Par. 3.3 De Griekse cultuur

Leerdoelen 
2. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
3. Hoe gingen de Grieken door filosofie en wetenschap op een andere manier nadenken? 
4. Wat zijn primaire- en secundaire bronnen?

Eerder klaar? Leer de begrippen uit je hoofd blz. 65.
timer
2:00
1. Wat was de rol van godsdienst in het dagelijks leven van Griekse mannen en vrouwen?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 
2. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
3. Hoe gingen de Grieken door filosofie en wetenschap op een andere manier nadenken? 
4. Wat zijn primaire- en secundaire bronnen?

Eerder klaar? Leer de begrippen uit je hoofd blz. 65.
timer
2:00
1. Wat was de rol van godsdienst in het dagelijks leven van Griekse mannen en vrouwen?

Slide 1 - Tekstslide



04-11 Par. 3.1 De wereld van de Grieken
07-11 Par. 3.1 De wereld van de Grieken
11 en 14 nov: GEEN GS LES
18-11  Par. 3.1 De wereld van de Grieken
21-11 Par. 3.2 Athene en Sparta
25-11 Par. 3.2 Athene en Sparta
28-11  Par. 3.2 Athene en Sparta
02-12 SO par. 3.1 en 3.2 
05-12 - 
9-12 Par. 3.3 De Griekse cultuur
12-12 Par. 3.3 De Griekse cultuur



16-12 Par. 3.3 De Griekse cultuur
19-12 Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië
KERSVAKANTIE
06-01 Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië
09-01 Par. 3.4 Grieken in Egypte en Azië
13-01 Herhalen
TOETSWEEK 2
TOETSWEEK 
H3 par 3.1 t/m 3.4
Studiewijzer

Slide 2 - Tekstslide

OBV
  • O: met docent aan de slag

  • B: lees blz. 54 en 55 (leerboek) en maak de opdrachten (werkboek) op blz. lezenboek en werkboek vanaf blz. 60 opdrachten 2 t/m 6, 7b, 8a, 8b en 10.

  • V: folder maken van blz. 54 en 55
https://maken.wikiwijs.nl/113245/Folder#!page-3802484
Stijn, Lotte, Fabian, Elise S, Jelisa, Kerem, Pim, Simon

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg par. 3.3
2. Huiswerk bespreken/ nakijken
3. Afsluiten

Tijd over? Filmpje kijken

Slide 5 - Tekstslide

Klassikaal lezen "De ontvoering van Persephone"
op blz. 52

Slide 6 - Tekstslide

De Griekse godenwereld: polytheïstische geloof.
Zeus, de oppergod en de god van de hemel. Bliksem en donderen.
Poseidon, zee.
Hades, het dodenrijk.
Apollo, kunsten, zoon van Zeus.
Dionysos, wijn en feestvieren.
Nikè, overwinning
Etc... 

Slide 7 - Tekstslide

De Griekse godenwereld(2)
  • De goden waren onsterfelijk, hadden macht over het leven van de mensen, hadden menselijk eigenschappen en veroorzaakten natuurverschijnselen. 
  • Halfgoden.
  • Een verhaal over goden en goddelijke helden heet een mythe.
De belangrijkste goden woonden in de berg Olympos.

Slide 8 - Tekstslide

Vier verschillen tussen de Grieken en andere godsdiensten. 
1. Griekse goden leken sterk op mensen. 
2. Er waren halfgoden.
3. Genieten van het leven op aarde. 
4. Goden konden rechtstreeks tot de mensen spreken, bijvoorbeeld door de orakels (plaats waar een God antwoord geeft op vragen). 
Het orakel van Delphi was het belangrijkst. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een mythe?
  • Verhalen met een lesje. Het gaat over de goden, halfgoden, helden en gewone mensen.
  • Mythen werden gebruikt om de wereld te verklaren. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

De positie van vrouwen
  • De man was de baas over de vrouw.
  • De vrouw was verantwoordelijk voor het opvoeden van de kinderen en het huishouden.
  • Rijke vrouwen hadden slaven en gaven hen instructies.
  • Arme vrouwen deden het huishouden zelf en waren vaker buitenshuis te vinden, omdat zij ook moesten werken.

Slide 12 - Tekstslide

Vrouwen en de Griekse cultuur
Vrouwen vertelden mythen aan hun kinderen.
Vrouwen uit de elite dansten en zongen op religieuze festivals. 
Vrouwen konden priesteres worden. 

In Sparta was het anders: omdat de mannen soldaten waren en maar weinig thuis kwamen, hadden de Spartaanse vrouwen meer vrijheid. Ook sporten ze veel en kregen ook een militaire opvoeding.

