FEB 4

Sociaal-Maatschappelijke Dimensie 
Sociaal maatschappelijke dimensie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Sociaal-Maatschappelijke Dimensie 
Sociaal maatschappelijke dimensie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
De sociaal maatschappelijke dimensie
Terugblik op de vorige les (10 min.)

Themales: De Grondwet
Opdracht: Herken de grondwetsartikelen (10 min.)
Theorie: Grondrechten (10 min.)
Opdracht: De grondwet & jij


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vorige week

  • Aan het eind van deze les:
  • Kun je uitleggen wat een waarde en een norm is én voorbeelden geven uit je eigen leven
  • Kun je uitleggen hoe het socialisatieproces werkt en daarbij voorbeelden geven uit je eigen leven
  • Weet je wat een bedrijfscultuur is en waarom het belangrijk is om daarop te letten bij het zoeken naar een baan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

  • Aan het eind van deze les:
  • kan je omschrijven wat de Grondwet en grondrechten betekenen;
  • kan je het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten benoemen;
  • kan je uitleggen hoe de Nederlandse Grondwet en de daarbij behorende grondrechten invloed hebben op jezelf en je dagelijks leven.
  • kun je vertellen hoe waarden kunnen botsen.
  • kan je vertellen wat voor jezelf belangrijke waarden zijn die worden vertegenwoordigd in jouw en in de huidige Nederlandse Grondwet.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet en grondrechten
De Grondwet
De belangrijkste Nederlandse wet. In de Grondwet zijn onder meer de bevoegdheden van koning, regering en parlement geregeld. Ook zijn in de Grondwet de belangrijkste rechten en plichten van de burgers vastgelegd. De plichten van de overheid staan hier ook in benoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Een grondwet is een set regels en principes die het fundament vormen van een land. Het beschrijft hoe de regering werkt, wat de rechten en plichten van burgers zijn, en de basisprincipes van rechtvaardigheid en gelijkheid binnen de samenleving. 

Vereenvoudigde uitleg: Het is als een soort 'handleiding' die de regels en grenzen bepaalt voor hoe een land wordt bestuurd en hoe mensen met elkaar omgaan.
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet en grondrechten
Het grondrecht
Een grondrecht omschrijft waar de inwoners van een land recht op hebben.
Ieder land heeft zijn eigen grondrechten.

  • Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten
     Zorgen voor de bescherming van burgers tegen de overheid.
  • Voorbeeld: gelijke behandeling

  • Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten
     Zorgen ervoor dat de overheid verantwoordelijk is voor het zorgen voor dingen die mensen
     nodig hebben om goed te kunnen leven en deelnemen aan de samenleving. 
  • Voorbeeld: recht op goed onderwijs

Slide 7 - Tekstslide

"Grondrecht" is een term die verwijst naar de belangrijke rechten die mensen hebben vanwege het feit dat ze in een bepaald land wonen. Deze rechten zijn heel erg belangrijk, omdat ze iedereen beschermen en ervoor zorgen dat mensen eerlijk en gelijk behandeld worden.

Een paar voorbeelden van grondrechten zijn het recht op vrijheid van meningsuiting (zodat je kunt zeggen wat je denkt), het recht op onderwijs (zodat je kunt leren en groeien), en het recht op gelijke behandeling (zodat iedereen eerlijk wordt behandeld, ongeacht wie ze zijn). Dit zijn drie voorbeelden van grondrechten. 

Welke grondrechten kunnen de leerlingen nog meer opnoemen?

Grondrechten zijn als de 'grote spelregels' van een land. Ze zorgen ervoor dat iedereen met respect wordt behandeld en dat mensen kunnen leven en werken in vrijheid en gelijkheid.

1. Grondwet en grondrechten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23

Slide 8 - Tekstslide

Alle grondrechten staan in de Grondwet. In Nederland zijn er momenteel 23 grondrechten.

