Paragraaf 1.2 - Je omgeving ontdekken

1.2 Je omgeving ontdekken
Vandaag antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe kijk je naar organismen?
  • Hoe bekijk je kleine delen van organismen?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

1.2 Je omgeving ontdekken
Vandaag antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe kijk je naar organismen?
  • Hoe bekijk je kleine delen van organismen?

Slide 1 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe kijk je naar organismen?

  • Mensen, dieren en planten > organismen > alles wat leeft!
  • Waarnemen > kijken, luisteren, voelen, ruiken of zelfs proeven
    - letten op kenmerken van het organisme
  • Kenmerken > eigenschappen waaraan je een organisme herkent
    - bijv. wel of niet poten, en hoeveel poten?
    - beschrijf duidelijk de kenmerken (kleur, vorm, grootte, etc.)




Slide 2 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe bekijk je kleine delen van organismen?

  1. Met je ogen
  2. Met een loep
    - vergrootglas
    - vergroot een aantal keer
  3. Met een microscoop
    - sommige organismen zijn heel erg klein
    - een microscoop vergroot wel tot 400x



Slide 3 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Microscoop en onderdelen


Slide 4 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Oefenen met waarnemen/beschrijven






Slide 5 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
  • Wat? Maken 1.2 – Opdracht 1 t/m 9
  • Hoe? Blz. 15 t/m 16
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 6 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Vandaag antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe beschrijf je wat je ziet?
  • Hoe maak je een tekening?
  • Hoe vind je de naam van organismen?

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe beschrijf je iets?

  • Beschrijving > waarnemingen in woorden opschrijven of vertellen

  • Kenmerken > eigenschappen waaraan je een organisme herkent
    - bijv. wel of niet poten, en hoeveel poten?
    - beschrijf duidelijk de kenmerken (kleur, vorm, grootte, etc.)


Slide 8 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe maak je een tekening?

  • Natuurgetrouwe tekening > teken precies wat je ziet
    - teken veel details
    - teken hoe een organisme eruit ziet
  • Schematische tekening > teken alleen de belangrijke
    onderdelen
    - teken de kenmerken van het organisme
    - weinig details
  • Tekenregels, zie blz. 140 LB

Slide 9 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Doorsnedes

  • Buitenaanzicht
  • Binnenaanzicht
    - lengtedoorsnede
    - dwarsdoorsnede

Slide 10 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe vind je de naam van een organisme?

  • Determineren > opzoeken van een naam van een organisme
    - met behulp van een zoekkaart
    - goed naar de kenmerken kijken van een organisme
  • Oefenen: blz. 137 WB

Slide 11 - Tekstslide

1.2 Je omgeving ontdekken
  • Wat? Maken 1.2 – Opdracht 10 t/m 22
  • Hoe? Blz. 17 t/m 20
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 10 t/m 22 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 12 - Tekstslide