In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
1.1 De pruikentijd
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen waarom de 18e eeuw ook wel de pruikentijd wordt genoemd
en uitleggen hoe de standenmaatschappij werkt.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lesplanning
Lesdoelen + planning bespreken.
Stuk uitleg over de standen.
Lezen uit paragraaf 1.1
Vragen via LessonUp
Afsluiten
Slide 4 - Tekstslide
Standenmaatschappij
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers
Indeling op basis van geboorte.
Spotprent
De derde stand draagt de lasten van de geestelijkheid en de adel. De derde betaalt belasting, terwijl de eerste en tweede stand dit niet hoeven doen.
Slide 5 - Tekstslide
De samenleving was een standenmaatschappij!
Slide 6 - Tekstslide
De 1e stand
De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters
Slide 7 - Tekstslide
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.
Slide 8 - Tekstslide
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.
Slide 9 - Tekstslide
De standen in Frankrijk
rechten vs. plichten
Slide 10 - Tekstslide
Lezen uit 1.1
bladzijde 8.
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel standen waren er in Frankrijk?
A
1 stand
B
2 standen
C
3 standen
D
4 standen
Slide 12 - Quizvraag
Bij welke stand horen wij?
A
Geestelijken
B
Edelen
C
Burgers
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke stand hoort koning Willem-Alexaner?
A
De geestelijken
B
De edelen
C
De burgers
D
Geen
Slide 14 - Quizvraag
1e Stand
2e Stand
3e Stand
geestelijken
adel
boeren en burgers
Betaalt belasting
grootgrondbezitters
woont een groot deel van het jaar op paleis Versailles
Slide 15 - Sleepvraag
De Verlichting
vanaf ±1700
Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
Slide 16 - Tekstslide
Afsluiten
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen waarom de 18e eeuw ook wel de pruikentijd wordt genoemd