In de hotspots staan alle 23 grondrechten die momenteel gelden in Nederland. Open de hotspots om te kijken welke grondrechten er hier gelden.

Hulpvragen die je kan stellen:
  • Wat vind je van de 23 grondrechten?
  • Welk grondrecht snap je (nog) niet helemaal? Wie uit de klas kan die toelichten?

1. Grondwet en grondrechten
Hoe hebben 
deze grondrechten
met jou te maken?
1.
2.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hebben deze grondrechten met jou te maken?

Met devices:
  • Klik op de eerste spinner. Hierin staan alle 23 grondrechten. Een willekeurig grondrecht wordt gekozen. Klik vervolgens op 'ga verder zonder' en klik naast de spinner.
  • Klik nu op de tweede spinner. Hierin staan de namen van de leerlingen in de les. Een willekeurige leerling wordt gekozen. Kies vervolgens 'ga verder zonder' en klik naast de spinner.
  • Vraag aan de gekozen leerling hoe die denkt dat het willekeurig geselecteerde grondrecht met diegene te maken zou kunnen hebben.
  • Herhaal deze stappen een aantal keer tot je als docent het gevoel hebt dat jouw klas doorheeft hoe de grondrechten effect hebben op de leerlingen zelf. Suggestie: minimaal drie.
Zonder devices:
  • Herhaal dezelfde stappen als 'Met devices', maar sla de tweede spinner over. Laat in plaats daarvan de leerlingen zelf hun vinger opsteken.
1. Grondwet en grondrechten
Geef jouw mening! Maak jouw top drie grondrechten 
die jij voor jezelf het meest belangrijk vindt.
Artikel 1: Gelijke behande­ling en discriminatie­verbod
In Nederland wordt iedereen in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Elke vorm van discriminatie is verboden.
1
Artikel 2: Nederlander­schap; vreemdeling; uitlevering; recht tot verlaten van land
De wet regelt wie Nederlander is en wie hier wordt toegelaten. Uitlevering aan een ander land is alleen mogelijk als er met dat land een verdrag is.
Iedereen heeft het recht het land te verlaten, behalve als de wet dat verbiedt.
2
Artikel 3: Gelijke benoembaar­heid
Iedereen die Nederlander is, mag ambtenaar worden.
3
Artikel 4: Kiesrecht
Iedere Nederlander van achttien jaar en ouder mag stemmen. Ook mag je dan in de gemeenteraad, de provinciale staten en de Tweede Kamer worden gekozen.
4
Artikel 5: Petitierecht
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid.
5
Artikel 6: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
Alle Nederlanders hebben het recht om hun godsdienst of levensovertuiging vrij te tonen. Wel moet je je daarbij aan de regels van de wet houden.
6
Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting; censuurverbod
In Nederland heb je vooraf geen toestemming nodig om gedachten of gevoelens te publiceren in boeken, kranten of andere media.
Voor reclame gelden er aparte spelregels.
7
Artikel 8: Vrijheid van vereniging
In Nederland mag iedereen een vereniging oprichten of er lid van worden. Wel moet elke vereniging de openbare orde respecteren.
8
Artikel 9: Vrijheid van vergadering en betoging
In Nederland mag je vergaderen en demonstreren. De overheid mag alleen regels voor demonstraties maken in het belang van de verkeersveiligheid en om wanordelijkheden te voorkomen.
9
Artikel 10: Privacy
Iedereen in Nederland heeft recht op privacy.
De gegevens die over jou vastgelegd zijn, mag je inzien en kun je eventueel verbeteren.
10
Artikel 11: Onaantastbaar­heid lichaam
Iedere Nederlander heeft recht op de onaantastbaarheid van zijn lichaam. Wel mag de wetgever uitzonderingen op dat grondrecht maken.
11
Artikel 12: Huisrecht
In Nederland mag zonder de toestemming van de bewoner een woning niet binnengetreden worden, behalve als de wet dat toestaat of als de rechter er toestemming voor geeft.
12
Artikel 13: Briefgeheim
In Nederland heeft iedereen recht op eerbiediging van het telefoon- en telegraafgeheim, behalve als de wet dat toestaat of als de rechter er toestemming voor geeft.
13
Artikel 14: Onteigening
In Nederland zijn eigendommen onschendbaar. Onteigening kan alleen als het algemeen belang in het geding is en er een schadeloosstelling tegenover staat.
14
Artikel 15: Vrijheidsontne­ming
Je mag in Nederland niet willekeurig van je vrijheid beroofd worden. Alleen als het in de wet staat en de rechter er toestemming voor geeft, mag je in Nederland worden vastgehouden. Wel moet je binnen een redelijke termijn voor de rechter worden voorgeleid.
15
Artikel 16: Geen straf zonder wet
In Nederland kun je alleen gestraft worden voor feiten die op dat moment al in de wet strafbaar gesteld worden.
16
Artikel 17: Wettelijke toekenning rechter
Iedereen in Nederland heeft recht op een eerlijk proces en moet een beroep op de rechter kunnen doen om een onafhankelijke uitspraak te krijgen.
17
Artikel 18: Rechtsbijstand
Iedereen in Nederland heeft recht op rechtshulp.
Als je dit niet zelf kunt betalen, krijg je financiële hulp.
18
Artikel 19: Werkgelegenheid; rechtspositie werknemers; arbeid
De overheid moet bevorderen dat er in Nederland voldoende werk is. Ook maakt ze regels voor rechtspositie, arbeidsomstandigheden en medezeggenschap. Als je je als Nederlander aan de wet houdt, ben je vrij om het beroep te kiezen dat je wilt.
19
Artikel 20: Bestaanszeker­heid; welvaart; sociale zekerheid
De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen in Nederland voldoende inkomen heeft om van te kunnen leven. Nederlanders die dat niet op eigen kracht lukt, komen in aanmerking voor een uitkering.
20
Artikel 21: Milieu
De overheid moet Nederland en de Nederlanders tegen rampen beschermen. Ook moet ze het leefmilieu verbeteren.
21
Artikel 22: Volksgezond­heid; woonge­le­gen­heid; ontplooiing
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding.
22
Artikel 23: Het openbaar en bijzonder onderwijs
De overheid moet zorgen voor goed onderwijs. Het geven van onderwijs is voor iedereen in Nederland vrij. De overheid stelt alleen eisen aan de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast moet ze voor voldoende openbaar onderwijs zorgen.
23

