Leesvaardigheid H4 28-1

Goedemorgen
Viertal (6x4 en 2x3) maken voor het boek: 5 maart uit
Maak een keuze van www.lezenvoordelijst.nl 15-18 jaar N2 of hoger

Portfolio nakijken/verbeteren

Stof voor de toetsweek

Nieuwe periode: betogende teksten.

Terugblik op de toets leesvaardigheid.


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Viertal (6x4 en 2x3) maken voor het boek: 5 maart uit
Maak een keuze van www.lezenvoordelijst.nl 15-18 jaar N2 of hoger

Portfolio nakijken/verbeteren

Stof voor de toetsweek

Nieuwe periode: betogende teksten.

Terugblik op de toets leesvaardigheid.


Slide 1 - Tekstslide

Stof toetsweek
Alles van spelling
In Google Classroom vind je presentatie met theorie

Oefenen in Learnbeat H1 ww-spelling en H4.2 spellingregels

Dictee = opschrijven wat je hoort 
Of kiezen welk woord juist =gespeld: onmiddelijk of onmiddellijk

Slide 2 - Tekstslide

Betogende teksten
Periode 3 sluiten we af met een toets over betogende teksten.
H3 van het werkboek/jaarkatern Talent.

Deze toets telt mee voor 25% van jouw eindcijfer.

Weet jij nog wat een uiteenzetting, beschouwing en 

Slide 3 - Tekstslide

Uiteenzettingen willen vooral informeren/overtuigen.
In de tekst staan daarom vooral feiten/meningen.
A
informeren, feiten
B
informeren, meningen
C
overtuigen, feiten
D
overtuigen, meningen

Slide 4 - Quizvraag

Uiteenzettingen
Uiteenzettingen willen vooral informeren. In de tekst staan daarom vooral feiten die waar en controleerbaar zijn. Uiteenzettingen zijn dus objectief en in een zakelijke stijl geschreven.
Voorbeeld van een uiteenzetting: schoolboek
 

Slide 5 - Tekstslide

Beschouwingen willen ook informeren, maar vooral overtuigen/opiniëren.
Het hoofddoel is dat ze de lezer willen laten nadenken. Daarom staan in beschouwingen verschillende meningen/feiten over het onderwerp.
A
opiniëren, meningen
B
opiniëren, feiten
C
overtuigen, meningen
D
overtuigen, feiten

Slide 6 - Quizvraag

Beschouwingen
Beschouwingen willen ook informeren, maar vooral opiniëren. Het hoofddoel is dat ze de lezer willen laten nadenken. Daarom staan in beschouwingen verschillende meningen over het onderwerp. In beschouwingen mag de visie/mening van de auteur ook doorschemeren. 
Voorbeeld van een beschouwing: recensie

Slide 7 - Tekstslide

In betogen willen schrijvers informeren/overtuigen. In betogen vind je dan ook altijd feiten/argumentatie daarvoor. Betogen zijn altijd subjectief
A
informeren, feiten
B
informeren, argumentatie
C
overtuigen, feiten
D
overtuigen, argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

Betogen
In betogen willen schrijvers je overtuigen. In betogen vind je dan ook altijd argumentatie daarvoor. Betogen zijn altijd subjectief.
Voorbeeld van een betoog: een ingezonden brief

Slide 9 - Tekstslide

Waaruit bestaat een volledige argumentatie?

Slide 10 - Open vraag

Argumentatie
Standpunt/mening/visie
argumenten ter ondersteuning van jouw standpunt
+ weerlegging van tegenargumenten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De formatieve toets inkijken

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk maken
Je blijft in Zoom!!!

H3, paragraaf 2, tekst 1
Je kunt de tekst ook beluisteren via Talent Online

We bespreken klassikaal opdracht 1

Slide 14 - Tekstslide