Kapitel 1 week 36 V3

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

♥lich Willkommen!

Erste Stunde, Woche 36

0. Alle da? (absenties)

1. Rückblick auf letzte Woche/Kontrole Hausaufgaben

2. Lernziele dieser Woche + planner

3. Grammatik B: Het zwakke w.w. in de verleden tijd (Seite 29, Aufgabe 24+25+26+27)

4. Landeskunde: Mythischer Ort (Seite 25)

5. Abschluss der Stunde

Leerdoelen week 36

• Ik kan de zwakke werkwoorden in de verleden tijd gebruiken.
• Ik kan woorden over het weer actief gebruiken (Lernliste A).
• Ik kan de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten op een website.

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Wat is een zwak werkwoord?

• Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering.

    werk --> werkte

     wonen --> woonde

• Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak
  wohnen --> wohnte

zwakke werkwoorden in de verleden tijd (ovt)

Zwak werkwoord verleden tijd

basis:

Ich spielte

du spieltest

er/sie/es spielte

wir spielten

ihr spieltet

sie spielten

Sie spielten

ich = er/sie/es

stam op d/t:

Ich anwortete

du antwortetest

er/sie/es antwortete

wir antworteten

ihr antwortetet

sie antworteten

Sie antworteten

stam op m/n:

Ich atmete

du atmetest

er/sie/es atmete

wir atmeten

ihr atmetet

sie atmeten

Sie atmeten

Zweite Stunde, Woche 36

0. Alle da? (absenties)

1. Rückblick auf letzte Stunde 

2. Lesen (Seite 22-24, Aufgabe 16+17)

3. Wortschatz, Wetterbericht 

4. Abschluss der Stunde

Schnee

Schauer

Gewitter

sonnig

Nebel

Sturm

Glatteis

heiter

regnerisch

bewölkt

Der Wetterbericht

Schau dir den  Wetterbericht auf der folgenden Slide an und schreibe auf wie das Wetter am Sonntag im Norden (!)aussieht und zwar

• am Vormittag
• am Nachmittag
• was wird über den Wind erzählt im Norden
• und wie hoch sind die Temperaturen tagsüber im Norden.

 

Schreibe deine Antworten auf niederländisch auf.

Wetterkarte

Beschreibe das Wetter im Norden, im Osten, im Süden und im Westen.  Antworten ins Heft.

Opdrachten afhebben

Leren:

Wortschatz Lernliste B (NL-D) (p. 48)

Wortschatz Lernliste A+C+D+H
(D-NL) (p. 49)

Voor extra: zie planner