Herhaling ecologie

Herhaling ecologie
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herhaling ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Eten en gegeten worden

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, 
en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.

Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaat de kringloop van fotosynthese en verbranding?

  • Fotosynthese
    - Koolstofdioxide + Water + Energie -> Glucose + Zuurstof

  • Verbranding
    - Glucose + Zuurstof -> Energie + Koolstofdioxide + Water

  • Wat bij het ene ontstaat wordt gebruikt bij de andere!

Slide 4 - Tekstslide

Fotosynthese
Verbranding

Slide 5 - Tekstslide

Voedselrelaties

Slide 6 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 7 - Tekstslide

Voedselweb = meerdere voedselketens door elkaar

Slide 8 - Tekstslide

Producenten zijn planten

Slide 9 - Tekstslide

consumenten 1ste orde= planteneters

Slide 10 - Tekstslide

 Alleseters  consumenten 1e orde of hoger

Alleseters zijn dieren die planten en dieren eten.


Slide 11 - Tekstslide

Consumenten 2e orde of hoger = vleeseters

Slide 12 - Tekstslide

Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren

Slide 13 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën & schimmels

Slide 14 - Tekstslide

De voedselkringloop

Slide 15 - Tekstslide

6.2 Piramiden

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en biomassa weergeven.

Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt

Slide 17 - Tekstslide

Piramide van aantallen
  • Een piramide van aantallen geeft aan hoeveel individuen van een soort er in een voedselketen zijn. 

  • Een piramide van aantallen heeft
    niet altijd een piramidevorm.

Slide 18 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 19 - Tekstslide

Energie verdwijnt uit de voedselketen

Slide 20 - Tekstslide

Koolstof- en stikstofkringloop

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.

Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 22 - Tekstslide

Kringloop van koolstof

Slide 23 - Tekstslide

Stikstofkringloop
1. Planten nemen nitraat op uit de bodem --> bouwen stikstof uit het nitraat in eiwitten in. 
2. Mensen en dieren eten planten of dieren en krijgen zo eiwitten binnen. 
3. Produceren van natuurlijk afval, daar zitten ook eiwitten in. 
4. Bacteriën zetten natuurlijk afval met stikstof om in nitraat.

Slide 24 - Tekstslide

1. glucose
2. plant (plantaardige energiestoffen) 
3. schaap (dierlijke energiestoffen)
4. reducenten (energiestoffen)
5. verbranding plant
6. verbranding schaap
7. verbranding reducenten
8. koolstofdioxide 
9. fotosynthese 

Slide 25 - Tekstslide

Stikstofkringloop

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Biologisch evenwicht

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.

 
Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven. 

Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt
 beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Begrippen:
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap

Slide 36 - Tekstslide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 37 - Tekstslide

Voorbeeld van evenwicht
Een toenemend aantal konijnen (biotische factor) dan: 
  •  Vossenpopulatie groeit ook
  • Vos eet konijn, aantal konijnen neemt af
  • Niet genoeg konijnen, vossenpopulatie krimpt weer
  • enzovoorts

Slide 38 - Tekstslide

Aanpassingen bij dieren

Slide 39 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Een ijsbeer is met zijn dikke witte vacht goed aangepast aan de koude Noordpool. Ook andere dieren hebben aanpassingen zodat ze kunnen overleven in hun ecosysteem. De meeste aanpassingen zijn erfelijk.

Slide 40 - Tekstslide

Aanpassingen
Alle organismen hebben aanpassingen aan hun leefomgeving en hun leefwijze.

Zoals ademhaling, beweging, voeding, verdediging en voortplanting.


Vissen aangepast voor water (kieuwen)
Vogel voor vliegen (vleugels)

Slide 41 - Tekstslide

Zoolganger            Teenganger           Topganger

Slide 42 - Tekstslide

Vogels
De poten en snavels van vogels zijn aangepast aan hun leefwijze en voedsel

Slide 43 - Tekstslide

Aanpassingen bij planten

Slide 44 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Slide 45 - Tekstslide

Huidmondjes zijn belangrijk bij de fotosynthese:
  • ze ademen overdag koolstofdioxide in
  • ze ademen overdag zuurstof en waterdamp uit
Bij verlies van teveel water, droogt een plant uit!
Huidmondjes

Slide 46 - Tekstslide

Aanpassing plant bij een droge omgeving
  • Diepe wortels/breed wortelstelsel
  • Kleine/geen bladeren
  • Waslaagje
  • Haren of stekels tegen de zon
  • Water kunnen opslaan

Slide 47 - Tekstslide

aanpassingen om beter te overleven
natte omgeving
- huidmondjes  aan oppervlak blad (veel)
- bladeren kaal, groot, dun, bedekt met dunne waslaag
- luchtkanalen in stengels voor vervoer zuurstof
- soms geen huidmondjes

Slide 48 - Tekstslide

Aanpassingen aan licht

Zonneplanten : Groeien bij veel licht

Schaduwplanten: Groeien het best bij weinig licht
Voorjaarsbloeiers ; schaduwplanten die vroeg bloeien

Slide 49 - Tekstslide