11 erfelijkheid 11.5 erfelijke aandoeningen

11.5 erfelijke aandoeningen

Begrippen
Stambomen
Aangeboren aandoeningen
Erfelijkheidsvoorlichting
Opdrachten
Afsluiten


Leerdoelen
Je kunt een stamboom met kenmerken van een familie lezen.

Je legt uit hoe aangeboren aandoeningen kunnen ontstaan.

Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

11.5 erfelijke aandoeningen

Begrippen
Stambomen
Aangeboren aandoeningen
Erfelijkheidsvoorlichting
Opdrachten
Afsluiten


Leerdoelen
Je kunt een stamboom met kenmerken van een familie lezen.

Je legt uit hoe aangeboren aandoeningen kunnen ontstaan.

Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen


stamboom
aangeboren aandoening
erfelijke aandoening
mutatie
prenataal onderzoek
drager
recessief overervende aandoening
dominant overervende aandoening


Slide 2 - Tekstslide

Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 3 - Quizvraag


12. Stamboom
Bekijk de stamboom. In de stamboom worden mannen met een vierkantje aangegeven en vrouwen met een rondje.

Welk verband is er tussen 2 en 10?
A
Moeder en dochter
B
Vader en zoon
C
Oma en kleindochter
D
Opa en kleinzoon

Slide 4 - Quizvraag


Is de ziekte dominant of recessief?  
A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief

Slide 5 - Quizvraag

Hoe maak je een stamboom?

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de genotypen? 

Slide 7 - Tekstslide

par 11.5: Leerdoelen
Je kunt een stamboom met kenmerken van een familie lezen.

Nu en huiswerk: maken par 11.5 opgave 1 t/m 9
Klaar? Oefen verder op de volgende slide



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

par 11.5 deel 2: Leerdoelen
Je kunt een stamboom met kenmerken van een familie lezen.
Je legt uit hoe aangeboren aandoeningen kunnen ontstaan.
Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen


Slide 10 - Tekstslide

Aangeboren aandoening
= aandoening vanaf de geboorte

Oorzaken
1. Een fout in een gen
2. Een fout bij de vorming van de geslachtscellen
3. Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers

Slide 11 - Tekstslide

1. Een fout in een gen
erfelijke aandoening = een 'fout' gen dat een kind van zijn ouders heeft geërfd. 
- kan worden opgespoord met de hielprik

mutatie = een verandering van het DNA (doordat DNA kapot kan gaan).
Oorzaken: uv-straling, radioactieve straling, giftige stoffen, virussen, maar ook spontaan. 

Slide 12 - Tekstslide

2. Een fout bij de vorming van geslachtscellen
Niet erfelijk!

Na meiose een chromosoom te veel of te weinig. 

Syndroom van Klinefelter = X-chromosoom te veel (mannen)
Syndroom van Down = chromosoom te veel
Syndroom van Turner = X-chromosoom te weinig (vrouwen)

Slide 13 - Tekstslide

3. Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers
Niet erfelijk!

Embryo krijgt ziekteverwekkers, medicijnen of drugs via de placenta. 

Prenataal onderzoek = onderzoek tijdens de zwagerschap bij het ongeboren kind (echoscopie, vruchtwaterpunctie, vlokkentest)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Drager van het allel

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Huiswerk: Leren blz. 124, 125 en 128
Maken par. 11.5 opdr. 10 t/m 21

Leerdoelen:

Je legt uit hoe aangeboren aandoeningen kunnen ontstaan.
Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Leren blz. 124, 125 en 128
Maken par. 11.5 opdr. 10 t/m 19

Slide 19 - Tekstslide