werkwoordspelling herhaling alles

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd kun je
't sexy-fokschaap gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik kun je
't sexy-fokschaap gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd kun je
't sexy fokschaap gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag


Ik heb (falen) voor dat proefwerk.
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen

Slide 5 - Quizvraag

Hij (beloven) mij dat hij nooit meer te laat zal komen.
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd

Slide 6 - Quizvraag

Ik (verbranden) mijn vingers.
(VERLEDEN TIJD)
A
verbrandden
B
verbrandde
C
verbrande
D
verbranden

Slide 7 - Quizvraag


(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 8 - Quizvraag

(Vinden) je moeder wiskunde ook lastig?
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 9 - Quizvraag

Afgelopen weken (besteden)de docent veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteedde
C
besteedden
D
besteede

Slide 10 - Quizvraag

Als Rabia zich nu eens (afmelden) bij de balie.
A
afmeld
B
afmeldt
C
afmelt

Slide 11 - Quizvraag

Zij heeft zich vanochtend al (afmelden)
A
afmeld
B
afmeldt
C
afgemeld
D
afgemelt

Slide 12 - Quizvraag

Hij heeft de (vinden) foto's weggelegd.
A
gevonden
B
gevonde
C
gevondden

Slide 13 - Quizvraag

Sommige leerlingen (roken) stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden

Slide 14 - Quizvraag

En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.

Slide 15 - Open vraag

Het scheelde een haartje of ik was (raken).

Slide 16 - Open vraag

De verkoper heeft ons (matsen)

Slide 17 - Open vraag

Hij (deleten) gisteren al zijn Whatsappgesprekken.

Slide 18 - Open vraag

Roan heeft al zijn kleren via internet (bestellen).

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen (krabbelen) terug toen de docent boos werd.

Slide 20 - Open vraag

Hij (verleiden) zijn klasgenoot altijd.

Slide 21 - Open vraag


Slide 22 - Open vraag

Wat heb jij daar (uitspoken)?

Slide 23 - Open vraag

Mijn buurman heeft zijn hond jarenlang (verwaarlozen).

Slide 24 - Open vraag

Hoe goed ben jij in het spellen van de werkwoorden?
Super goed! Ik kan het ook aan anderen uitleggen.
Prima! Ik heb het aardig onder de knie.
Ik snap het wel, maar moet nog oefenen.
Ik zou graag nog extra uitleg willen.
Help! Ik snap er niets van.

Slide 25 - Poll