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen hun mening geven over de Grondwet. Welke grondrechten vinden vinden zij het meest belangrijk voor zichzelf?
  • Note: Er is geen goed of fout antwoord bij deze opdracht.
  • Tip: klik op de hotspot om de grondrechten opnieuw te lezen.

Met device:
Klik op 'toon bij leerling', zodat de leerlingen op hun eigen device de hotspots kunnen aanklikken en verslepen.
  1.  Laat de leerlingen zelfstandig nadenken over hun eigen top drie. De hotspots met de grondrechten kunnen ze verslepen naar de cirkels met medaille 1, 2 en 3.
  2. Laat ze daarna voor zichzelf beredeneren waarom deze drie zo belangrijk zijn voor hen. Wat voor effect hebben deze grondrechten op in je dagelijks leven?
  3. Maak vervolgens groepjes van vier. Ieder groepje bespreekt hun eigen top drie en hun redeneringen. 
  4. Het groepje maakt na de bespreking een gezamenlijke top drie en maakt per team één screenshot van de top drie van het team. Deze screenshot is nodig voor de volgende opdracht.
Zonder device:
  1. De leerlingen schrijven op een blaadje hun eigen top drie en bedenken hierbij hun eigen beredenering. (Waarom zijn deze belangrijk? Wat voor effect heeft deze grondwet op mij in mijn dagelijks leven?)
  2. Maak vervolgens groepjes van vier. Ieder groepje bespreekt hun eigen top drie en hun redeneringen.
  3. Het groepje maakt na de bespreking één gezamenlijke top drie en schrijft die op een briefje. 
1. Grondwet en grondrechten
Stel je eigen grondwet op!
  • Stel je eigen lange termijn grondwet op.
  • Regel 💡: Er mogen maar tien grondrechten in.
  • Je hebt keuze uit huidige grondrechten, grondrechten uit
     andere landen en/of je kan er zelf een bedenken als team.
  • Hoe zorg je ervoor dat jouw eigen belangen vertegenwoordigd zijn?
  • Hoe zorg je ervoor dat het waarden zijn die ook over
     +100 jaar nog van belang zijn?

Slide 11 - Tekstslide

Afhankelijk van de klassfeer: verdeel de klas over zes teams of laat de klas zelf zes teams maken.

Maak voor jezelf duidelijk welk team, team 1 t/m 6 is. Dit is belangrijk voor de pitches en poll later in de les.
1. Grondwet en grondrechten
In mijn grondwet heeft iedereen recht op:

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht: 15 minuten
Zonder device:
  • Druk zes maal de bijlage 'Eigen grondwet samenstellen' af en deel ze uit aan de zes teams.
Met device:
  • Klik op 'toon bij leerling' zodat de leerlingen op hun eigen device de slide kunnen gebruiken.
  • Laat de leerlingen 10 vinkjes plaatsen bij de 10 grondrechten die bij hun grondwet zullen gelden.
  • Als ze het lege lijntje kiezen, mogen ze daar een eigen grondrecht voor bedenken.

Welke grondrechten kwamen in 
meerdere grondwetten voor?

Slide 13 - Open vraag

Stel de open vraag: Welke grondrechten kwamen in meerdere grondwetten voor?

Kijk welke grondwetten er bij meerdere teams overeen kwamen. Waarom zijn deze voor de klas zo belangrijk?
1. Grondwet en grondrechten
Stellingenspel
Wat vind jij?
E
E
N
S
O
N
E
E
N
S

Slide 14 - Tekstslide

Stellingenspel
In de spinner staan stellingen die te maken hebben met waarden. 
  • Draai aan de spinner en lees de stelling voor die verschijnt. Draai minimaal drie keer.
  • Laat de leerlingen aan één kant van het lokaal gaan staan als ze het eens zijn en aan de andere kant als ze het oneens zijn. (Rustigere optie: staan of zitten)
  • Laat ze vervolgens hun keuze toelichten.
1. Grondwet en grondrechten
Botsende waarden
     Hoe kunnen waarden botsen?
  • Waarden kunnen botsen
     als verschillende mensen
     anders denken over wat
     goed of belangrijk is.


  • Waarom gebeurt dit?
     Omdat iedereen anders is
     opgegroeid en verschillende
     ervaringen heeft gehad.
     Wat voor de ene persoon
     belangrijk is, kan voor de
     ander minder belangrijk zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide legt uit hoe waarden kunnen botsen en waarom dit gebeurt.

Stel de vraag 'Hoe kunnen waarden botsen?' eerst klassikaal. Laat vervolgens het antwoord zien. Zijn de leerlingen het hiermee eens?

Laat vervolgens de vraag zien 'Waarom gebeurt dit?'. Kunnen de leerlingen zich dat voorstellen na het stellingspel wat ze hebben gespeeld? 
1. Grondwet en grondrechten
gelijkheid
Artikel 1: gelijke behandeling en non-discriminatie

Artikel 7: vrijheid van meningsuiting

Artikel 6: vrijheid van godsdienst en levensoveruiting
Artikel 8: bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Artikel 9: vrijheid van vergadering en betoging
Artikel 10: recht op privacy van communicatie

Artikel 19: bevordering van werkgelegenheid en bescherming
                     van arbeidsomstandigheden
Artikel 20: sociale zekerheid en bijstand
Artikel 22: volksgezondheid, woongelegenheid en ontplooiing

Artikel 23: vrijheid van onderwijs
vrijheid
Waarden in de grondwet
solidariteit

Slide 16 - Tekstslide

In deze grondrechten komen de waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit terug.

Activiteit:
Trek klassikaal lijntjes met het LessonUp tekenpotlood (rechtsonderin) welke waarde bij welke artikelen horen.

Een artikel kan bij meerdere waarden horen. Artikel 1 past bijvoorbeeld bij zowel vrijheid als gelijkheid.

Na het categoriseren:
In de eerste les is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten uitgegeld. Kunnen de leerlingen zien welke grondrechten klassiek en sociaal zijn? 

Goed om te weten:
"De Grondwet kent geen rangorde tussen de grondrechten. Art. 1 is dan ook niet belangrijker dan Art. 23 Gw. Als zich conflicten tussen grondrechten voordoen, zal de rechter de belangen die op dat moment in het geding zijn, tegen elkaar afwegen."
1. Grondwet en grondrechten
Tijdens de pauze supermarkt bezoeken
situatie
Leerlingen willen graag wat lekkers halen tijdens de pauze. De dichtstbijzijnde supermarkt laat alleen twee leerlingen per keer naar binnen met een mandje.
Ook moeten ze hun tassen
achterlaten bij de ingang.

Slide 17 - Tekstslide

Rollenspel: Tijdens de pauze supermarkt bezoeken
Doel: Verkennen van de botsing tussen recht tot gelijke behandeling en veiligheidsmaatregelen.

Opdracht: Voer het rollenspel uit waarbij leerlingen de rol aannemen van verschillende belanghebbenden: leerling, supermarkt eigenaar, millennial en cafetariamedewerker school. Deze partijen zijn allen betrokken bij deze situatie.

Hoe werkt het?
  • Verdeel de klas in vier groepen en wijs elke groep een rol toe.
  • Lees dit scenario aan de vier groepen voor: "Leerlingen willen graag wat lekkers halen tijdens de pauze. De dichtstbijzijnde supermarkt laat alleen twee leerlingen per keer naar binnen met een mandje. Ook moeten ze hun tassen achterlaten bij de ingang."
  • Laat elke groep hun standpunt presenteren en onderhandel over een oplossing die zowel veiligheid als gelijke behandeling bevorderd.
Reflecteer op hoe verschillende belangen conflicteren en hoe een balans kan worden gevonden.
1. Grondwet en grondrechten
leerling
andere supermarkt bezoeker
 supermarkt
eigenaar
cafetaria
medewerker school
"Pff... Ik moet kei lang wachten òf wordt niet geholpen op basis van
mijn leeftijd en opleiding. 
Dit klinkt als leeftijdsdiscriminatie."
"Die scholieren liepen alleen maar in de weg en kochten niks. Ik wil gewoon rustig mijn boodschappen
kunnen doen."
"Ik moet wel. Er werd zoveel gestolen! Aan de andere kant zijn het ook de klanten van de toekomst..."
"Alle kids kochten ineens niets meer hier. Alles was goedkoper bij de supermarkt. Daar konden we niet
tegen concurreren."

Slide 18 - Tekstslide

Rollenspel: Tijdens de pauze supermarkt bezoeken
Doel: Verkennen van de botsing tussen recht tot gelijke behandeling en veiligheidsmaatregelen.

Opdracht: Voer het rollenspel uit waarbij leerlingen de rol aannemen van verschillende belanghebbenden: leerling, supermarkt eigenaar, millennial en cafetariamedewerker school. Deze partijen zijn allen betrokken bij deze situatie.

