B1TH Vergelijkingen

B1TH Vergelijkingen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

B1TH Vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide


Welke omgekeerde pijlenketting hoort bij de pijlenketting?


A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Maak de pijlenketting bij het formule
x 12
+ 12
+ 7,50
d
k

Slide 3 - Sleepvraag

wat is de omgekeerde pijlenketting?
A
B
C

Slide 4 - Quizvraag

PIJLENKETTING
FORMULE

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de onderdelen naar het goede vakje
vergelijking
Omgekeerde pijlenketting
Oplossing
pijlenketting

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de juiste formule bij pijlenketting hiernaast?
A
aantal - 30 x 7 = bedrag
B
aantal x 7 - 30 = bedrag
C
aantal x 7 = bedrag
D
bedrag x 7 - 30 = aantal

Slide 7 - Quizvraag

Zet de omgekeerde pijlenkettingen bij de juiste pijlenketting. 

Slide 8 - Sleepvraag

Wat was het verschil tussen een vergelijking en formule?
Zet de formules en vergelijkingen op de juiste plaats
Formule
Vergelijking
k = 4 x m + 3
k + 9 = 23
b - 9 = f
24 = 4 x m + 3
4 x k - 2 =  p
27 - 3 x g = -38

Slide 9 - Sleepvraag

sleep de oplossing naar de vergelijking
15 = 3 x k - 6
40 = 4 x k + 20
33 - 7 x k = 12
k = 3
k = 5
k = 7

Slide 10 - Sleepvraag

Los de volgende vergelijking op. Sleep de stappen in de juiste volgorde 
1
3
4
k = 19
2 x k = 38
2 x k + 8 = 46

Slide 11 - Sleepvraag

Waar komt het bordje te staan bij de vergelijking?
En wat komt er op het bordje te staan?


10t + 80 = 60
A
bordje op 10t op bordje komt: -20
B
bordje op 10t + 80 op bordje komt: -20
C
bordje op 80 op bordje komt: -20
D
bordje op 10t op bordje komt: 140

Slide 12 - Quizvraag

Maak van deze woordformule een letterformule.

afstand = 10 + 6 x tijd
A
t = 10 + 6 x a
B
10 + 6 x 5 = 40
C
a = 10 + 6 x t
D
16 x t = a

Slide 13 - Quizvraag

Welke pijlenketting hoort bij de formule


h=2002,5×t
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag


Wat is het antwoord van 
deze vergelijking? Maak zelf een omgekeerde pijlenketting!
A
8
B
6
C
7
D
5

Slide 15 - Quizvraag

Andrea heeft 75 euro. Met een avondje babysitten verdient ze 16 euro. Andrea spaart voor een laptop van 499 euro.
Welke vergelijking hoort bij deze situatie?
A
De bovenste
B
De onderste

Slide 16 - Quizvraag