Als je die leert (her)kennen, begrijp je sneller waar een schrijver op uit is:
Slide 8 - Tekstslide
Informatieve teksten [1]
Voorbeelden van informatieve teksten zijn teksten in schoolboeken of artikelen in kranten of op nieuwssites.
Het tekstdoel is jou ergens over informeren, informatie overbrengen.
Slide 9 - Tekstslide
Informatieve teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:
De schrijver geeft feiten weer, draagt kennis over of geeft uitleg.
De schrijver geeft de mening van anderen weer, maar blijft zelf objectief en neutraal.
Slide 10 - Tekstslide
Betogende teksten [1]
Goede voorbeelden van betogende teksten zijn een recensie, column, ingezonden brief, advertentie, blog of een betogend artikel.
Het doel van de schrijver is om jou ergens van te overtuigen: hij/zij wil bereiken dat je dezelfde mening krijgt of dat jij iets doet, bijvoorbeeld een product kopen.
Slide 11 - Tekstslide
Betogende teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:
De schrijver geeft zijn/haar eigen mening.
De schrijver gebruikt argumenten en draagt oplossingen aan.
De schrijver noemt voordelen op en soms ook nadelen.
De schrijver spoort je aan tot actie over te gaan.
Slide 12 - Tekstslide
Instructieve teksten [1]
Goede voorbeelden van instructieve teksten zijn recepten, gebruiksaanwijzingen en handleidingen.
Het doel van de schrijver is instrueren: hij/zij wil jou op weg helpen en je iets laten uitvoeren.
Slide 13 - Tekstslide
Instructieve teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:
De schrijver legt uit hoe je iets moet doen.
De schrijver geeft een stappenplan.
De schrijver gebruikt opsommingstekens of signaalwoorden als ‘eerst’, ‘daarna’, ‘vervolgens’.
De schrijver gebruikt de gebiedende wijs. Bijvoorbeeld: ‘Lees deze tekst en leer hem uit je hoofd.’
Slide 14 - Tekstslide
Verhalende teksten [1]
Verhalende teksten kom je tegen in de vorm van stripboeken, romans, detectives.
Het doel van de schrijver is jou vermaken of amuseren. En soms jou aan het denken te zetten.
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:
Slide 15 - Tekstslide
Verhalende teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:
De schrijver zet een sfeer neer, speelt in op je gevoelens, probeert je te ontroeren, te verrassen of aan het lachen te maken.
De tekst kan fictief (verzonnen) zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Een 'tekst' meerdere doelen...
Vaak komen in één tekst meerdere tekstsoorten voor.
Bijvoorbeeld: een column (in zijn geheel een betogende tekst) heeft een informatieve alinea waarin de schrijver een aantal statistische feiten opsomt.
Dan is het zaak dat je kijkt naar de tekst als geheel en jezelf de vraag stelt:
wat is het belangrijkste doel van de schrijver van deze tekst?
Slide 17 - Tekstslide
Kan je een voorbeeld benoemen van een 'tekst' die meerdere doelen heeft?
Slide 18 - Open vraag
Verkennend lezen [1]
Als je snel wilt weten wat voor soort tekst je voor je hebt, kun je de tekst verkennend lezen.
Dat betekent dat je kijkt naar de titel, de bron, eventuele tussenkopjes en afbeeldingen – en dat je de eerste en laatste alinea snel doorleest.
Zo kun je vaak al een goede inschatting maken.
Slide 19 - Tekstslide
Verkennend lezen [2]
Is het een bericht afkomstig van www.nos.nl?
Dan is de kans groot dat het om een informatieve tekst gaat.
Lees je een tekst met de titel ‘In 9 stappen naar …’, dan weet je dat het om een stappenplan gaat.
Op deze manier kun je een tekst snel ‘scannen’ en weet je of hij wel of niet interessant voor je is.
Slide 20 - Tekstslide
Welke andere leesstrategieën bestaan er?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Wie is dit?
Slide 23 - Open vraag
Opdrachten Taalblokken
Begin aan de volgende opdrachten van Eeuwige roem | Tekstsoorten en tekstdoelen: