TaalCompleet A1 - thema 5 - 5.12 Naar de apotheek

• NT2
• ISK

5.12 Naar de apotheek

1. de pil
2. de zalf
3. de druppels
4. het doosje
5. innemen
6. de huid 
7. smeren
8. de drogist
9. daar
10. dagelijks
11. de keer
12. sommige

Naar de apotheek met een recept

Er zijn verschillende medicijnen: pillen, zalf en druppels.

Op het doosje staat hoe je het moet gebruiken.

Medicijnen zonder recept

Je kunt sommige medicijnen kopen zonder recept.

Je gaat dan naar de drogist, de supermarkt of de apotheek.

de pil

• geneesmiddel in de vorm van schijfje of bolletje
  
  
• de pil - de pillen
  
  
• zin: Je moet die pillen innemen, zegt de dokter.

de zalf

• op je huid smeren
• de crème
  
  
• de zalf - de zalven
  
  
• zin: Deze zalf is voor droge lippen.

de druppel

• klein bolletje van een vloeistof
  
  
• de druppel - de druppels
  
  
• zin: Dagelijks één druppel in je oog doen.

het doosje

• het doosje - de doosjes
  
  
• zin: Op het doosje staat hoe je het medicijn moet innemen.

innemen (ww)

• door het keelgat naar binnen laten gaan
  
  
• inslikken
  
  
• scheidbaar werkwoord
• Ik neem ..  in
• Jij neemt .. in - Neem jij ... in?
• Hij neemt ... in
• Wij nemen ... in
  
  
• zin: Hij neemt zijn pillen elke dag in.

de huid

• vel 
  
  
• zin: Mijn huid is verbrand door de zon.

smeren (ww)

• Ik smeer
• Jij smeert - Smeer jij?
• Hij smeert
• Wij smeren
  
  
• zin: Ik smeer de zalf op mijn elleboog.

de drogist

• de drogist - de drogisten
  
  
• zin: Bij de drogist koop ik paracetamol en make-up.

daar

• op die plaats
  
  
• daar (ver weg) <-> hier (dichtbij)
  
  
• zinnen: 
• De apotheek is daar.
• De drogist is hier.

dagelijks

• elke dag
  
  
• zin: Ik ga dagelijks naar de supermarkt.

de keer

• elk moment waarop het gebeurt
  
  
• zin: Ik neem de pillen twee keer per dag.

sommige

• vrij kleine hoeveelheid 
• niet veel
  
  
• zin: Sommige mensen zijn vaak ziek.

Wat is het meervoud van 'de pil'?

1. de pils
2. de pillen
3. de pilen
4. het pillen

Wat is een ander woord voor 'de zalf'?

1. de pil
2. de crème
3. de druppels
4. de hoestdrank

Dagelijks één ... in je oog doen.

Wat is het meervoud van 'het doosje'?
(lidwoord + woord)

Maak een zin met het werkwoord
'innemen'.

Heb jij je ... weleens verbrand in de zon?

Ik ... de zalf op mijn gezicht.
(smeren)

1. smeert
2. smeren
3. smeer
4. smer

Bij de ... koop ik paracetamol en make-up.

Wat is het tegenovergestelde van
'daar'?

1. mier
2. keer
3. bier
4. hier

Ik ga vijf ... per week naar de sportschool.

Ik drink ... acht glazen water.

1. dagelijks
2. keer

... mensen zijn vaak ziek.

Filmpjes kijken

Welke woorden ken jij nog niet?

Schrijf de woorden op!

5.7 Naar de dokter

1. ziek
2. de dokter
3. het medicijn
4. de apotheek
5. het ziekenhuis
6. het probleem
7. Ik heb last van ...
8. soms
9. halen
10. ander
11. bijvoorbeeld