zonneschijn (er is maar één zon), koninginnedag (we hebben maar één koningin)
boordevol, beregoed
spinnewiel, lachebek
tarwebrood, rijstepap
bolleboos, schattebout
Slide 7 - Tekstslide
Aan elkaar of los:
In principe schrijf je samenstelling aan elkaar.
hottentottententententoonstelling
milieubeschermingsmaatregel
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer aan elkaar:
Samenstellingen van twee of drie woorden: bagagedrager, fietspomp, goedgehumeurd,
Samenstellingen van woorden die vaak met elkaar voorkomen: lesgeven, koffiedrinken,
Getallen tot duizend (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend: drieëntwintig, achthonderdtien, twintigduizend. Maar: drie miljoen, vijf miljard.
Combinaties van voorzetsels / voorzetsels en bijwoorden: voorin, dichtbij
Voornaamwoordelijke bijwoorden die bestaan uit er, hier, daar, waar + vz: eronderdoor, hiertegenover, daarover, waarheen, waarbij.
Slide 9 - Tekstslide
Liggend streepje
Als koppelteken: Bij (uitspraak)problemen in een samenstellingen
Als weglatingsteken: je laat een (gedeelte) van een woord weg en vervangt het door een liggend streepje
Als afbreekteken: aan het eind van de zin, tussen twee lettergrepen.
Slide 10 - Tekstslide
Liggend streepje- koppelteken 1
Bij klinkerbotsing:
autoongeluk => auto-ongeluk
naapen => na-apen
zeeeend => zee-eend
Bij samenstellingen met letters, cijfers en andere tekens en samenstellingen met Sint of St.:
NS-personeel, 06-nummer, %-teken, Sint-Pancras
Slide 11 - Tekstslide
Liggend streepje - koppelteken 2
In combinaties met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-,ex-, interim-, niet-, non-, oud-.
Ex-vrouw, aspirant-lid, non-response
bij de volledige naam van gehuwde vrouwen:
Voorbeeld: Mevrouw Smit-De Boer
bij gelijkwaardige delen zoals combinaties van titels en beroepen:
minister-president, chef-kok, PSV-Ajax
Slide 12 - Tekstslide
Liggend streepje - koppelteken 3
Voor een hoofdletter
oer-Hollands, de commissie-Van Dam, on-Amerikaans
Bij aardrijkskundige delen of woorden daarvan afgeleid
Noord-Holland, de Zuid-Limburgse docent
In woordgroepen die anders onoverzichtelijk worden, ook meerdere streepjes:
MAAR geë-, geï-, geü-: geërgerd, geürineerd, geïrriteerd.
Slide 18 - Tekstslide
Apostrof (blz. 180)
Gebruikt als weglatingsteken en om uitspraakproblemen te voorkomen:
Slide 19 - Tekstslide
Apostrof
Op de plaats van de weggelaten letter: m’n, z’n, ‘t, ‘s winters, ‘s-Gravenhage.
Op de plaats van een weggelaten bezits-s: Frits’ fiets
Om uitspraakproblemen bij het meervoud en bezitsaanduidingen te voorkomen: Marja’s parfum, Benno’s sieraden, MAARals er geen uitspraakproblemen zijn, dan schrijf je de ‘s’ vast: Tims broek, Jannekes publicaties.
Bij verkleinwoorden eindigend op -y (uitspraak: ie): pony'tje
In afleidingen van letter- en cijferwoorden: vmbo’er, CDA’er, 55+’er, sms’en, ge-sms’t.
Let op: afleidingen van letterwoorden die je als woord uitspreekt, schrijf je zonder apostrof (havoër) en in samenstellingen met een letter- of cijferwoord zet je geen apostrof maar een liggend streepje: vwo-leerling, CDA-voorzitter.