In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Voortplanting
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Het voortplantingsstelsel van de man
Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Menstruatie
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij voortplanting
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Vieze woordenspel
Spelregels:
Stap 1. eerst nadenken
Stap 2. intypen
Welke andere woorden (synoniemen) ken jij nog meer die horen bij ......
Slide 5 - Tekstslide
Vagina
Slide 6 - Woordweb
Piemel
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Video
Puberteit
- Puberteit: snelle groei en verandering van het lichaam.
- Puber: Zo word je genoemd in de puberteit.
- Geestelijke verandering: gevoelens en gedachten.
Bijvoorbeeld:
Verliefd
Hoe je er uit ziet
Als meisje make-up gebruiken
Slide 9 - Tekstslide
Relaties
- Sociale veranderingen: omgaan met anderen.
- Relatie: een band met andere mensen
Voorbeeld:
Samen leven met anderen > familie
Vrienden
Vriendje/vriendinnetje
Slide 10 - Tekstslide
Veranderingen
- Lichamelijke veranderingen: je lichaam verandert.
- Groeispurt: in korte tijd groeien.
Groeipijnen
Haargroei > oksels, geslachtsorganen
Rijpen eicellen > vruchtbaar
- Je kunt dan kinderen krijgen
Slide 11 - Tekstslide
Primaire geslachtskenmerken
- Geslachtskenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn.
- Geslachtskenmerken: hieraan zie je of je een jongen of meisje bent.
Voorbeelden:
Vrouwen > Vagina
Mannen > Penis en balzak
Slide 12 - Tekstslide
Secundaire geslachtskenmerken
- Kenmerken die later (vanaf 10 jaar) komen
- Secundair: betekent tweede
Voorbeelden man:
schaamhaar
Baardgroei
Okselhaar
Borsthaar
Bredere schouders
Zware stem
Slide 13 - Tekstslide
Secundaire geslachtskenmerken
Voorbeelden vrouw:
Borstgroei
Schaamhaar
Okselhaar
Bredere heupen
Slide 14 - Tekstslide
Een geslachtskenmerk
Hieraan herken je het geslacht
Slide 15 - Tekstslide
Basisstof (1/2)
Primaire geslachtskenmerken: kenmerken die je hebt vanaf de geboorte:
Jongen: penis en balzak
Meisje: vagina en schaamlippen
Slide 16 - Tekstslide
Basisstof (2/2)
Secundaire geslachtskenmerken: kenmerken die je ontwikkelt vanaf de puberteit
Jongen: meer spieren, baard in de keel
Meisje: borsten, bredere heupen en schaamhaar
Slide 17 - Tekstslide
Is de haargroei onder de oksels een primair geslachtskenmerk?
A
Nee
B
ja
Slide 18 - Quizvraag
Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw
Slide 19 - Quizvraag
Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Puberteit
Tijdens de puberteit zijn er lichamelijk veranderingen: groeispeurt, schaamhaar en meer spieren
Er zijn ook geestelijke veranderingen: je wordt zelfstandig, je wordt verliefd en je bepaald je eigen stijl
Slide 22 - Tekstslide
De bouw van het mannelijk voortplantingsorgaan
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes
Slide 25 - Quizvraag
Man
Prostaat en zaadblaasjes: voegen vocht toe aan de zaadcellen
Teelballen: producereren onder invloed van stimulerende hormonen uit de hypofyse zaadcellen.
Slide 26 - Tekstslide
De bouw van het vrouwelijk voortplantingsorgaan
Slide 27 - Tekstslide
In het lichaam van Lisa hebben vanaf haar 15e verjaardag regelmatig (om de vier weken) ovulaties plaatsgevonden. Ze raakt in de overgang rond haar 45e verjaardag. Deze periode stopt als ze 50 jaar is. Lisa is nooit zwanger geraakt. 1. Hoeveel ovulaties zullen er in haar lichaam ongeveer hebben plaatsgevonden tussen haar 15e en haar 45e verjaardag?
Slide 28 - Open vraag
Eierstokken
De eierstokken maken vanaf de puberteit tot aan de overgang iedere maand een eicel.
De eicel komt vrij tijdens de eisprong (ovulatie).
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Menstruatie
De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 28 dagen
Dag 1 - 4: baarmoederslijmvlies laat los en wordt afgestoten
Dag 14: de ovulatie (de eisprong)
Na dag 28
Niet zwanger: baarmoederslijmvlies laat los
Wel zwanger: baarmoederslijmvlies blijft dik
Slide 31 - Tekstslide
Seksualiteit
In de puberteit begint seksualiteit een grote rol te spelen en dat helpt bij het onderhouden van relaties
Heteroseksueel: je valt op het andere geslacht
Homoseksueel: je valt op hetzelfde geslacht
Biseksueel: je valt op beide geslachten
Slide 32 - Tekstslide
Zwangerschap
Als er na de geslachtsgemeenschap een eicel bevrucht wordt dan is de vrouw zwanger
De bevruchte eicel gaat zich delen en wordt een klompje cellen (embryo)
Het embryo gaat op de baarmoederslijmvlies zitten (innesteling)
Het embryo krijgt na een paar weken voeding en zuurstof door speciale organen: de placenta (moederkoek)
De melkklieren gaan zich ontwikkelen
Slide 33 - Tekstslide
Geboorteregeling
Wat kun je doen om geen kinderen te krijgen?
Onbetrouwbare methodes:
Periodieke onthouding (geen geslachtsgemeenschap tijdens de bevruchte periode)
Coitus interruptus (de man trekt zich terug uit de vrouw voor de zaadlozing)
Slide 34 - Tekstslide
Geboorteregeling
Betrouwbare methodes:
Condoom (beschermt ook tegen veel SOA's)
De pil (beschermt alleen tegen zwangerschap)
Slide 35 - Tekstslide
Noodmaatregelen
De morning-afterpil: (binnen 72 uur na geslachtsgemeenschap innemen). Dit bevat veel hormonen zodat de vrouw niet zwanger kan raken.
Abortus:
Abortuspil (tot 7 weken zwangerschap)
Zuigcurettage (tot 13 weken zwangerschap)
Late abortus (tot 23 weken zwangerschap)
Slide 36 - Tekstslide
SOA Seksueel overdraagbare aandoening (geslachtsziekte)
Voorbeelden
Chlamydia: deze ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. Het kan behandeld worden met antibiotica. Als het niet behandeld wordt, kan het leiden tot de onvruchtbaarheid bij vrouwen
Aids: deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus (HIV). Iemand die besmet is met dit virus noem je seropositief. Aids is niet te genezen.
Slide 37 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 38 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen