Syllabus 3b2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Onderwerpen

Leerdoelen

Het demografisch transitiemodel

1. Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
2. Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
3. Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
4. Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.

Een piramide bevolkingsmodel hoort bij fase ..... van het demografisch transitiemodel

1. fase 1
2. fase 2
3. fase 3
4. fase 4

Wat past NIET bij de tweede fase van het demografisch transitiemodel?

1. Groot geboorte-overschot.
2. Bevolkingsdiagram in de vorm van een piramide.
3. Dalend sterftecijfer.
4. Kleine gezinnen.

Wat daalt er eerst in het demografisch transitiemodel?

1. geboortecijfer
2. sterftecijfer

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografisch transitiemodel?

1. Geboortecijfer
2. Sterftecijfer
3. Levensverwachting
4. Geboorteoverschot

Wat past NIET bij de derde fase van het demografisch transitiemodel?

1. Groot geboorte-overschot
2. Bevolkingsdiagram in de vorm van een granaat
3. Dalend sterftecijfer
4. Grote gezinnen

Wat is demografische druk?

1. De verhouding van De bevolkingsdichtheid in meerdere gebieden
2. Verhouding van mensen die wel en niet productief werken
3. De Bevolkings groei in een land en verhouding welke mensen tot welke leeftijdsgroep ze behoren.
4. De druk die een land/volk op een ander volk/land leveren

hoe reken je de demografische druk uit?

1. actieve/inactieve x 100%
2. actieve -inactieve x 100%
3. inactieve/actieve x100%
4. inactieve-actieve x100%

Lorenzcurve is bedoeld als middel om:

1. duidelijk te maken hoe oneerlijk inkomens zijn verdeeld
2. aan te geven hoe inkomsten zijn verdeeld over bevolking in een land
3. aan te geven hoe het vermogen is verdeel over de bevolking in een land
4. aan te geven hoe inkomsten of vermogen is verdeeld over bevolking in een land

Wat meet je met de Gini-coëfficiënt?

1. Inkomens(on)gelijkheid
2. Economische groei
3. Export/import balans
4. Politieke stabiliteit

Hoe hoger de Gini coëfficient hoe .......

1. ongelijker
2. gelijker

Nederland heeft een ... Gini-coëfficiënt.

1. hoge
2. lage

Opdrachten

Ga naar eindexamensite.nl. 

1. Zet het niveau op HAVO.
2. Ga rechts naar onderwerpen en maak de opgaven bij het onderdeel: Landen indicatoren.
3. Zet het niveau op VWO
4. Ga rechts naar onderwerpen en maak de opgaven bij het onderdeel: Landen indicatoren.