Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
D-Toets werkwoordspelling
D-toets werkwoordspelling
Schrijf van alle werkwoorden tussen haakjes de juiste werkwoordsvorm op. Let erop dat je geen typefouten maakt.
Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
D-toets werkwoordspelling
Schrijf van alle werkwoorden tussen haakjes de juiste werkwoordsvorm op. Let erop dat je geen typefouten maakt.
Kies voor de tegenwoordige tijd als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt.
Slide 1 - Tekstslide
Mijn broer is gevraagd als penningmeester, maar hij (aanvaarden) deze functie nu niet.
Slide 2 - Open vraag
Vroeger (gelden) alle regels thuis zowel voor mijn zus als voor mij.
Slide 3 - Open vraag
(Verwachten) jullie gisteravond bezoek?
Slide 4 - Open vraag
Iddink heeft (bepalen) dat jouw boeken (verwaarlozen) zijn en wil dat je een boete (betalen). Vul het werkwoord (bepalen) goed in.
Slide 5 - Open vraag
Iddink heeft (bepalen) dat jouw boeken (verwaarlozen) zijn en wil dat je een boete (betalen).
Vul het werkwoord (verwaarlozen) goed in.
Slide 6 - Open vraag
Iddink heeft (bepalen) dat jouw boeken (verwaarlozen) zijn en wil dat je een boete (betalen). Vul het werkwoord (betalen) goed in.
Slide 7 - Open vraag
Als ik de (afknippen) takken nu (vasthouden) en jij ze bij elkaar (binden)? Vul het werkwoord (afknippen) goed in.
Slide 8 - Open vraag
Als ik de (afknippen) takken nu (vasthouden) en jij ze bij elkaar (binden)? Vul het werkwoord (vasthouden) goed in.
Slide 9 - Open vraag
Als ik de (afknippen) takken nu (vasthouden) en jij ze bij elkaar (binden)? Vul het werkwoord (binden) goed in.
Slide 10 - Open vraag
De reizigers werden overvallen en (beroven) van al hun kostbaarheden.
Slide 11 - Open vraag
Hij (faken) gisteren dat hij vorige week (carpoolen), want hij ging gewoon met zijn eigen auto.
Vul het werkwoord (faken) goed in.
Slide 12 - Open vraag
Hij (faken) gisteren dat hij vorige week (carpoolen), want hij ging gewoon met zijn eigen auto.
Vul het werkwoord (carpoolen) goed in.
Slide 13 - Open vraag
Waarom (winden) je je altijd zo op? (Worden) eens rustig! Vul het werkwoord (winden) goed in.
Slide 14 - Open vraag
Waarom (winden) je je altijd zo op? (Worden) eens rustig! Vul het werkwoord (worden) goed in.
Slide 15 - Open vraag
Mijn zus (deleten) vorige week het (downloaden) programma, omdat toen (blijken) dat er een virus in zat. Vul het werkwoord (deleten) goed in.
Slide 16 - Open vraag
Mijn zus (deleten) vorige week het (downloaden) programma, omdat toen (blijken) dat er een virus in zat. Vul het werkwoord (downloaden) goed in.
Slide 17 - Open vraag
Mijn zus (deleten) vorige week het (downloaden) programma, omdat toen (blijken) dat er een virus in zat. Vul het werkwoord (blijken) goed in.
Slide 18 - Open vraag
Het is leuk zo goed als dat hondje tegenwoordig na die puppycursus (gehoorzamen).
Slide 19 - Open vraag
Toen die schoenen waren (afprijzen), kocht mijn vader ze direct.
Slide 20 - Open vraag
(Douchen) je broer iedere ochtend zo vreselijk lang?
Slide 21 - Open vraag
Het heeft de rechercheur (verwonderen) dat de dader zo snel (bekennen). Vul het werkwoord (verwonderen) goed in.
Slide 22 - Open vraag
Het heeft de rechercheur (verwonderen) dat de dader zo snel (bekennen). Vul het werkwoord (bekennen) goed in.
Slide 23 - Open vraag
Als je wel eens flink (verbranden) bent, weet je hoeveel pijn je dan (lijden). Vul het werkwoord (verbranden) goed in.
Slide 24 - Open vraag
Als je wel eens flink (verbranden) bent, weet je hoeveel pijn je dan (lijden). Vul het werkwoord (lijden) goed in.
Slide 25 - Open vraag
De (jatten) scheerapparaten worden (exporteren) naar tal van landen. Vul het werkwoord (jatten) goed in.
Slide 26 - Open vraag
De (jatten) scheerapparaten worden (exporteren) naar tal van landen. Vul het werkwoord (exporteren) goed in.
Slide 27 - Open vraag
Hij stond op, (doven) de sigaret en (vluchten) weg. Vul het werkwoord (doven) goed in.
Slide 28 - Open vraag
Hij stond op, (doven) de sigaret en (vluchten) weg. Vul het werkwoord (vluchten) goed in.
Slide 29 - Open vraag
De (haasten) klant werd onvriendelijk (behandelen). Vul het werkwoord (haasten) goed in.
Slide 30 - Open vraag
De (haasten) klant werd onvriendelijk (behandelen). Vul het werkwoord (behandelen) goed in.
Slide 31 - Open vraag
Het is verstandig dat je je werk ook op een externe schijf (saven) in het geval je computer (crashen). Vul het werkwoord (saven) goed in.
Slide 32 - Open vraag
Het is verstandig dat je je werk ook op een externe schijf (saven) in het geval je computer (crashen). Vul het werkwoord (crashen) goed in.
Slide 33 - Open vraag
Ik vraag me af hoe ze vroeger hun kinderen in zulke armoede (opvoeden).
Slide 34 - Open vraag
(Melden) brand onmiddellijk bij de receptie!
Slide 35 - Open vraag
Toen de les al was (starten), (praten) veel leerlingen nog gewoon door de docent heen. Vul het werkwoord (starte) goed in.
Slide 36 - Open vraag
Toen de les al was (starten), (praten) veel leerlingen nog gewoon door de docent heen. Vul het werkwoord (praten) goed in.
Slide 37 - Open vraag
Nakijken!
Tel het aantal fouten, iedere werkwoordsvorm telt apart!
De normering is:
3 fout = - 1 punt
(dus 12 fout is het cijfer 6,0)
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
D-toets werkwoordspelling
Februari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Spelling - overig (GM)
December 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Voorzetselvoorwerp
Oktober 2024
- Les met
43 slides
VVV spelling tt en vd
December 2020
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
grammatica 3.4 3F
Maart 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling: Werkwoorden in de VT (1)
December 2023
- Les met
11 slides
Spelling
Lager onderwijs
2a1 Engelse werkwoorden vervoegen
Oktober 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
voornaamwoorden en Engelse werkwoorden
November 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2