Wie of Wat kan dan selecteren?
Veranderende omgeving: Bos > Grasland: (rechtop lopen aapachtige voorouders)
Temperatuur: warm > koud: (dikke witte vacht bij ijsberen)
Roofdier: (extra huid bij zwevende eekhoorns)
Voedselbron: (grotere hersenen bij aapachtige voorouders; speren maken en gebruiken)