2.4

Voeding en vertering
2.4 Hoeveel is gezond?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voeding en vertering
2.4 Hoeveel is gezond?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
- Terug kijken op twee weken terug
- Uitleg 2.4
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Geef 1 tip om gezond te eten:

Slide 3 - Woordweb

Welk vak van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Oranje
B
Blauw
C
Bruin
D
Groen

Slide 4 - Quizvraag

Staan energiedrankjes in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Hoeveel is gezond?
Je lichaam gebruikt een groot deel van het voedsel als brandstof. Hieruit haalt je lichaam energie!

Energie wordt aangegeven met joule (J) 
1000 J = 1 kJ (kilojoule)

Vaak wordt gebruik gemaakt van het rekenen met calorieën (cal)
1000 cal = 1 kcal (kilocalorie)
                                                                    1 kcal = 4,2 kj

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel is gezond?
Hoeveel energie een persoon nodig is hangt 
af van verschillende dingen
-geslacht
-leeftijd
-lichaamsgrootte
-lichamelijke inspanning
-klimaat
-seizoen
enzovoort.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Energie opname
Lichaamsgewicht gelijk = energieopname en energieverbruik gelijk

Zwaarder worden = meer energieopname dan energieverbruik = overgewicht

Lichter worden = minder energieopname dan energieverbruik=ondergewicht

Aanleg = eigenschap die je van je ouders hebt geërfd = lichte bouw of zwaardere bouw

Slide 10 - Tekstslide

Je gewicht blijft gelijk, als je net zoveel eet en drinkt als je nodig hebt voor alle activiteiten op een dag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Iemand die meer voedingsstoffen opneemt dan verbruikt die..
A
Wordt minder zwaar
B
Gewicht blijft gelijk
C
Wordt zwaarder

Slide 12 - Quizvraag

Mensen die zwaarder zijn dan het gewicht dat bij hun leeftijd en lengte past, hebben ondergewicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Met traplopen verbrand je meer kilojoule per minuut als met joggen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Als je lichaamsgewicht lager is dan bij je leeftijd en lengte past, heb je ondergewicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
2.4  hoeveel is gezond?
Maken opdracht: 17 t/m 22

Klaar?
1. Samen met je buurman/buurvrouw de antwoorden bespreken
2. Iets voor jezelf gaan doen.

Slide 16 - Tekstslide