Herhaling Ecologie

Ecologie 5.3 + 5.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ecologie 5.3 + 5.4

Slide 1 - Tekstslide

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 2 - Quizvraag

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 3 - Quizvraag

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 5 - Quizvraag

Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Symbiose = samenleven van 2 verschillende soorten
Er zijn 3 vormen van symbiose:
  • Mutualisme
  • Commensalisme 
  • Parasitisme

Slide 7 - Tekstslide

Parasitisme

Slide 8 - Tekstslide

Commensalisme

Slide 9 - Tekstslide

Mutualisme

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 12 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 13 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 14 - Quizvraag

Waarmee begint elke voedselketen?

Slide 15 - Open vraag

Producenten
Autotroof
'Voeden zichzelf'

Anorganisch > organisch

Alleen de producenten
Consumenten
Heterotroof
Voeden door een ander

Organisch > organisch

Ook reducenten en afvaleters

Slide 16 - Tekstslide

Voedselketen
Begint ALTIJD met een Producent -> Plant.

Daarna komen consumenten. 

Tussen de voedselketens staan altijd een pijltje.
Elke soort is een schakel in de voedselketen.

plant -> planteneter -> vleeseter/alleseter

Slide 17 - Tekstslide

Voedselweb
Voedselweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren

Slide 21 - Quizvraag