AA0_AFP_oefenvragen_wk9

Oefenvragen
Even opwarmen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen
Even opwarmen

Slide 1 - Tekstslide

Hersenen
Hypofyse
Hypothalamus

Slide 2 - Sleepvraag

Juist of onjuist
Hypo betekent te weinig of te laag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Juist of onjuist
Bij diabetus insipidus is er te weinig ADH.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Juist of onjuist
De schildklier produceert het hormoon Thyroxine
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist
Bij een hypoglycemie is er te weinig insuline
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Anatomie & Fysiologie
Oefentoetsvragen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het doelwitorgaan van ADH?
A
Bijnier
B
Hypofyse
C
Hart
D
Nier

Slide 8 - Quizvraag

Wat doet het hormoon
TSH?
A
Stimuleert de schildklier in zijn functie
B
Stimuleert de bijnieren in hun functie
C
Stimuleert de nieren in hun functie
D
Stimuleert de alvleesklier in zijn functie

Slide 9 - Quizvraag

Welk hormoon stimuleert de opname van glucose in de cellen?
A
Glucagon
B
Insuline
C
Adrenaline
D
Cortisol

Slide 10 - Quizvraag

Welke klier gaat hormonen maken bij het calciumgehalte in het bloed?
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Bijschildklier
D
Bijnier

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de volgende organen is of bevat GEEN hormoonklier
A
Alvleesklier
B
Galblaas
C
Bijnier
D
Hypofyse

Slide 12 - Quizvraag

Welke hormonen werken tegengesteld aan elkaar?
A
Parathormoon en calcitonine
B
Thyroxine en parathormoon
C
Thyroxine en groeihormoon
D
TSH en schildklierhormoon

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer is het hormoon cortisol verhoogd aanwezig in je bloed?
A
Wanneer je teveel suikers hebt gegeten
B
Wanneer je seksueel opgewonden bent
C
wanneer je flink ziek bent
D
Alleen wanneer je dit per injectie toedient

Slide 14 - Quizvraag

Pathologie
Oefentoetsvragen

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent congenitaal?
A
Aangeboren
B
Auto-immuun
C
Chronisch
D
Erfelijk

Slide 16 - Quizvraag

Van welke klier is struma een vergroting?
A
Krop
B
Alvleesklier
C
Bijnier
D
Schildklier

Slide 17 - Quizvraag

Bij hypothyreoïdie kan er sprake zijn van een vergroting van de schildklier. Hoe wordt dit genoemd?
A
Thyroxine
B
C
Krop

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer wordt schildklierhormoon als therapie voorgeschreven?
A
Na een schildklieroperatie
B
Bij een hypothyreoïdie
C
D
Alle

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van diabetes insipidus?
A
Glucose in de urine
B
Grote urineproductie
C
Eiwitten in de urine
D
Lage urineproductie

Slide 20 - Quizvraag

Welke afwijking kan worden opgespoord door de hielprik?
A
hypothyreoïdie
B
hyperthyreoïdie
C
?
D
hypoparathyreoïdie

Slide 21 - Quizvraag

Welke afwijking kan ontstaan door een tekort aan jodium?
A
hypothyreoïdie
B
hyperthyreoïdie
C
?
D
hypoparathyreoïdie

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een mogelijk probleem van struma?
A
dichtdrukken van de luchtpijp
B
Afknellen van de bijschildklieren
C
Verkleining van de schildklier
D
?

Slide 23 - Quizvraag

Welk hormoon toedienen bij een hyperthyreoïdie?
A
ADH
B
Calcitonine
C
Parathormoon
D
Schildklierhormoon

Slide 24 - Quizvraag

Welke van de volgende aandoeningen is een auto-immuunziekte
A
Ziekte van Cushing
B
Ziekte van Addison
C
Ziekte van Graves
D
Diabetes mellitus

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke aandoening hoort het vollemaansgezicht en de vetophoping bovenop de rug?
A
Ziekte van Cushing
B
Ziekte van Addison
C
Ziekte van Graves
D
Diabetes mellitus

Slide 26 - Quizvraag

Welke ziekte kan ontstaan na het stoppen van een behandeling met bijnierschorshormonen?
A
Ziekte van Cushing
B
Ziekte van Addison
C
Ziekte van Graves
D
Diabetes mellitus

Slide 27 - Quizvraag

Van welk hormoon is er teveel bij een hyperparathyreoïdie?
A
Calcitonine
B
Adrenaline
C
Corticosteroiden
D
Parathormoon

Slide 28 - Quizvraag

Van welk hormoon is te weinig bij niet goed functionerende spieren en tetanie?
A
Calcitonine
B
Adrenaline
C
Corticosteroiden
D
Parathormoon

Slide 29 - Quizvraag

Welk symptoom past bij een tumor van het bijniermerg?
A
Hoge bloeddruk
B
Langzame pols
C
Krampachtige spierpijnen
D
Duizeligheid

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide