Examentraining biologie K9, K11 lichaam in stand houden + reageren op prikkels

examentraining les 3 K9
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

examentraining les 3 K9

Slide 1 - Tekstslide

INHOUD 
9.1 functie van het verteringsstelsel 
9.2 Delen van het verteringsstelsel 
9.3 Voedingsstoffen en functies
9.4 ondervoeding en drugs
9.5 bloedvaten, lymfevaten en hart
9.6 samenstelling van het bloed
9.7 delen en functies van het ademhalingsstelsel
9.8 lever en nieren 


Slide 2 - Tekstslide

9.1 Het verteringsstelsel
verteren = voedingsstoffen afbreken tot kleine delen

Vertering vindt plaats in het verteringsstelsel.
De organen van het verteringsstelsel moet je kennen!

Slide 3 - Tekstslide

9.1 Verteringsstelsel

Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel.

Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.

Slide 4 - Tekstslide

Organen van het verteringsstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet het proces waarbij glucose wordt afgebroken met behulp van zuurstof?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van vertering?
start je antwoord met
"De functie van vertering is..."

Slide 7 - Open vraag

klik op de afbeelding om de tekst te lezen.
In de afbeelding zijn delen te zien van drie verschillende orgaanstelsels die met een endoscoop onderzocht kunnen worden. Eén daarvan is het
ademhalingsstelsel.
-->Schrijf de naam van één van de andere twee orgaanstelsels op.

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de functies
van de maag?

A
Verteren van eiwitten en doden van bacteriën en schimmels
B
verteren van koolhydraten en doden van bacteriën en schimmels
C
Verteren van vetten, eiwitten en koolhydraten

Slide 9 - Quizvraag

Je ziet hier een stukje dunne darm.
Wat is de reden dat de dunne darm plooien heeft?
A
Dan gaat de voedselbrij langzamer door de darm
B
Dat zorgt voor oppervlaktevergroting waardoor er meer stoffen in het bloed gaan
C
Dat zorgt voor betere darmperistaltiek
D
Dat zorgt voor een betere mechanische vertering

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er in je dunne darm?
A
Opname vocht
B
Opname voedingsstoffen
C
Opslagplaats voedsel
D
Helemaal niets

Slide 11 - Quizvraag

1. Vanuit de dunne darm worden de
verteringsproducten opgenomen in het bloed
2. Het alvleeskliersap helpt bij de vertering van
koolhydraten, eiwitten en vetten
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 12 - Quizvraag

De dunne darm bestaat uit drie delen. Wat is de volgorde van die
delen in de dunne darm?
A
twaalfvingerige darm, nuchtere darm, kronkeldarm
B
nuchtere darm, kronkeldarm, twaalfvingerige darm
C
nuchtere darm, twaalfvingerige darm, kronkeldarm
D
kronkeldarm, twaalfvingerige darm, nuchtere darm

Slide 13 - Quizvraag

9.5 Het bloedvatenstelsel
Bloedvatenstelsel bestaat uit
- Het hart
- Bloedvaten

Slide 14 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
De weg die bloed in door het bloedvatenstelsel aflegt, heet de bloedsomloop

Slide 15 - Tekstslide

 Bloedsomloop
  • Er zijn 3 type bloedvaten: 
  • 1 slagaders, 
  • 2 aders 
  • 3 haarvaten

1. dikke gespierde wand hoge bloeddruk voel je kloppen
2. dunnere wand lage bloeddruk heeft kleppen
3. wand van 1 cellaag dik stoffen gaan in en uit de bloedsomloop. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet je nog?

- Aders
- Slagaders
- Haarvaten

Slide 17 - Tekstslide

Naamgeving bloedvaten

Slide 18 - Tekstslide

Naamgeving bloedvaten


Slagader vervoeren bloed van het hart weg naar organen toe

Aders vervoeren bloed van de organen naar het hart 

Slide 19 - Tekstslide

Naamgeving bloedvaten
Orgaan + slagader of ader

Bijvoorbeeld:
Bloedvat dat naar een nier gaat.
Orgaan = Nier
Gaat naar een nier = Slagader
Nier + Slagader = Nierslagader

Slide 20 - Tekstslide

Naamgeving bloedvaten

Slide 21 - Tekstslide

Naamgeving bloedvaten:
Uitzonderingen:
- Aorta (lichaamsslagader)
- Holle aders
- Poortader (van dunne darm naar lever)

Slide 22 - Tekstslide

Naamgeving bloedvaten

Slide 23 - Tekstslide

Hoe heet de slagader die uit de linkerkamer komt en een hele hoge bloeddruk heeft?

Slide 24 - Open vraag

Hoe heet de slagader die zuurstofarm is?

Slide 25 - Open vraag

Onderdelen van het hart
Het hart is een belangrijk
orgaan. Pompt het bloed
door de bloedvaten. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet onderdeel
3?
A
rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer

Slide 27 - Quizvraag

In welk orgaan begint de vertering van vetten?
A
In de maag
B
In de galblaas
C
In de alvleesklier
D
In de 12-vingerige darm

Slide 28 - Quizvraag