SUBJUNTIVO presente

Intro: subjuntivo
Mira las próximas páginas u contesta las preguntas: 

  1. ¿Qué significan los textos de las próximas páginas?
  2. ¿Qué destaca (wat valt op) en la conjugación de los verbos?
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Intro: subjuntivo
Mira las próximas páginas u contesta las preguntas: 

  1. ¿Qué significan los textos de las próximas páginas?
  2. ¿Qué destaca (wat valt op) en la conjugación de los verbos?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Gram. C: El subjuntivo (H3, p.31-32, 20m)
'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:
  1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
  2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
  3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
  4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
  5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )

Slide 4 - Tekstslide

Gram. C: El subjuntivo (H3, p.31-32) 
Vorm van de subjuntivo:
  1. Neem de ik-vorm van de presente.
  2. Knip de uitgang -o eraf.
  3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 
Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

ESTUDIAR: Capítulo 3, gramática C, p.31-32
HACER: ejercicio 31abc + el ejercicio en línea en la próximo página
                                                                                             ¿Terminado? Continúa con el ejercicio 31def.

Slide 5 - Tekstslide

Subjuntivo, practicar en línea (online)
1. ejercicio en línea
Bekijk de uitdrukkingen. 
Zet ze in de juiste categorie (klik op categorie + klik op de uitdrukking)

2. ejercicio 31abcd (ef) (WB p.32-33)
                    ¿AYUDA? Capítulo 3, gramática C, p.31-32

¿Terminado? Continúa con 'los pasados' en la próxima página.
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Para aprender español, es importante que .......... libros en español.
A
leo
B
leas
C
lees
D
leemos

Slide 7 - Quizvraag

1. In hoeverre ben je tevreden over jouw beheersing van de verleden tijden en subjuntivo?
2. Wat zou je nog moeten/kunnen doen om het te verbeteren?

Slide 8 - Open vraag