Economisch bekeken - H1.2 Inkomsten omrekenen

Hoofdstuk 1 - Zakgeld en inkomen (B)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - Zakgeld en inkomen (B)

Slide 1 - Tekstslide

  • H1.1 Inkomsten in soorten
  • H1.2 Inkomsten omrekenen
  • H1.3 Getallen op een rij
  • H1.4 Bijverdienen
  • H1.5 De bank betaalt
  • H1.6 Inkomen en beroep
Inhoud

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Inkomsten omrekenen

Slide 4 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • inkomsten over verschillende perioden omrekenen.
  • inkomsten met elkaar vergelijken.
Wat gaan we leren?

Slide 5 - Tekstslide

Is €50,- per 4 weken hetzelfde als €50,- per maand?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Inkomsten en uitgaven hebben vaak een bepaalde regelmaat:
  • per week
  • per maand
  • per jaar.

Je kunt inkomsten en uitgaven alleen vergelijken als ze over dezelfde periode gaan, bijv. over een week of of over een maand.
Hoe vaak krijg ik salaris?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Een jaar heeft _____ dagen!
Een jaar heeft _____ weken!
Een jaar heeft _____ kwartalen!
Een jaar heeft _____ maanden!
Een week heeft _____ dagen!
Hoeveel dagen heeft een jaar?
Antwoorden
Een jaar heeft 365 dagen!
Een jaar heeft 52 weken!
Een jaar heeft 4 kwartalen!
Een jaar heeft 12 maanden!
Een week heeft 7 dagen!

Slide 9 - Tekstslide

Inkomsten vergelijken
ALTIJD EERST OMREKENEN NAAR ÉÉN JAAR!

Slide 10 - Tekstslide

Inkomsten vergelijken ll

Slide 11 - Tekstslide

27,30 per maand: Hoeveel per week?

Slide 12 - Open vraag

1485,85 per maand: hoeveel per dag? (geen schrikkeljaar)

Slide 13 - Open vraag