Hoe werkt het?
  • Verdeel de klas in vier groepen en wijs elke groep een rol toe: burger, politie, overheid, bedrijf.
  • Lees dit scenario aan de vier groepen voor: "Leerlingen willen graag wat lekkers halen tijdens de pauze. De dichtstbijzijnde supermarkt laat alleen twee leerlingen per keer naar binnen met een mandje. Ook moeten ze hun tassen achterlaten bij de ingang."
  • Laat elke groep hun standpunt presenteren en onderhandel over een oplossing die zowel veiligheid als gelijke behandeling bevorderd.
Reflecteer op hoe verschillende belangen conflicteren en hoe een balans kan worden gevonden.
1. Grondwet en grondrechten
privacy vs publieke veiligheid
situatie
De overheid denkt er aan om het aantal bewakingscamera's in stadscentrums te verhogen om criminaliteit te verminderen, maar dit roept zorgen op over de privacy van burgers die constant worden gefilmd.

Slide 19 - Tekstslide

Rollenspel: privacy vs. publieke veiligheid
Doel: Verkennen van de botsing tussen privacyrechten en veiligheidsmaatregelen.

Opdracht: Voer het rollenspel uit waarbij leerlingen de rol aannemen van verschillende belanghebbenden: burgers, overheidsfunctionarissen, politie en bedrijven. Deze partijen zijn allen betrokken bij een discussie over privacy en veiligheid.

Hoe werkt het?
  • Verdeel de klas in vier groepen en wijs elke groep een rol toe: burger, politie, overheid, bedrijf.
  • Lees dit scenario aan de vier groepen voor: "De overheid denkt er aan om het aantal bewakingscamera's in stadscentrums te verhogen om criminaliteit te verminderen, maar dit roept zorgen op over de privacy van burgers die constant worden gefilmd."
  • Laat elke groep hun standpunt presenteren en onderhandel over een oplossing die zowel privacy als veiligheid probeert te balanceren.
Reflecteer op hoe verschillende belangen conflicteren en hoe een balans kan worden gevonden.
1. Grondwet en grondrechten
burger
politie
overheid
bedrijf
"Ik maak mij zorgen over mijn privacy. Het voelt alsof
ik straks constant in de gaten wordt gehouden."
"Deze bewakingscamera's zijn een super nuttig hulpmiddel om criminaliteit te bestrijden."
"Hmm... Ik twijfel tussen
de noodzaak van veiligheid en de bescherming van burgerrechten."
"Dit zal ons echt enorm helpen om criminaliteit
te verminderen en hoe klanten ons zien."

Slide 20 - Tekstslide

Rollenspel: privacy vs. publieke veiligheid
Doel: Verkennen van de botsing tussen privacyrechten en veiligheidsmaatregelen.

Opdracht: Voer het rollenspel uit waarbij leerlingen de rol aannemen van verschillende belanghebbenden: burgers, overheidsfunctionarissen, politie en bedrijven. Deze partijen zijn allen betrokken bij een discussie over privacy en veiligheid.

Hoe werkt het?
  • Verdeel de klas in vier groepen en wijs elke groep een rol toe: burger, politie, overheid, bedrijf.
  • Lees dit scenario aan de vier groepen voor: "De overheid denkt er aan om het aantal bewakingscamera's in stadscentrums te verhogen om criminaliteit te verminderen, maar dit roept zorgen op over de privacy van burgers die constant worden gefilmd."
  • Laat elke groep hun standpunt presenteren en onderhandel over een oplossing die zowel privacy als veiligheid probeert te balanceren.
Reflecteer op hoe verschillende belangen conflicteren en hoe een balans kan worden gevonden.
1. Grondwet en grondrechten
Meer vrouwen in bestuursfuncties
situatie
Er is een debat gaande over het invoeren
van een bepaald percentage vrouwen in bestuursfuncties om gelijkheid te bevorderen, maar het kan worden gezien als een inperking van de vrijheid van bedrijven om hun eigen personeel te kiezen.

Slide 21 - Tekstslide

Rollenspel: Meer vrouwen in bestuursfuncties
Doel: Verkennen van de botsing tussen vrijheid, gelijkheid en solidariteit.

