werkzaamheden huishoudelijke dienst 1

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Module mens en omgeving

Thema: werkzaamheden in de huishoudelijke dienst

Leerjaar 2, periode 2

Competentie: presenteren en onderzoeken

Vooraf.....

Welke afspraken hadden we ook al weer?

Of met jezelf > portfoliogesprek?

Wat heb je vorige keer geleerd?

• HACCP
• NVWA
• E nummers
• additieven
• Voedselinfectie
• Fifo
• representatief uiterlijk
  

En wat nog meer?

• Arbowet
• Ergonomisch werken
• Telefoon aannemen
• Zakelijke email schrijven
  

lesdoelen van vandaag

Aan het einde van de les:

- kun je vertellen waarom het belangrijk is om schoon te maken

- ken je de drie reinigingsniveaus (kader: en voorbeelden)

- kun je vertellen welke 4 groepen schoonmaakmiddelen er zijn

(kader: met voorbeelden)

Lesplanning

Begrippen

filmpjes met opdracht

Aan het werk.....

10.15u Reflectie

Waarom belangrijk om schoon te maken?

• Verlengt levensduur van meubels/vloer
• Bevordert hygiëne
• Vergroten woon/werk plezier
• vergroot veiligheid

Begrippen

Kleinhuishouding

Groothuishouding

Schoonmaakfrequentie

Ergonomie

Opdracht

Twee filmpjes:

Vraag: welke is klein en welke is groothuishouding?

Opdracht: schrijf bij allebei de filmpjes op welke werkzaamheden er bij de huishoudelijke dienst horen.

Opdracht

Vergelijk wat je hebt opgeschreven met wat je buurvrouw/man heeft opgeschreven

Nabespreken

Schoonmaakfrequentie

= hoe vaak je schoonmaakt

Dagelijks, wekelijks, periodiek (maand/2 maanden)

Drie reinigingsniveaus

Smetschoon

huishoudelijk schoon

Ruwschoon

Voorbeelden

Schoonmaakmiddelen

1. Reinigingsmiddelen (afwasmiddel, allesreiniger)

2. Onderhoudsmiddelen (boenwas)

3. Gecombineerde onderhouds- en reinigingsmiddelen

4. desinfecteermiddelen (chloor, ammonia, alcohol, schoonmaakazijn, soda)

5. (vlek)oplosmiddelen (speciale vetoplosser, spiritus)

Ergonomie

de wetenschap die zich bezighoudt met het aanpassen van de arbeid aan de mogelijkheden van de mens.

Voorbeelden

Aan de slag:

opdracht schoonmaakmiddelen

opdracht schoonmaakmaterialen

opdracht nat en droog schoonmaken

Doelen behaald??

herhalen

Volgende keer 1

Huiswerk: kijk in de kast thuis welke schoonmaakmiddelen je ziet en schrijf ze op. Zie je nog iets bijzonders op de achterkant staan? Kun je ze indelen in de vier groepen?

Welk middel gebruik je voor welk reinigingsniveau?

Schrijf op een blaadje de indeling die je kunt maken en hoe de schoonmaakmiddelen heten en teken de bijzondere tekeningen die op de achterkant staan over.

Volgende keer 2

huiswerk 2: schrijf 10 schoonmaakmaterialen op die je in huis kunt vinden.

Gevaarssymbolen

Pictogrammen

Schoonmaakmethoden

Schoonmaakmaterialen