Je kunt een stamboom met de kenmerken van een familie lezen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
11.5 Erfelijke aandoeningen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt een stamboom met de kenmerken van een familie lezen
Slide 1 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Hoe maak je een stamboom?
In een stamboom kun je de relaties in een familie zien - wordt bij erfelijkheidsonderzoek gebruikt - het fenotype van familieleden wordt genoteerd - mannen en vrouwen hebben hun eigen symbool - vierkantje voor man en rondje voor vrouw
Slide 2 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Voorbeeld stamboom (bron 2; blz. 121)
Welke haarkleur is recessief? En hoe zie je dit?
Wat is het genotype van Marie? En wat is het genotype van Hans?
Slide 3 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Wat? Maken 11.5 – Opdracht 1 t/m 9
Hoe? Blz. 120 t/m 123
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 15 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
15:00
Slide 4 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de oorzaken van aangeboren aandoeningen beschrijven
Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen
Slide 5 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Hoe ontstaan aangeboren aandoeningen?
Een fout in een gen - DNA is veranderd > mutatie
Een fout bij de vorming van geslachtscellen - niet erfelijk
Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers - niet erfelijk
Erfelijke en niet-erfelijke aandoeningen kunnen m.b.v. prenataal onderzoek worden ontdekt
Slide 6 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Mutaties
Een fout in een gen kan ontstaan doordat het DNA in chromosomen beschadigt raakt - dit kan door bijv. straling, virussen en giftige stoffen in sigarettenrook - gen is veranderd en bevat niet meer de juiste informatie - zo’n verandering in DNA noemen we een mutatie - zijn vaak schadelijk en kunnen kanker veroorzaken
Wanneer een mutatie in een geslachtscel zit kan dit erfelijke aandoeningen veroorzaken
Slide 7 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Fout tijdens vorming geslachtscellen
Tijdens de meiose kan een chromosoom te veel of te weinig in een eicel of zaadcel komen
Vaak is een bevruchte eicel met verkeerd aantal chromosomen niet levensvatbaar, maar er zijn uitzonderingen: - Syndroom van Down (47 chromosomen) - Syndroom van Klinefelter (man heeft X-chromosoom te veel) - Syndroom van Turner (vrouw hebben een X-chromosoom te weinig)
Slide 8 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers
Tijdens de zwangerschap via de placenta naar de embryo
Voorbeelden: - Rode hond tijdens zwangerschap > kans op miskraam of aandoeningen aan ongeboren kind zoals hartafwijkingen, blindheid, doofheid - Softenon-baby's > medicijn werd aan zwangere vrouwen gegeven tegen misselijkheid; zorgde voor afwijkingen bij ongeboren kinderen waardoor ze veel te korte armen en/of benen kregen - Alcohol en/of drugsgebruik > hersenen ongeboren kind groeien niet volledig
Slide 9 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Wat? Maken 11.5 – Opdracht 10 t/m 15
Hoe? Blz. 124 t/m 127
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 10 t/m 15 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 10 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen
Slide 11 - Tekstslide
11.5 Erfelijke aandoeningen
Wanneer ga je naar een erfelijkheidsvoorlichter?
Bij kans op een erfelijke aandoening - eerst dragerschapsonderzoek m.b.v. een uitgebreide stamboom van de familie - drager > wel het ziekmakende gen, maar niet ziek