine)      

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwicht
  • Homogeen evenwicht: alles in dezelfde fase
  • Heterogeen evenwicht: deeltjes in verschillende fasen
  • Verdelingsevenwicht: verdeling van dezelfde stof over verschillende fasen/vloeistoffen

  • Dynamisch evenwicht: chemisch evenwicht
  • Statisch evenwicht: natuurkundig evenwicht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een ander voorbeeld van een evenwicht is een slecht oplosbaar zout. Je kan dat goed bekijken in deze simulatie:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Micro- en macroniveau
  • Bij een chemisch evenwicht kun je op macroniveau niet meer zien dat er reacties plaatvinden (bijvoorbeeld de kleur blijft hetzelfde).

  • Op microniveau vinden de reacties wel degelijk plaats.
  • Je kunt dit goed uitleggen met het botsende deeltjesmodel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit hoe het evenwicht van een slecht oplosbaar zout ontstaat.
(gebruik micro- en macroniveau)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Als een slecht oplosbaar zout in water wordt gebracht zal je waarnemen dat het naar de bodem zakt (=macroniveau). Een heel klein deel van de ionen zal worden gehydrateerd, maar deze wisselen steeds met de ionen van het zout die in het kristal op de bodem van de oplossing zitten (=microniveau).

Kijk goed of je de juiste termen gebruikt in je uitleg.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiebreuk
  • In evenwichtsreacties zijn stoffen in een verhouding met elkaar aanwezig 
  • Evenwicht bereikt? Dan blijft de verhouding constant
  • Dit kunnen we weergeven in een concentratiebreuk:




  • Q = concentratiebreuk

Q=[A]q[B]r[C]m[D]n
reactie:qA+rBmC+nD

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiebreuk
  • Let op:
  • Concentratiebreuk: gaat over concentraties

  • alléén (aq) en (g) komen terug in deze breuk
  • => want deze hebben een concentratie (in bijv. g/L of kg/m3)

  • (s) en (l) hebben geen concentratie, dus weglaten in concentratiebreuk!!


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiebreuk
  • Bij dit evenwicht: 
  • N2O4 (g)         2 NO2 (g)

  • Hoort de concentratiebreuk: 


[N2O4][NO2]2

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiebreuk opstellen - zelf proberen
Opgave: stel de concentratiebreuk op bij de onderstaande evenwichten:

a.

b.  

c.

d.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiebreuk opstellen - zelf proberen
Opgave: stel de concentratiebreuk op bij de onderstaande evenwichten:

a.

b.  

c.

d.
[NO]2[N2][O2]
[CO]2[CO2]2
[NH3]4[O2]5[NO]4
[CO2]

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiebreuk
  • Bij dit evenwicht:     N2O4 (g)         2 NO2 (g)

  • Hoort de concentratiebreuk: 

  • Wij zeiden net dat de verhouding tussen de concentraties constant blijft, wanneer er evenwicht is

  • Dus geldt: 

[N2O4][NO2]2
[N2O4][NO2]2=constant

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtsconstante
  • In de scheikunde geven we deze 'constante' aan met de letter K

  • er geldt: 


  • waarbij      K = evenwichtsconstante (geen eenheid)

  • => Evenwichtsvoorwaarde


[N2O4][NO2]2=K

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefen met opstellen van de evenwichtsvoorwaarde
Noteer van de volgende reacties de evenwichtsvoorwaarde






Schrijf de antwoorden in je schrift

a.

b.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les weet ik...:
  • wat er verstaan wordt onder chemisch evenwicht

Na deze les kan ik...:
  • op microniveau uitleggen wat wordt verstaan onder dynamisch evenwicht.
  • aan de hand van een gegeven reactievergelijking van een chemisch evenwicht verklaren of het een homogeen, heterogeen of verdelingsevenwicht betreft.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over een onderdeel dat je niet helemaal hebt begrepen.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H6.4 - Chemisch evenwicht

Slide 30 - Tekstslide

Chemie 4V - 7e editie 
6.3 Evenwichten
Pagina 149
Antwoord
  • Niels: Deze stelling kan waar zijn, maar hoeft niet. Meestal zal die juist niet zo zijn.

  • Jerome: Deze stelling klopt. Als het reactiemengsel het evenwicht heeft bereikt dan zijn de reactiesnelheden constant.

  • Nynke: Eigenlijk dezelfde stelling als Niels. Als het volume constant is, dan zijn de concentraties direct te vergelijken met de hoeveelheden.

  • Jetse: Gesplitst naar beide kanten van de reactie, maar ook hier worden beide kanten gelijk gesteld.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor de volgende les

  • LEES: 6.4
  • MAAK: Opgave 30, 32, 33, 34, 36

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies