woordenschat: rijmende uitdrukkingen

welkom
woordenschat -rijmende uitdrukkingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

welkom
woordenschat -rijmende uitdrukkingen

Slide 1 - Tekstslide

theorie
beginrijm (alliteratie) > hij is bont en blauw.
eindrijm (sinterklaasrijm) > de advocaat staat zijn cliënt bij met raad en daad.

Slide 2 - Tekstslide

beginrijm of eindrijm?

met man en muis
A
beginrijm
B
eindrijm

Slide 3 - Quizvraag

beginrijm of eindrijm?

schots en scheef
A
beginrijm
B
eindrijm

Slide 4 - Quizvraag

beginrijm of eindrijm?
Maak je geen zorgen voor de dag van morgen.
A
beginrijm
B
eindrijm

Slide 5 - Quizvraag

Betekenissen oefenen!
kies de goede betekenis bij de uitdrukking

Slide 6 - Tekstslide

paal en perk stellen
A
palen in de grond slaan
B
grenzen stellen
C
in de bosjes belanden
D
duidelijk maken

Slide 7 - Quizvraag

meten met twee maten
A
twee linialen gebruiken
B
twee keer opmeten
C
twee maten passen
D
partijdig zijn

Slide 8 - Quizvraag

schots en scheef
A
niet recht
B
ongeordend door elkaar heen
C
rechtop
D
liggend

Slide 9 - Quizvraag

wikken en wegen
A
producten afwegen
B
hout hakken
C
afwegen en aarzelen
D
eigen rechter spelen

Slide 10 - Quizvraag

baat het niet, dan schaadt het niet.
A
We gaan lekker in bad.
B
Het helpt misschien niet, maar het kan ook geen kwaad.
C
Pas op, je doet veel kwaad.
D
Je maakt dingen kapot.

Slide 11 - Quizvraag

Een ezel stoot zich in het algemeen niet tweemaal aan dezelfde steen.
A
Ezels zijn dom.
B
De stenen liggen in de weg.
C
Meestal maak je niet twee keer dezelfde fout.
D
De ezels lopen elkaar voor de voeten.

Slide 12 - Quizvraag

met ons hele hebben en houden
A
met iedereen die bij ons hoort
B
met ons hele lijf
C
met onze familie en vrienden
D
met alles wat we bezitten

Slide 13 - Quizvraag