Blok 3 - les 18 - neologisme

lesdoel
Ik leer dat er elke dag nieuwe woorden in de Nederlandse taal bij komen.

Deze nieuwe woorden noemen we:
neologismen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel
Ik leer dat er elke dag nieuwe woorden in de Nederlandse taal bij komen.

Deze nieuwe woorden noemen we:
neologismen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


NEOLOGISME

Slide 3 - Tekstslide

plogging
A
Vorm van fitness waarbij men tijdens het joggen afval opruimt.
B
Een vlog maken om daarin je excuses te maken.
C
Wanneer een drone tijdens een testvlucht neerstort.

Slide 4 - Quizvraag

testosterontweet
A
In 'spierballentaal' geposte tweet om indruk te maken op anderen
B
Een bijzonder weetje over de stof testosteron

Slide 5 - Quizvraag

kwispellezen
A
Oriënterend lezen: titel, kopjes, inleiding
B
Jongeren die alleen digitaal/ online teksten lezen
C
Kinderen met leesproblemen teksten laten voorlezen aan een hond

Slide 6 - Quizvraag

vliegschaamte
A
Ongemak wat je voelt als je kinderen vervelend zijn tijdens de vliegreis.
B
Schaamte wanneer je het vliegtuig neemt tegenover het milieu.
C
Schaamte omdat je een ernstige vorm van vliegangst hebt.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een selfieshopper

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

taal
Blok 3 - les 18
bladzijde 64

We maken de les samen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link