In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Par. 5.2
Zelfstandige burgers
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
In deze paragraaf leer je hoe:
steden stadsrechten kregen
burgers hun stad bestuurden
steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren
Slide 2 - Tekstslide
De Nederlanden
Nederland als één land bestond nog niet in de middeleeuwen
Er waren veel kleine gebieden (gewesten), die bij samen 'De Nederlanden' heetten.
In die gebieden was een hoge edelman (bijv. graaf of hertog) de baas
Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Graaf Floris V werd door andere edelen in 1296 gevangen genomen en vermoord. Ze vonden hem te machtig worden.
Slide 5 - Tekstslide
Blij met de stad!
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
Hoge edelen vonden een machtige en rijke stad niet erg: al die rijkdom!
De inwoners van de stad kregen, tegen betaling, stadsrechten
Hierdoor verloren lage edelen veel invloed.
Uiteindelijk werden steden veel zelfstandiger ten opzichte van de edelen!
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland
Slide 6 - Tekstslide
Stadsrechten
In 1180 kreeg Hulst stadsrechten van de Graaf van Vlaanderen.
In 1350 werden de stadsrechten uitgebreid. In 1413 mocht Hulst vestingswerken aanleggen.
Tijdens de Middeleeuwen werd Hulst regelmatig door de stad Gent aangevallen:
In 1453 tijdens de Zoutoorlog
In 1485 brandde Gent de stad plat
In 1491 brandde Gent de stad opnieuw plat
Slide 7 - Tekstslide
Horige boeren konden in de stad vrijheid krijgen. Zij verhuisden dus vaak naar de stad.
Uiteindelijk kregen boeren ook meer vrijheid van hun heer. Horigheid verdween daardoor in de tijd van steden en staten.
Slide 8 - Tekstslide
Stadsrechten
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
De burgers van de stad (altijd mannen) vormden samen de burgerij.
De macht in de stad was in handen van rijke burgers.
Slide 9 - Tekstslide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
De burgemeester (soms meer dan één) was de hoogste bestuurder van de stad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) bestuurden vanuit het raadhuisde stad.
De vroedschap controleerde en adviseerde de stadsbestuurders
Slide 10 - Tekstslide
Een gruwelijk goede opdracht!
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
Slide 11 - Sleepvraag
Straffen in de Middeleeuwen
Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
...maar de meeste straffen waren geldboetes!
Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Slide 12 - Tekstslide
Planning komende weken
Volgende week: bespreken par. 5.2 + uitleg 5.3
Week 26: bespreken par. 5.3 + uitleg 5.4 en
SO begrippen (29 juni)
Week 27: bespreken par. 5.4
Week 27: donderdag 8 juli start toetsweek
In de toetsweek PW hfst. 5
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Maak voor volgende week de opdrachten van par. 5.2
Kijk ook naar de tip onder de vraag.
Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is.
Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen.
Het is voor jezelf fijn als je de tekst van par. 5.3 alvast een keer gelezen hebt voor de les van donderdag.
Slide 14 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 15 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen