Mensen, dieren en planten > organismen > alles wat leeft!
Waarnemen > kijken, luisteren, voelen, ruiken of zelfs proeven - letten op kenmerken van het organisme
Kenmerken > eigenschappen waaraan je een organisme herkent - bijv. wel of niet poten, en hoeveel poten? - beschrijf duidelijk de kenmerken (kleur, vorm, grootte, etc.)
Slide 2 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe bekijk je kleine delen van organismen?
Met je ogen
Met een loep - vergrootglas - vergroot een aantal keer
Met een microscoop - sommige organismen zijn heel erg klein - een microscoop vergroot wel tot 400x
Slide 3 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Microscoop en onderdelen
Slide 4 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Oefenen met waarnemen/beschrijven
Slide 5 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Wat? Maken 1.2 – Opdracht 1 t/m 9
Hoe? Blz. 15 t/m 16
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 6 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Vandaag antwoord op de volgende vragen:
Hoe beschrijf je wat je ziet?
Hoe maak je een tekening?
Hoe vind je de naam van organismen?
Slide 7 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe beschrijf je iets?
Beschrijving > waarnemingen in woorden opschrijven of vertellen
Kenmerken > eigenschappen waaraan je een organisme herkent - bijv. wel of niet poten, en hoeveel poten? - beschrijf duidelijk de kenmerken (kleur, vorm, grootte, etc.)
Slide 8 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe maak je een tekening?
Natuurgetrouwe tekening > teken precies wat je ziet - teken veel details - teken hoe een organisme eruit ziet
Schematische tekening > teken alleen de belangrijke onderdelen - teken de kenmerken van het organisme - weinig details
Tekenregels, zie blz. 140 LB
Slide 9 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Doorsnedes
Buitenaanzicht
Binnenaanzicht - lengtedoorsnede - dwarsdoorsnede
Slide 10 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Hoe vind je de naam van een organisme?
Determineren > opzoeken van een naam van een organisme - met behulp van een zoekkaart - goed naar de kenmerken kijken van een organisme
Oefenen: blz. 137 WB
Slide 11 - Tekstslide
1.2 Je omgeving ontdekken
Wat? Maken 1.2 – Opdracht 10 t/m 22
Hoe? Blz. 17 t/m 20
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 10 t/m 22 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)