VWO Zuid-Amerika par 2.2 Armoede Welvaart

Zuid-Amerika
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zuid-Amerika

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
2.2
Armoede en Welvaart
Hoe meten we dat? 
Lorenzcurve (voor de economen)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AK in het nieuws

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duizenden Peruanen protesteren tegen afzetten van president Vizcarra
De partijloze president Vizcarra afgelopen maandag afgezet door parlement. Hij was beschuldigd van aannemen steekpenningen. Sinds afzetting Vizcarra onrustig.

Volgend jaar zijn er nieuwe verkiezingen in Peru. 

Slide 5 - Tekstslide

Peru Al jaren in de greep is van politieke corruptieschandalen. Vizcarra was pas sinds 2018 in functie, toen president Kuczynski was afgetreden na verdenkingen van corruptie.
Vizcarra heeft al aangekondigd zich dan niet verkiesbaar te stellen. In afwachting van verder onderzoek naar mogelijke corruptie is het hem verboden om de komende achttien maanden het land te verlaten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Armoede en welvaart

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet arm en niet rijk
Als regio neemt Zuid-Amerika een middenpositie in. 
Grote verschillen tussen landen. 

Hoe meet je welvaart?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meten van welvaart
Nadelen/problemen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen meten van welvaart

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier soorten bevolkingskenmerken


Culturele kenmerken
Economische kenmerken
Politieke kenmerken
Demografische kenmerken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling van de beroepsbevolking

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zijn werkende mensen verdeeld over de sectoren landbouw, industrie en diensten.
Welk land armst?
primaire sector
Wat zijn de economische sectoren?
De primaire sector is de economische sector die grondstoffen en voedsel levert. Deze sector beslaat de sectoren landbouw, veeteelt, jacht, visserij en de delfstoffenwinning. De verwerking van deze grondstoffen gebeurt in de secundaire sector.
De secundaire sector staat bekend als de industrie. Dit betreft alle bedrijven en activiteiten die de grondstoffen van de primaire sector verwerken. De producten worden doorgaans door de tertiaire sector aan de consument doorverkocht.
De tertiaire sector omvat de commerciële dienstverlening: bedrijven die met de verkoop van hun diensten winst willen maken. Tot de tertiaire sector rekent men onder andere winkels, horeca, theaters, kappers, groothandels, transportbedrijven, verhuurders, uitzendbureaus, accountants, advocaten, adviseurs en ICT-bedrijven.
Land A
Land B
Land C
Algemene regel?
HOE....HOE

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deagrarisatie
  • Daling prijzen, stijging kosten voor investeringen -> mensen verdwijnen uit landbouw -> deagrarisatie
  • Waarom vertrekkn mensen uit de landbouw?
  • Ex-boeren trekken naar stad voor werk
  • Industrialisatie & Tertiarisering
  • Werknemer verdwijnen deels in informele sector

Slide 14 - Tekstslide

Rurale differentiatie = Het bestaan of de toename van maatschappelijke verschillen of tegenstellingen op het platteland.
Duale economie - traditioneel
Duale economie - modern

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gini-coëfficient
Sociale ongelijkheid meten we dmv de GINI-index. De lorenzcurve is hiervan de grafische weergave. 


Slide 16 - Tekstslide

Waar is meer ongelijkheid, Brazilië of Hongarije?
Ongelijkheid

Slide 17 - Tekstslide

Getal tussen 0 en 1
Bij 0 is alles gelijk verdeeld
Bij 1 verdient 1 iemand alles en de rest niks

Demografisch Transitiemodel
  • Waar meeste z-Amerikaanse landen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografische druk


Slide 21 - Tekstslide

Groene & 
Grijze druk
Vicieuze cirkel
Regel:
hoe rijker een land, hoe lager het vruchtbaarheidscijfer en hoe lager de natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografisch transitiemodel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe armer een land, hoe....
A
groter de primaire sector
B
kleiner de primaire sector
C
minder verschil is in de sectoren
D
hoe minder mensen in de landbouw werken

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Lezen H2 §2
Maken blad (einde les inleveren)
Maken vraag 2, 3, 4, 6, 7

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 nabespreken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1
Fase 2/3
Fase 3/4
Fase 4/5
Armoede
Nederland
Bevolkingsexplosie
Slecht drinkwater
Hoge grijze druk
Tekort aan scholen
Piramide
Klok

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is bij deze bevolkingsopbouw
sprake van een hoge groene
druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10 gezamenlijk

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort er in elk rijtje niet thuis?
A
industrialisatie
B
deagrarisatie
C
tertiairisering
D
mijnbouw

Slide 30 - Quizvraag

mijnbouw

Dankzij de deagrarisatie konden de industrie en de dienstensector groeien. Mijnbouw is een onderdeel van de secundaire sector en valt niet met deze processen te combineren.
Welk begrip hoort er in elk rijtje niet thuis?
A
duale economie
B
agribusiness
C
cashcrop
D
export

Slide 31 - Quizvraag

duale economie

De ondernemingen produceren cashcrops, gewassen voor de export. Duale economie geeft de tweedeling weer in de hele beroepssector.
Welk begrip hoort er in elk rijtje niet thuis?
A
duale economie
B
informele sector
C
grootschalige mijnbouw
D
importsubstitutie

Slide 32 - Quizvraag

importsubstitutie
Het door landen zelf gaan produceren van goederen die voorheen werden ingevoerd.

Importsubstitutie is een beleid dat een land voert met het oog op de industrie. De informele sector en grootschalige mijnbouw geven de duale economie weer.
Welk begrip hoort er in elk rijtje niet thuis?
A
Gini-index
B
Latifundia
C
ongelijke grondbezitverhoudingen
D
Lorenzcurve

Slide 33 - Quizvraag

De andere drie begrippen betreffen de ongelijkheid. Latifundia is een bedrijfstype.