werkwoordspelling herhaling alles

Goedemorgen, DHV2R!
Wat gaan we vandaag doen?
- Lezen uit leesboek/werken aan boekopdracht
- Oefenen werkwoordspelling
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen, DHV2R!
Wat gaan we vandaag doen?
- Lezen uit leesboek/werken aan boekopdracht
- Oefenen werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de pvtt en de pvvt op de juiste manier schrijven.
  • Ik kan het vd op de juiste manier schrijven.
  • Ik kan lastige werkwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd kun je
't sexy-fokschaap gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik kun je
't sexy-fokschaap gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd kun je
't sexy fokschaap gebruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag


Ik heb (falen) voor dat proefwerk.
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen

Slide 6 - Quizvraag

Hij (beloven) mij dat hij nooit meer vreemd zal gaan.
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd

Slide 7 - Quizvraag

Ik (verbranden) mijn vingers.
(VERLEDEN TIJD)
A
verbrandden
B
verbrandde
C
verbrande
D
verbranden

Slide 8 - Quizvraag


(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 9 - Quizvraag

(Vinden) je moeder wiskunde ook lastig?
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 10 - Quizvraag

Afgelopen weken (besteden)de docent veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteedde
C
besteedden
D
besteede

Slide 11 - Quizvraag

Als Rabia zich nu eens (afmelden) bij de balie.
A
afmeld
B
afmeldt
C
afmelt

Slide 12 - Quizvraag

Zij heeft zich vanochtend al (afmelden)
A
afmeld
B
afmeldt
C
afgemeld
D
afgemelt

Slide 13 - Quizvraag

Hij heeft de (vinden) foto's weggelegd.
A
gevonden
B
gevonde
C
gevondden

Slide 14 - Quizvraag

Sommige leerlingen (roken) stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden

Slide 15 - Quizvraag

En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.

Slide 16 - Open vraag

Het scheelde een haartje of ik was (raken).

Slide 17 - Open vraag

De verkoper heeft ons (matsen)

Slide 18 - Open vraag

Hij (deleten) gisteren al zijn Whatsappgesprekken.

Slide 19 - Open vraag

Roan heeft al zijn kleren via internet (bestellen).

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen (krabbelen) terug toen de docent boos werd.

Slide 21 - Open vraag

Hij (verleiden) zijn klasgenoot altijd.

Slide 22 - Open vraag


Slide 23 - Open vraag

Wat heb jij daar (uitspoken)?

Slide 24 - Open vraag

Mijn buurman heeft zijn hond jarenlang (verwaarlozen).

Slide 25 - Open vraag

Hoe goed ben jij in het spellen van de werkwoorden?
Super goed! Ik kan het ook aan anderen uitleggen.
Prima! Ik heb het aardig onder de knie.
Ik snap het wel, maar moet nog oefenen.
Ik zou graag nog extra uitleg willen.
Help! Ik snap er niets van.

Slide 26 - Poll