Presens + herhaling ontmoeten

Welkom

over vandaag/gisteren praten


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2HBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom

over vandaag/gisteren praten


Slide 1 - Tekstslide

Ontmoeten en groeten

Hoe is het?

Alles goed? 

Hoe gaat het ermee?





Prima dank je. En met jou?

Ja, hoor. En met jou?

Het gaat wel. En met jou?

Slide 2 - Tekstslide

Ontmoeten en groeten

Leuk je ontmoet te hebben.

Aangenaam




 

Ja, jij ook.

Aangenaam

Slide 3 - Tekstslide

Saying goodbye

Doeg

Doei

Fijne dag verder.

Tot volgende.....

Ik moet ervandoor.




 

Doeg

Doei

Dank je, Jij ook.

Ja, tot dan.

Oké, wij zien elkaar weer

Slide 4 - Tekstslide

Ontmoeten en groeten (formal)

Hallo, naam+ achternaam


Hoe maakt u het?


Leuk om kennis met u te maken.

Prettig kennis met u te maken.


Leuk om u weer te zien.





Aangenaam. naam+ achternaam


Heel goed. En u.


Insgelijks.




U ook.

Slide 5 - Tekstslide

Saying goodbye ( formal)

Tot ziens!


Fijne dag verder!


Fijne avond verder!




 

Tot ziens!


Fijne dag!


U ook!

Slide 6 - Tekstslide

Praat je mee?
gisteren

vandaag

morgen


Slide 7 - Tekstslide

zijn    x    hebben
 Ik ben thuis.                                          Ik heb een auto.
Jij bent                                                     Jij hebt
Hij/ zij/het is                                          Hij/ zij/het heeft
u    bent                                                      heeft/ hebt

Wij/ jullie/ zij   zijn                               Wij/ jullie/ zij    hebben


Slide 8 - Tekstslide

Het  presens
Jij leest  een boek.

Zij/ hij/ u maakt  mijn huiswerk.

Wij/ jullie/ zij slapen om 22:00 uur elke dag.

Slide 9 - Tekstslide

Het  presens
Ik maak  mijn huiswerk. (ma-ken)
Ik lees  een boek. ( le-zen)
Ik slaap om 22:00 uur elke dag. (sla-pen)
Ik reis een keer per jaar. (rei-zen)
Ik vertel een verhaal. (vertel-len)
Ik fiets naar mijn werk. (fiet-sen)

Slide 10 - Tekstslide

Praat je mee?
gisteren

vandaag

morgen


Slide 11 - Tekstslide

Het  perfectum
Ik heb mijn huiswerk gemaakt. (ma-ken)
Ik heb  een boek gelezen. ( le-zen)
Ik heb om 22:00 uur elke dag geslapen. (sla-pen)
Ik heb een keer per jaar gereisd. (rei-zen)
Ik heb een verhaal verteld. (vertel-len)
Ik ben naar mijn werk gefietst. (fiet-sen)

Slide 12 - Tekstslide

Praat je mee?
zijn  -  ben geweest
doen  - heb gedaan
slapen - heb geslapen
hebben - heb gehad
maken - heb gemaakt
sporten - heb gesport
koken - heb gekookt
eten - heb gegeten


Slide 13 - Tekstslide

Praat je mee?
Waar ben je geweest?(zijn)
Met wie?
thuis

Ik heb gemaakt.(maken)

Ik heb gekocht.(kopen)


Slide 14 - Tekstslide

Liever een goede buur 
dan een verre vriend.
verre=distante

Slide 15 - Tekstslide

4

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video

00:06
Tjonge jonge jonge!
Verschrikkelijk!
Bah!

Verdriet=Tristeza

Slide 18 - Tekstslide

00:14
Joh, Ga eens wat leuks doen!

Joh, Ga maar even naar buiten!

Spreek af met vrienden!
Nee, joh. Ik wil het niet.


Slide 19 - Tekstslide

00:21
Welke vrienden?

Het is moeilijk vriend maken tegenwoordig.

Allemaal met zichzelf bezig.

Slide 20 - Tekstslide

00:25
Ik blijf liever alleen.

Ik verveel me niet.

Ze hebben allemaal een kort lontje.

kort lontje = irritar-se facilmente.

Slide 21 - Tekstslide