Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modalverben
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
25 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Modale werkwoorden Duits
&
Tegenwoordige- en verleden tijd
Modalverben
tegenwoordige tijd
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeeld in het Nederlands
'hij eet' -> zegt iets over wat hij op het moment doet.
'hij wil eten' -> wenselijkheid
'hij kan eten' -> mogelijkheid
'willen' en 'kunnen' zijn modale werkwoorden
--> extra betekenis
Slide 3 - Tekstslide
Vertaling
dürfen = mogen
können = kunnen
mögen = leuk vinden
müssen = moeten
wollen = willen
wissen = weten
Slide 4 - Tekstslide
Bijzonderheden
klinkerwisseling
in de enkelvoudsvormen
uitgangen wijken af:
ich & er/sie/es krijgen geen uitgang
Slide 5 - Tekstslide
Klinkerwisseling
Verb Singular Plural
dürfen a = ich d
a
rf ü = wir d
ü
rfen
können a = ich k
a
nn ö = wir k
ö
nnen
mögen a = ich m
a
g ö = wir m
ö
gen
müssen u = ich m
u
ss ü = wir m
ü
ssen
wollen i = ich w
i
ll o = wir w
o
llen
wissen ei = w
ei
ß i = wir w
i
ssen
Slide 6 - Tekstslide
Andere uitgangen
ich -
du (s)t
er/sie/es -
wir en
ihr t
sie/Sie en
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Modale werkwoorden
geen
modale werkwoorden
lachen
dürfen
mögen
essen
können
schlafen
Slide 10 - Sleepvraag
Modale werkwoorden
geen modale werwoorden
klinkerwisseling in het enkelvoud
Geen uitgangen bij ich/er...
Uitgangen -e, -st, t, en, t, en
Uitgangen -, st, -, en, t, en
Slide 11 - Sleepvraag
Bij ich,du,er/sie/es komt er
geen
uitgang achter de stam.
Bij het werkwoord
mögen
verandert de stamklinker niet.
Modale hulpwerkwoorden geven
extra
betekenis aan het hoofdwerkwoord.
Modale hulpwerkwoorden kun je
in het meervoud
met de (fe) esttenten regel vervoegen.
Falsch
Falsch
Richtig
Richtig
Slide 12 - Sleepvraag
Vertaal de woorden
weten
moeten
leuk vinden
wissen
mögen
müssen
Slide 13 - Sleepvraag
Übersetze:
hij kan
A
Er könne
B
Er kann
C
Er kannt
D
Er könnt
Slide 14 - Quizvraag
Übersetze:
jij mag (toestemming)
A
du darfst
B
du magst
C
du darf
D
du mag
Slide 15 - Quizvraag
(mögen)
Er ___ Fußball spielen.
A
magst
B
mög
C
magt
D
mag
Slide 16 - Quizvraag
(können)
Du _____ deine Hausaufgaben machen.
A
kann
B
kannt
C
kannst
D
könnst
Slide 17 - Quizvraag
De modale werkwoorden zijn nu duidelijk.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
Meer lessen zoals deze
3M Kapitel 3 Modale werkwoorden en wissen
Juni 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
HNE Duits mavo 4 les 3
November 2024
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
mavo 3 les 6 Kapitel 1 Umgebung + modale werkwoorden tt
September 2022
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
les 4 mavo 4 Brückenschlag
September 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
HNE Duits mavo 4 les 3
September 2022
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
HNE Duits les 8 mavo 3 Umgebung
September 2022
- Les met
16 slides
Modale werkwoorden + wissen en möchten Kap. 4 + 5
Mei 2020
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3. Stunde Kap. 3
Juni 2022
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3