Opdracht: Voer het rollenspel uit waarbij leerlingen de rol aannemen van verschillende belanghebbenden: burgers, overheidsfunctionarissen, politie en bedrijven. Deze partijen zijn allen betrokken bij een discussie over privacy en veiligheid.

Hoe werkt het?
  • Verdeel de klas in vier groepen en wijs elke groep een rol toe: burger, politie, overheid, bedrijf.
  • Lees dit scenario aan de vier groepen voor: "Er is een debat gaande over het invoeren van een bepaald percentage vrouwen in bestuursfuncties om gelijkheid te bevorderen, maar het kan worden gezien als een inperking van de vrijheid van bedrijven om hun eigen personeel te kiezen."
  • Laat elke groep hun standpunt presenteren en onderhandel over een oplossing die zowel privacy als veiligheid probeert te balanceren.
Reflecteer op hoe verschillende belangen conflicteren en hoe een balans kan worden gevonden.
1. Grondwet en grondrechten
burger
politie
overheid
bedrijf
"Ik zie de noodzaak
van gelijkheid."
"Degene die de baan verdient, moet hem krijgen."
"Ik voel de spanning ontstaan. Mijn team staat klaar mochten er protesten uitbreken."
"Het zal u niet zijn ontgaan dat wij vele gespreken voeren over de wetgeving die gelijke kansen bevordert zonder autonomie van bedrijven te beperken."
"We moeten nu ineens onze wervings- en promotiebeleid aanpassen om aan de nieuwe eisen te voldoen."

Slide 22 - Tekstslide

Rollenspel: privacy vs. publieke veiligheid
Doel: Verkennen van de botsing tussen privacyrechten en veiligheidsmaatregelen.

Opdracht: Voer het rollenspel uit waarbij leerlingen de rol aannemen van verschillende belanghebbenden: burgers, overheidsfunctionarissen, politie en bedrijven. Deze partijen zijn allen betrokken bij een discussie over privacy en veiligheid.

Hoe werkt het?
  • Verdeel de klas in vier groepen en wijs elke groep een rol toe: burger, politie, overheid, bedrijf.
  • Lees dit scenario aan de vier groepen voor: "De overheid denkt er aan om het aantal bewakingscamera's in stadscentrums te verhogen om criminaliteit te verminderen, maar dit roept zorgen op over de privacy van burgers die constant worden gefilmd."
  • Laat elke groep hun standpunt presenteren en onderhandel over een oplossing die zowel privacy als veiligheid probeert te balanceren.
Reflecteer op hoe verschillende belangen conflicteren en hoe een balans kan worden gevonden.
1. Grondwet en grondrechten
Begrippenlijst
  • Waarden      Ideeën en doelen die mensen in een samenleving of groep belangrijk vinden.
                             Waarden zijn gedachten over wat goed en wenselijk is.

  • Vrijheid        Dat je mag denken, zeggen en doen wat je zelf wilt.

  • Gelijkheid    Het idee dat alle mensen evenwaardig zijn en gelijke rechten hebben.

  • Solidariteit  Saamhorigheid en verbondenheid.
                             Het betekent dat mensen elkaar helpen en steunen, vooral als iemand het moeilijk
                             heeft. Het gaat over samen sterk zijn en voor elkaar zorgen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet en grondrechten
Begrippenlijst
  • Sociale grondrechten       De economische, sociale en culturele rechten.
                                                        Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid,
                                                        gezondheidszorg en onderwijs.

  • Klassieke grondrechten   De burgerlijke en politieke rechten.
                                                        Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting,
                                                        recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk

Maak alle kennisvragen van de Sociaal Economische Dimensie!
Heb je geen licentie? Dan krijg je een kopie.
Let op! Bewaar deze als toetsvoorbereiding!

Klaar? Doe in stilte iets voor jezelf.
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FEB 4

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kuddegedrag

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies