zwakke werkwoorden verleden tijd

Mein Tag gestern
Ich stand um 6.30 h auf. Ich frühstückte Müsli mit Milch um 7:00 h. Dabei hörte ich Spotify. Leider musste ich mich dann beeilen und packte schnell noch meine Schultasche. Ich machte ich mit mit dem Fahrrad auf den Weg zur Schule. Dort hatte ich in der ersten Stunde Deutsch. Ich rannte schnell die Treppe rauf und war pünktlich. Ich machte dort fleißig meine Aufgaben. Um 10 h hatte ich endlich Pause. Meine Freunde freuten sich auch alle auf die Pause. In der Pause spielten wir Fußball. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Mein Tag gestern
Ich stand um 6.30 h auf. Ich frühstückte Müsli mit Milch um 7:00 h. Dabei hörte ich Spotify. Leider musste ich mich dann beeilen und packte schnell noch meine Schultasche. Ich machte ich mit mit dem Fahrrad auf den Weg zur Schule. Dort hatte ich in der ersten Stunde Deutsch. Ich rannte schnell die Treppe rauf und war pünktlich. Ich machte dort fleißig meine Aufgaben. Um 10 h hatte ich endlich Pause. Meine Freunde freuten sich auch alle auf die Pause. In der Pause spielten wir Fußball. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?

  • Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan:
  1.  zoek de stam (hele werkwoord -en)
  2. om wie gaat het in de zin?
  3. zet de juiste uitgang achter de stam


Hoofdregel verleden tijd: zwakke werkwoord vervoegen

ich mach + te
du mach + test
er/sie/es mach + te
wir mach + ten
ihr mach + tet
sie/Sie mach + ten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Welke uitgang komt achter de stam in de verleden tijd?
te
ten
test
ten
tet
te

Slide 5 - Sleepvraag

Vul de verleden tijd in:
ich ( baden ) .....

Slide 6 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
ich(fragen)

Slide 7 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
du(antworten)

Slide 8 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
der Arzt ( drücken ) .....

Slide 9 - Open vraag

verleden tijd: besuchen
Wir ___ das Museum

Slide 10 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
ihr ( antworten ) ...

Slide 11 - Open vraag

verleden tijd: studieren
Du__in Wien

Slide 12 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
er( hören) ....

Slide 13 - Open vraag

Wieviel hast du verstanden?
0100

Slide 14 - Poll

Je kent te vervoegingen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Je kent ook uitzonderingsregels bij de zwakke werkwoorden in de verleden tijd
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Slide 16 - Link

einen Termin bitte
lernen lernen lernen

Slide 17 - Tekstslide

Antworten einen Termin bitte
I HÖREN (8 punten)

1. B
2. B
3. A
4. C
5. B
6. B
7. C
8. C

Slide 18 - Tekstslide

Antwort lernen, lernen, lernen
I HÖREN (8 punten)

1. B
2. B
3. C
4. C
5. A
6. A
7. C
8. A

Slide 19 - Tekstslide

Hausaufgaben
leer de uitgangen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd

leer de verleden tijd en tegenwoordige tijd van haben und sein (op studygo)
maak de luisteroefeningen van:


luisteroefeningen
Schritt 22, Seite 41, Aufgabe 6
Seite 42, Aufgabe 8





















Slide 20 - Tekstslide