Kapstop

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

- Taking the register
- Newsround
- What do you need?
- Homework check
- Today's activities
- Homework

Slide 3 - Tekstslide

Newsround

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Textbook: B Theme words, page 22 > 
Activitybook A: Exercise 3 + 4, page 32

Textbook: C reading, page 23 > 
Activitybook A: Exercise 5, 6 + 7, page 33

Textbook: Game for the future, page 37 + 38 > Activitybook A: Exercise 3 + 4, page 62



Dit was werk voor het opvanguur (2 weken geleden) en was huiswerk voor vorige week dinsdag (rapportvergaderingen). Je hebt dus 3 weken gehad om dit te maken. Niet af is geen toegang, en de verloren tijd kom je dubbel inhalen.



Leren:

- Vocab A t/m C

- Bijwoord en bijvoeglijknaamwoord


Slide 6 - Tekstslide

Homework Check

Slide 7 - Tekstslide

Exercise 3
1. skills - vaardigheden
2. entertaining - leuk
3. to invent - uitvinden
4. invention - uitvinding
5. console - bedieningspaneel
6. keyboard - toetsenbord
7. to develop - ontwikkelen
8. strategy - strategie



Slide 8 - Tekstslide

Exercise 4
1. device
2. instructions
3. to recharge
4. tool
5. wireless
6. portable
7. rules
8. brand new




Slide 9 - Tekstslide

Exercise 5
1. Er komen uitvindingen aan bod die zijn geflopt, zoals 
     betonnen meubelen, een spelcomputer, een lelijke 
     toren, een schip tegen zeeziekte en een huis dat 
     zichzelf schoonmaakt.



Slide 10 - Tekstslide

Exercise 5
2. Edison's concrete furniture - meubels
    The Gizmondo game console - spelcomputer 
    An ugly tower - toren
    Bessemer's anti-seasickness ship - schip
    The self-cleaning house - huis





Slide 11 - Tekstslide

Exercise 6
1. the Gizmondo game console
2. the self-cleaning house
3. -
4. Edison's concrete furniture
5. Bessemer's anti-seasickness ship
6. an ugly tower






Slide 12 - Tekstslide

Exercise 7
1. succesvolle
2. wist zeker dat
3. sms'en
4. het publiek
5. altijd zeeziek was
6. huis







Slide 13 - Tekstslide

Game for the future (3)
1. B
2. B
3. A
4. A
5. B
6. A
7. A
8. A
9. B
10. A








Slide 14 - Tekstslide

Game for the future (4)
1. I buried A Game for Someone.
2. Participants have to show their ideas for new futuristic games.
3. It's for people in the far future.
4. I only showed the audience parts and pieces of the game.
5. I let a computer test the game.
6. I used titanium, because it needs to last for a long time.
7. Because they often wouldn't see the finished version of the       
    Cathedral, just like I will never see people playing my game. 
8. It's too much trouble to find the game.








Slide 15 - Tekstslide



Textbook
page: 24



Activitybook A
page: 34-36
exercise: 8, 9, 11

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Exercise 8
1. To make the robot move, quickly press the 
     space bar.
2. First you enter your name and click on 'OK'.
3. If you want to win this game, you need to 
    find seven magical items.
4. First you wait for the program to start.
5. Finally, you put the cd into the computer.


Slide 18 - Tekstslide

Exercise 9
1. First, enter your personal code. C
2. Then you press the start button.
3. To start the race click on the flags. B
4. To make the car drive forward press the space bar
5. To complete the race, cross the finish line. A
6. If you want to win, you need to beat the other cars.



Slide 19 - Tekstslide

Exercise 11
1 Can/Could you tell me how this level works?
2 First, you press the red button.
3 Can/Could you show me how the players move? / 
   Can/Could you show me how to move the players / 
   Can/Could you show me how I can move the players?
4 If you want to move, you need to use the joystick.
5 Can/could you explain to me how I can use the 
   joystick? 





Slide 20 - Tekstslide

Exercise 11
6. What does this word mean in English?
7. Sorry, but I don't know.
8. Can/could you repeat that, please?
9. Can/could you give me some more information?
10. If you want to win this game, you need to score five 
       goals.






Slide 21 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord <> bijwoord

Slide 22 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord <> bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Het geeft antwoord op de vraag 'Wat voor ... ?'


Slide 23 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord <> bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Het geeft antwoord op de vraag 'Wat voor ... ?'
Bijwoord
Zegt iets over een werkwoord
Het geeft antwoord op de vraag 'Hoe ... ?'
Bijwoord = bijvoeglijk naamwoord +ly

Slide 24 - Tekstslide



Textbook
page: 25



Activitybook A
page: 36+37
exercise: 13+14

Slide 25 - Tekstslide

Study:
- Vocab A-I
- Stone 1-2
- Grammar:
   - persoonlijke voornaamwoorden
   - bezittelijke voornaamwoorden
   - vragende voornaamwoorden
   - to be (zijn)
   - have got (hebben)

Slide 26 - Tekstslide

Thanks for your attention









Slide 27 - Tekstslide