Slide 13 - Tekstslide

Vorige les...
  • De Griekse godsdienst
  • Mythen
  • Filosofen
  • De positie van de Griekse vrouwen

Slide 14 - Tekstslide

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?

  • In de 5e en 4e eeuw v.Chr. was Athene zeer welvarend. Dit leidde tot een bloeiende cultuur, omdat veel burgers geld konden besteden aan het mooier maken van de stad.
  • Ze lieten tempels en beeldhouwwerken maken door kunstenaars die hoog in aanzien stonden.

De timpaan: zo'n driehoek waarin vaak een rëlief werd gemaakt.
De zuilen. Het bovenste gedeelte van een zuil heet kapiteel.
Dorisch: vierkante plaat
Ionisch: dubbele krul
Korinstisch: krullende bladeren

Slide 15 - Tekstslide

Bouwkunst
  • Voor elke god een tempel. 
  • Gewone mensen kwamen bijna nooit in tempels: alleen de priesters en priesteressen mochten er naar binnen. 
  • Er werden rituele gehouden om de goden gunstig te stemmen.
  • Tempels waren symmetrisch: de linker- en rechterhelft waren elkaars spiegelbeeld.
  • Voorbeeld van symmetrie: even aantal zuilen (stenen palen)

Slide 16 - Tekstslide

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
  • Vanaf de 5e v.Chr. maakten Grieksen beeldhouwers stenen en bronzen beelden die goed klopten met de werkelijkheid. 
  • Om het echt te laten lijken, kregen beelden vaak een ontspannen houding of zat er beweging in. 
  • De beelden moesten perfect uitzien: ze beelden een schoonheidsideaal uit. Dus vanaf de 4e v.Chr. kregen beelden onvolkomenheden, bijv. rimpels of drukte het gezicht een sterke emotie uit.

Slide 17 - Tekstslide

Beeldhouwkunst
Reliëf: Een techniek waarbij een afbeelding in een vlakke ondergrond wordt uitgehakt.


Slide 18 - Tekstslide

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
Het dagelijks leven en mythen werden vaak geschilderd op schalen en vazen. 

Later gingen andere volken gingen de Griekse kunst nadoen.

Slide 19 - Tekstslide

Alle kunstwerken uit de oude Griekse noemen we: klassiek

Slide 20 - Tekstslide

3. Hoe gingen de Grieken door filosofie en wetenschap op een andere manier nadenken?

  • Vanaf de 6e eeuw waren er Grieken die niet meer geloofden dat gebeurtenissen in de natuur en de samenleving het werk waren van goden. 
  • Ze wilden met hun verstand begrijpen hoe dingen in elkaar zaten. 
  • Ze zochten naar logische verklaringen door onderzoek te doen.
  • Filosofen en wetenschappers.

Slide 21 - Tekstslide

Wat onderzochten de Grieken: filosofie
Filosofie: denken over grote levensvragen, dilemma's. Zoeken naar wijsheid.
  • Socrates (ethiek, kreeg de doodstraf) 
  • Plato (politiek, ideale samenleving)
  • Aristoteles (het doel van het leven. Leraar van Alexander de Grote)

Ook in onze tijd is belangrijk om vragen te stellen om problemen op te lossen. 


Slide 22 - Tekstslide

Wetenschappers
  • Hippokrates, arts. 
  • Onderzocht het ziekteverloop van patiënten. 
  • Betere hygiëne door het huis goed stoken, lijken verbranden en water koken voor het gebruik. 
  • Hij stichtte een school waar hij het vak aan andere leerde.  

Voorheen dachten de mensen dat natuurverschijnselen, ziektes, het leven en de dood plaatsvond wanneer de goden beledigden voelden. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat onderzochten de Grieken: geschiedenis
  • Herodotus probeerde kennis te verzamelen over de geschiedenis.
  • Onderzocht de betrouwbaarheid van wat hij horde en las. 
  • Hij ging mensen ondervragen, bronnen onderzoeken en argumenten wegen.
  • Hij wordt de vader van de geschiedschrijving genoemd.

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

Slide 25 - Tekstslide

Griekse vaas, ongeschreven
Dagboek van Anne Frank, geschreven
Directe bronnen

Slide 26 - Tekstslide

PRIMAIRE BRONNEN

  • Gecreëerd zijn in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoel beantwoorden
2. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
3. Hoe gingen de Grieken door filosofie en wetenschap op een andere manier nadenken?
4. Wat zijn primaire- en secundaire bronnen?

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk bespreken, 15 minuten
O: met docent aan de slag

B: zelfstandig nakijken

V: leerdoelen zelfstandig beantwoorden
werkboek blz. 62-63 opdrachten 8, 9 en 10


timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide