Viertal (6x4 en 2x3) maken voor het boek: 5 maart uit Maak een keuze van www.lezenvoordelijst.nl 15-18 jaar N2 of hoger
Portfolio nakijken/verbeteren
Stof voor de toetsweek
Nieuwe periode: betogende teksten.
Terugblik op de toets leesvaardigheid.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Goedemorgen
Viertal (6x4 en 2x3) maken voor het boek: 5 maart uit Maak een keuze van www.lezenvoordelijst.nl 15-18 jaar N2 of hoger
Portfolio nakijken/verbeteren
Stof voor de toetsweek
Nieuwe periode: betogende teksten.
Terugblik op de toets leesvaardigheid.
Slide 1 - Tekstslide
Stof toetsweek
Alles van spelling
In Google Classroom vind je presentatie met theorie
Oefenen in Learnbeat H1 ww-spelling en H4.2 spellingregels
Dictee = opschrijven wat je hoort
Of kiezen welk woord juist =gespeld: onmiddelijk of onmiddellijk
Slide 2 - Tekstslide
Betogende teksten
Periode 3 sluiten we af met een toets over betogende teksten.
H3 van het werkboek/jaarkatern Talent.
Deze toets telt mee voor 25% van jouw eindcijfer.
Weet jij nog wat een uiteenzetting, beschouwing en
Slide 3 - Tekstslide
Uiteenzettingen willen vooral informeren/overtuigen. In de tekst staan daarom vooral feiten/meningen.
A
informeren, feiten
B
informeren, meningen
C
overtuigen, feiten
D
overtuigen, meningen
Slide 4 - Quizvraag
Uiteenzettingen
Uiteenzettingen willen vooral informeren. In de tekst staan daarom vooral feiten die waar en controleerbaar zijn. Uiteenzettingen zijn dus objectief en in een zakelijke stijl geschreven.
Voorbeeld van een uiteenzetting: schoolboek
Slide 5 - Tekstslide
Beschouwingen willen ook informeren, maar vooral overtuigen/opiniëren. Het hoofddoel is dat ze de lezer willen laten nadenken. Daarom staan in beschouwingen verschillende meningen/feiten over het onderwerp.
A
opiniëren, meningen
B
opiniëren, feiten
C
overtuigen, meningen
D
overtuigen, feiten
Slide 6 - Quizvraag
Beschouwingen
Beschouwingen willen ook informeren, maar vooral opiniëren. Het hoofddoel is dat ze de lezer willen laten nadenken. Daarom staan in beschouwingen verschillende meningen over het onderwerp. In beschouwingen mag de visie/mening van de auteur ook doorschemeren.
Voorbeeld van een beschouwing: recensie
Slide 7 - Tekstslide
In betogen willen schrijvers informeren/overtuigen. In betogen vind je dan ook altijd feiten/argumentatie daarvoor. Betogen zijn altijd subjectief
A
informeren, feiten
B
informeren, argumentatie
C
overtuigen, feiten
D
overtuigen, argumentatie
Slide 8 - Quizvraag
Betogen
In betogen willen schrijvers je overtuigen. In betogen vind je dan ook altijd argumentatie daarvoor. Betogen zijn altijd subjectief.
Voorbeeld van een betoog: een ingezonden brief
Slide 9 - Tekstslide
Waaruit bestaat een volledige argumentatie?
Slide 10 - Open vraag
Argumentatie
Standpunt/mening/visie
argumenten ter ondersteuning van jouw standpunt
+ weerlegging van tegenargumenten
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
De formatieve toets inkijken
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk maken
Je blijft in Zoom!!!
H3, paragraaf 2, tekst 1
Je kunt de tekst ook beluisteren via Talent Online